EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R0896

Verordening (EG) nr. 896/2001 van de Commissie van 7 mei 2001 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad ten aanzien van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap

PB L 126 van 8.5.2001, p. 6–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 08/02/2006; opgeheven door 32006R0219

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/896/oj

32001R0896

Verordening (EG) nr. 896/2001 van de Commissie van 7 mei 2001 houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad ten aanzien van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap

Publicatieblad Nr. L 126 van 08/05/2001 blz. 0006 - 0016


Verordening (EG) nr. 896/2001 van de Commissie

van 7 mei 2001

houdende toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad ten aanzien van de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 216/2001(2), en met name op artikel 20,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft de bij titel IV van Verordening (EEG) nr. 404/93 ingestelde invoerregeling voor bananen gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 216/2001. Hij heeft met name, behalve het in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) geconsolideerde tariefcontingent van 2200000 ton en het aanvullende tariefcontingent van 353000 ton, een autonoom tariefcontingent C van 850000 ton geopend met een douanerecht van 300 EUR per ton. Alle voor de tenuitvoerlegging van deze regeling benodigde bepalingen, met inbegrip van de overgangsmaatregelen die nodig zijn omdat de onderhavige verordening reeds op 1 juli 2001 in werking treedt, alsmede de bepalingen inzake invoer tegen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief dienen te worden vastgesteld.

(2) Op grond van artikel 18, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 404/93 worden, bij ontstentenis van een akkoord met de overeeenkomstsluitende partijen in de WTO die een wezenlijk belang bij de levering van bananen hebben, de tariefcontingenten A en B niet over de landen van levering verdeeld.

(3) In artikel 19 van Verordening (EEG) nr. 404/93 is bepaald dat de tariefcontingenten kunnen worden beheerd volgens de methode die is gebaseerd op de traditionele handelsstromen (bekend als de methode van "traditionele marktdeelnemers/nieuwkomers") en/of volgens andere methoden. Om de nieuwe regeling vanaf het tweede halfjaar van 2001 te kunnen toepassen, lijkt het raadzaam om de tariefcontingenten open te stellen voor de traditionele marktdeelnemers die, gedurende een referentieperiode, voor eigen rekening verse producten hebben aangekocht bij producenten in derde landen of ze zelf hebben geproduceerd, en hebben gezorgd voor verzending naar en levering in het douanegebied van de Gemeenschap. In het kader van deze verordening heten die transacties "primaire invoer".

(4) De definitie van een traditionele marktdeelnemer moet voor alle tariefcontingenten dezelfde zijn en hun referentiehoeveelheid moet volgens dezelfde criteria worden vastgesteld, maar wel afzonderlijk naargelang het gaat om marktdeelnemers die de markt van de Gemeenschap hebben voorzien van bananen van oorsprong uit niet-ACS-landen of van bananen van niet-traditionele ACS-hoeveelheden, of marktdeelnemers die de markt hebben voorzien van bananen van traditionele ACS-hoeveelheden gedurende de referentieperiode in de zin van de definities van artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 404/93 die van toepassing waren vóór de bij Verordening (EG) nr. 216/2001 ingevoerde wijziging.

(5) Voor de definitie van de categorieën marktdeelnemers en de bepaling van de referentiehoeveelheden van de traditionele marktdeelnemers moeten de drie jaren van 1994 tot en met 1996 als referentieperiode in aanmerking worden genomen. Die periode 1994-1996 is de laatste periode van drie jaar waarover voldoende geverifieerde gegevens betreffende primaire invoer voor de Commissie beschikbaar zijn. De periode biedt wellicht ook een uitweg voor het sinds een aantal jaren lopende conflict met bepaalde handelspartners van de Gemeenschap. Gelet op de beschikbare gegevens, die zijn vastgesteld voor het beheer van de in 1998 geopende contingenten, is het niet nodig te bepalen dat de traditionele marktdeelnemers geregistreerd moeten worden.

(6) Een deel van de tariefcontingenten moet worden gereserveerd voor de niet-traditionele marktdeelnemers. Dat deel moet de marktdeelnemers die vroeger in de referentieperiode geen primaire invoer hebben verricht, in staat stellen een handelsactiviteit voort te zetten en zich aan te passen aan de nieuwe bepalingen, en moet groot genoeg zijn om marktdeelnemers de mogelijkheid te geven deel te nemen aan die invoer en zodoende gezonde concurrentie te bevorderen.

(7) Enkele jaren ervaring met de communautaire invoerregeling voor bananen hebben geleerd dat de criteria voor niet-traditionele marktdeelnemers en de toelatingscriteria voor nieuwe marktdeelnemers moeten worden aangescherpt om te voorkomen dat stromannen worden geregistreerd en hoeveelheden worden toegewezen naar aanleiding van artificiële of speculatieve aanvragen. Het is met name gerechtvaardigd een minimale ervaring te eisen met de invoer van verse bananen. Om ook te voorkomen dat aanvragen om jaarlijkse toewijzingen worden ingediend die niet in verhouding staan tot de invoermogelijkheden van de marktdeelnemers en niet door aanvragen om invoercertificaten voor dienovereenkomstige hoeveelheden worden gevolgd, is het dienstig te bepalen dat bij de indiening van de aanvraag om een jaarlijkse toewijzing een zekerheid wordt gesteld die in de plaats komt van die voor het invoercertificaat. Deze zekerheid wordt onverwijld vrijgegeven in verhouding tot de hoeveelheden waarvoor de marktdeelnemer zijn jaarlijkse toewijzing daadwerkelijk gebruikt en waarvoor hij het bewijs levert dat de goederen voor zijn eigen rekening zijn verzonden naar en geleverd in de Gemeenschap, en in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht. Met hetzelfde doel kan voor een toewijzing in de volgende jaren als voorwaarde worden gesteld dat van de vorige jaarlijkse toewijzing een bepaalde minimumhoeveelheid is gebruikt.

(8) Er dient te worden gewezen op de mogelijkheid voor de marktdeelnemers om overeenkomstig de nationale wetgeving, naar gleang van het geval, een fusie aan te gaan of een groepering op te richten met het doel de uit deze verordening voortvloeiende rechten en verplichtingen uit te oefenen, respectievelijk na te komen.

(9) Er moeten bepalingen worden vastgesteld voor de registratie van de niet-traditionele marktdeelnemers en voor de bepaling van hun jaarlijkse toewijzing: de door de bevoegde nationale autoriteiten te verrichten verificaties en controles moeten worden vastgesteld en er moet worden gepreciseerd welke gevolgen worden gekoppeld aan een inbreuk op bepaalde verplichtingen op het gebied van, met name de registratie en de verklaringen ter verkrijging van referentiehoeveelheden of toewijzingen in het kader van de invoerregeling.

(10) Om de regeling inzake de tariefcontingenten per 1 juli 2001 in te voeren, verdient het aanbeveling de bij Verordening (EG) nr. 2362/98 van de Commissie van 28 oktober 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad betreffende de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1632/2000(4), ingestelde instrumenten voor het periodieke beheer te handhaven, maar voorzover nodig de wijze van toepassing ervan aan te passen. Daarbij gaat het met name om de vaststelling van indicatieve hoeveelheden voor de eerste drie kwartalen, de vaststelling van maxima voor de individuele aanvragen, de voor de indiening van certificaataanvragen en de afgifte van certificaten geldende periodiciteit en de verstrekking van certificaten van hertoewijzing voor de niet-gebruikte hoeveelheden. Het gescheiden beheer van de tariefcontingenten A en B enerzijds en C anderzijds ten aanzien van het aan de traditionele marktdeelnemers toegekende gedeelte brengt mee dat die marktdeelnemers alleen certificaataanvragen kunnen indienen in het kader van het tariefcontingent uit hoofde waarvan hun een referentiehoeveelheid is toegewezen en meegedeeld.

(11) Voor de toepassing van artikel 18, leden 6 en 7, van Verordening (EEG) nr. 404/93 dienen de rubrieken te worden bepaald waaruit de balans van productie, consumptie en in- en uitvoer bestaat die moet worden opgemaakt voordat het autonome contingent wordt verhoogd bij stijging van de vraag of bij uitzonderlijke omstandigheden die effect hebben op de voorziening van de communautaire markt.

(12) Behoudens uitdrukkelijke afwijkingen geldt het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 369/2001(6). Op grond van artikel 9 van die verordening kunnen de uit het certificaat voortvloeiende rechten tijdens de geldigheidsduur van het betrokken document door de titularis, per certificaat of uittreksel daarvan, eenmaal worden overgedragen.

(13) De voorwaarden voor en de gevolgen van een dergelijke certificaatoverdracht moeten worden gespecificeerd in het licht van de bij deze verordening vastgestelde definitie van de categorieën marktdeelnemers. Overdrachten die tot één enkele cessionaris per certificaat of certificaatuittreksel beperkt blijven, maken veranderingen in de handelsbetrekkingen tussen de onderscheiden geregistreerde marktdeelnemers mogelijk. Het is evenwel niet wenselijk artificiële of speculatieve betrekkingen of verstoring van normale handelsbetrekkingen te bevorderen door overdrachten van "niet-traditionele marktdeelnemers" aan "traditionele marktdenemers" toe te staan.

(14) De uitwisseling van gegevens tussen de marktdeelnemers, de lidstaten en de Commissie die voor de toepassing van deze verordening nodig is, moet nader worden geregeld, in het bijzonder wat de vaststelling van de referentiehoeveelheden en de toewijzingen van de marktdeelnemers, het periodieke beheer van de tariefcontingenten en het volgen van de marktontwikkelingen betreft.

(15) In het kader van de overgangsmaatregelen die noodzakelijk zijn geworden om de nieuwe regeling per 1 juli 2001 te kunnen toepassen, moet in de eerste plaats worden afgeweken van de administratieve bepalingen betreffende het tijdschema voor de registratie van de niet-traditionele marktdeelnemers en betreffende de indiening van de voor de vaststelling van hun rechten benodigde bewijsstukken bij de bevoegde nationale autoriteiten.

(16) In de tweede plaats is het nodig de hoeveelheden die voor het derde kwartaal van 2001 in het kader van de tariefcontingenten kunnen worden ingevoerd, te bepalen en het maximum voor de individuele certificaataanvragen van de marktdeelnemers en een strikt tijdschema voor de indiening van deze aanvragen vast te stellen.

(17) De wijzigingen in de regeling voor de invoer van bananen in de Gemeenschap die bij deze verordening worden vastgesteld met betrekking tot de definitie van niet-traditionele marktdeelnemers, vergen verificaties en controles door de bevoegde nationale autoriteiten in samenwerking met de Commissie. Dat kan in voorkomend geval tot correcties van de referentiehoeveelheden of van de jaarlijkse toewijzingen van de marktdeelnemers leiden. Bijgevolg kunnen deze toewijzingen geen verworven rechten zijn en kunnen de marktdeelnemers evenmin aanvoeren dat gewettigde verwachtingen zijn gewekt.

(18) Verordening (EG) nr. 2362/98 moet worden ingetrokken.

(19) Verordening (EG) nr. 216/2001 is, zoals bepaald in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 395/2001 van de Commissie(7), van toepassing met ingang van 1 juli 2001. Om de marktdeelnemers de mogelijkheid te bieden onmiddellijk vanaf die datum van de bepalingen van genoemede verordening gebruik te maken, is het dienstig overgangsmaatregelen vast te stellen die de lidstaten en de Commissie toestaan om alle gegevens te verzamelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de certificaten met ingang van 1 juli 2001 onmiddellijk kunnen worden gebruikt.

(20) Het Comité van beheer voor bananen heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I

INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1

Bij deze verordening worden de bepalingen voor de invoerregeling voor bananen vastgesteld die enerzijds in het kader van de tariefcontingenten zoals bedoeld in artikel 18, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 404/93, en anderzijds buiten dat kader van toepassing zijn.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde tariefcontingenten worden geopend voor:

a) 83 % voor de "traditionele marktdeelnemers" zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1;

b) 17 % voor de "niet-traditionele marktdeelnemers" zoals gedefinieerd in artikel 6.

TITEL II

BEHEER VAN DE TARIEFCONTINGENTEN

Hoofdstuk 1

Definitie van de marktdeelnemers

Afdeling I: "Traditionele marktdeelnemers"

Artikel 3

Voor deze verordening gelden de volgende definities:

1. "traditionele marktdeelnemer": een in de periode die voor zijn referentiehoeveelheid bepalend is, in de Gemeenschap gevestigd economisch subject (natuurlijke persoon of rechtspersoon, een individuele belanghebbende of een groepering) dat voor eigen rekening gedurende een referentieperiode een minimumhoeveelheid bananen van oorsprong uit derde landen bij de producenten heeft aangekocht of, in voorkomend geval, heeft geproduceerd en vervolgens naar de Gemeenschap heeft verzonden en aldaar verkocht.

De in de vorige alinea omschreven activiteit wordt hierna "primaire invoer" genoemd.

De in de eerste alinea bedoelde minimumhoeveelheid is 250 ton invoer die in één van de jaren van de referentieperiode is gerealiseerd. De minimumhoeveelheid bedraagt 20 ton, als de afzet of de invoer uitsluitend betrekking heeft op bananen van niet meer dan 10 cm lengte;

2. "traditionele marktdeelnemer A/B": een traditionele marktdeelnemer die zijn minimumhoeveelheid aan primaire invoer heeft gerealiseerd door invoer van "bananen uit derde staten" en/of "niet-traditionele ACS-bananen" volgens de definities van artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 404/93, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1637/98(8);

3. "traditionele marktdeelnemer C": een traditionele marktdeelnemer die zijn minimumhoeveelheid aan primaire invoer heeft gerealiseerd door invoer van "traditionele ACS-bananen" volgens de definitie van artikel 16 van Verordening (EEG) nr. 404/93, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1637/98.

Artikel 4

1. De referentiehoeveelheid van iedere traditionele marktdeelnemer A/B wordt op schriftelijk verzoek van de marktdeelnemer, dat uiterlijk op 11 mei 2001 ingediend wordt, vastgesteld op basis van het gemiddelde van de primaire invoer van bananen uit derde staten en/of van niet-traditionele ACS-bananen in de jaren 1994, 1995 en 1996, waarmee voor het jaar 1998 rekening is gehouden voor het beheer van het tariefcontingent voor de invoer van bananen van oorsprong uit derde landen en voor hoeveelheden niet-traditionele ACS-bananen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 19, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 404/93, die in 1998 van toepassing waren op de in lid 1, onder a), van dat artikel bedoelde categorie marktdeelnemers.

2. De referentiehoeveelheid van iedere marktdeelnemer C wordt op schriftelijk verzoek van de marktdeelnemer, dat uiterlijk op 11 mei 2001 ingediend wordt, vastgesteld op basis van het gemiddelde van de primaire invoer van traditionele ACS-bananen in de jaren 1994, 1995 en 1996 in het kader van de hoeveelheden traditionele bananen voor de ACS-staten en waarmee rekening is gehouden voor het jaar 1998.

3. Marktdeelnemers die zijn ontstaan door de fusie van traditionele marktdeelnemers die elk op grond van deze verordening rechten hebben, genieten dezelfde rechten als de marktdeelnemers waaruit zij zijn ontstaan.

Artikel 5

1. De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 15 mei 2001 het totaal van de in artikel 4, leden 1 en 2, bedoelde referentiehoeveelheden mee.

2. Op grond van de overeenkomstig lid 1 meegedeelde gegevens en op basis van de beschikbare hoeveelheden van de tariefcontingenten A/B en C, stelt de Commissie zo nodig een op de referentiehoeveelheid van elke marktdeelnemer toe te passen aanpassingscoëfficiënt vast.

3. Wanneer lid 2 wordt toegepast, stellen de bevoegde autoriteiten iedere marktdeelnemer uiterlijk op 7 juni 2001 in kennis van zijn met de aanpassingscoëfficiënt aangepaste referentiehoeveelheid.

4. De lijst van de bevoegde autoriteiten in elke lidstaat is opgenomen in de bijlage. Deze lijst wordt door de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaten gewijzigd.

Afdeling II: "Niet-traditionele marktdeelnemers"

Artikel 6

In deze verordening wordt onder "niet-traditionele marktdeelnemer" verstaan het bij zijn registratie in de Gemeenschap gevestigde economische subject dat,

a) gedurende één van de onmiddellijk aan het jaar waarvoor de registratie wordt gevraagd, voorafgaande twee jaren voor eigen rekening en autonoom in de Gemeenschap een handelsactiviteit heeft uitgeoefend als importeur van verse bananen van GN-code 0803 00 19;

b) in het kader van die activiteit gedurende de onder a) bedoelde periode invoer heeft gerealiseerd met een aangegeven douanewaarde van ten minste 1200000 EUR, en

c) niet beschikt over een referentiehoeveelheid als traditionele marktdeelnemer in het kader van het tariefcontingent waarvoor hij registratie aanvraagt op grond van artikel 7, en geen natuurlijke persoon of rechtspersoon is die overeenkomstig artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(9) met een traditionele marktdeelnemer is verbonden.

Artikel 7

1. Een marktdeelnemer kan in één enkele lidstaat van zijn keuze worden geregistreerd als niet-traditionele marktdeelnemer voor het tariefcontingent A/B en/of het tariefcontingent C.

Een traditionele marktdeelnemer voor een tariefcontingent kan als niet-traditionele marktdeelnemer worden geregistreerd voor het tariefcontingent waarvoor hij geen referentiehoeveelheid heeft.

Een traditionele marktdeelnemer voor het tariefcontingent C kan echter alleen als niet-traditionele marktdeelnemer voor het tariefcontingent A/B worden geregistreerd als hij aantoont dat hij in de periode bedoeld in artikel 6, onder b), voor de eveneens in artikel 6, onder b), vermelde douanewaarde bananen uit derde staten en/of niet-traditionele ACS-bananen heeft ingevoerd.

2. Om te worden geregistreerd, zendt de marktdeelnemer de volgende bewijsstukken aan de in de bijlage genoemde bevoegde autoriteiten:

a) het bewijs van zijn inschrijving in een handelsregister van de lidstaat of alternatieve bewijzen die door de betrokken bevoegde autoriteiten worden aanvaard, en

b) de bewijzen van invoer van bananen; deze bewijzen worden geleverd door overlegging van de gebruikte invoercertificaten of, indien geen certificaat verplicht was gesteld, door overlegging van de passende douanedocumenten, en

c) een kopie van een verklaring van een beëdigde onafhankelijke accountant waarin de invoer voor de in artikel 6, onder b), vermelde waarde wordt bevestigd, of een kopie van de betrokken, door de douaneautoriteiten geviseerde douaneaangiften.

3. De registratieverzoeken worden jaarlijks vóór 1 oktober ingediend.

4. De marktdeelnemer moet voor verlenging van zijn registratie de bevoegde autoriteiten bewijzen dat hij daadwerkelijk voor eigen rekening ten minste 50 % van de hoeveelheid die hem voor het lopende jaar is toegewezen, heeft ingevoerd. Voor de verlenging van de registratie voor het jaar 2002 bedraagt dit percentage 30 %.

Het jaarlijks vóór 1 oktober in te dienen verlengingsverzoek moet vergezeld gaan van een kopie van de gebruikte invoercertificaten en van het bewijs dat de op de dag van het vervullen van de douaneformaliteiten bij invoer geldende douanerechten zijn betaald, alsmede van een kopie van het voor het lopende kwartaal afgegeven invoercertificaat, respectievelijk van de voor dat kwartaal afgegeven invoercertificaten.

5. De lidstaten delen jaarlijks vóór 10 oktober aan de Commissie de lijst mee van de marktdeelnemers die een registratieverzoek of een verzoek om verlenging van hun registratie hebben ingediend, alsmede, wat de gevallen van verlenging van de registraties betreft, het nummer van de afgegeven en gebruikte certificaten en, in voorkomend geval, die van de afgegeven en gebruikte uittreksels.

Indien nodig zendt de Commissie deze lijsten aan de andere lidstaten om onrechtmatige aangiften van de marktdeelnemers op te sporen of te voorkomen.

De Commissie kan besluiten dat bepaalde gegevens uit de mededelingen van de lidstaten worden bekendgemaakt.

Artikel 8

1. De betrokken marktdeelnemers dienen tegelijk met hun verzoek om registratie of om verlenging van hun registratie een verzoek in om jaarlijkse toewijzing.

Op straffe van niet-ontvankelijkheid:

a) mag de in dit verzoek genoemde hoeveelheid niet groter zijn dan 12,5 % van de totale hoeveelheid die jaarlijks aan de niet-traditionele marktdeelnemers wordt toegekend, en

b) moet het verzoek vergezeld gaan van het bewijs dat voor de gevraagde hoeveelheid overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie(10) een zekerheid is gesteld van 150 EUR per ton.

2. De in lid 1, onder b), bedoelde zekerheid wordt vrijgegeven naar rato van de daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden waarvoor de marktdeelnemer het bewijs levert dat ze voor zijn eigen rekening zijn verzonden naar en zijn gelost op het douanegebied van de Gemeenschap. De zekerheid wordt niet verbeurd in het geval van overmacht.

De bewijzen van verzending worden geleverd door overlegging van exemplaren van het cognossement en van de ladinglijst van het schip, of van het vervoersdocument in het geval van overlandvervoer of luchtvervoer, op naam van de marktdeelnemer voor de daadwerkelijk ingevoerde hoeveelheden.

De bewijzen van de daadwerkelijke invoer worden geleverd door overlegging van een kopie van de gebruikte invoercertificaten en het betalingsbewijs van de geldende douanerechten.

Artikel 9

1. De bevoegde autoriteiten verstrekken de Commissie jaarlijks uiterlijk op 10 oktober de lijst van de geregistreerde niet-traditionele marktdeelnemers, waarin voor elk van hen de gevraagde jaarlijkse toewijzing wordt vermeld.

2. Als voor een tariefcontingent A/B of C de totale hoeveelheid van de aangevraagde toewijzingen groter is dan de hoeveelheid die voor de niet-traditionele marktdeelnemers beschikbaar is, stelt de Commissie onverwijld het op iedere toewijzingsaanvraag toe te passen verminderingspercentage vast.

Als de overeenkomstig de eerste alinea bepaalde jaarlijkse toewijzing van een marktdeelnemer kleiner is dan de door hem gevraagde hoeveelheid, wordt de in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde zekerheid onverwijld vrijgegeven in verhouding tot de geconstateerde verlaging.

3. Uiterlijk op 15 november stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de voor het volgende jaar toegewezen hoeveelheid vast en stellen zij elke niet-traditionele marktdeelnemer daarvan in kennis.

Artikel 10

1. De lidstaten controleren of de in deze afdeling vastgestelde bepalingen worden nageleefd.

Zij vergewissen zich er met name van of de betrokken marktdeelnemers voor eigen rekening als een economische eenheid die uit het oogpunt van leiding, personeel en werking autonoom is, in de Gemeenschap een activiteit op het gebied van invoer uitoefenen in de in artikel 6 genoemde sector. Wanneer er aanwijzingen zijn dat deze voorwaarden wellicht niet in acht worden genomen, kunnen de verzoeken om registratie en om een jaarlijkse toewijzing slechts in aanmerking worden genomen indien de betrokken marktdeelnemer bewijzen overlegt die door de bevoegde nationale autoriteit bevredigend worden geacht.

2. De lidstaten en de Commissie delen elkaar alle voor de toepassing van dit artikel dienstige gegevens mee.

Artikel 11

1. De bevoegde nationale autoriteiten registreren de economische subjecten, zijnde natuurlijke of rechtspersonen, individuele subjecten of groeperingen, die overeenkomstig de nationale voor de uitoefening van de betrokken economische activiteit geldende bepalingen zijn opgericht, en die aan de bepalingen van deze verordening voldoen, op hun verzoek als niet-traditionele marktdeelnemer.

Een groepering kan als niet-traditionele marktdeelnemer worden geregistreerd indien de leden ervan gezamenlijk aan de in deze verordening vastgestelde voorwaarden voldoen. De groepering treedt in de rechten en verplichtingen van elk van haar leden.

2. Marktdeelnemers die zijn ontstaan door de fusie van niet-traditionele marktdeelnemers die elk op grond van deze verordening rechten hebben, genieten dezelfde rechten als de marktdeelnemers waaruit zij zijn ontstaan.

Artikel 12

1. Niet-naleving van de verplichting om zich in niet meer dan één enkele lidstaat te registreren, brengt voor de niet-/traditionele marktdeelnemers niet-ontvankelijkheid van alle ingediende registratieverzoeken mee en nietigverklaring van de eventueel reeds toegekende jaarlijkse toewijzing. Voorts heeft deze inbreuk tot gevolg dat in het jaar na de constatering van de onregelmatigheid geen nieuwe verzoeken mogen worden ingediend.

2. Indien ter verkrijging van een registratie of van een toewijzing frauduleuze handelingen worden gesteld of frauduleuze bewijsstukken worden gebruikt, wordt de registratie of de toewijzing nietig verklaard, onverminderd de toepassing van de relevante nationale wetgeving. In zo'n geval wordt de in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde zekerheid volledig verbeurd.

In een dergelijk geval mag de marktdeelnemer bovendien in de twee jaren volgende op het jaar waarin de onregelmatigheid is geconstateerd, in geen enkele lidstaat een verzoek om een nieuwe registratie indienen.

Hoofdstuk 2

Voorschriften voor de afgifte van de invoercertificaten

Artikel 13

1. Voor het beheer worden de hoeveelheden van de twee in artikel 18, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EEG) nr. 404/93 vastgestelde tariefcontingenten A en B bij elkaar opgeteld. De voor de contingenten A en B ingediende aanvragen worden gezamenlijk behandeld.

Het in artikel 18, lid 1, onder c), van bovengenoemde verordening vastgestelde tariefcontingent C wordt apart beheerd.

2. De traditionele marktdeelnemers A/B mogen alleen invoercertificaataanvragen indienen in het kader van het tariefcontingent A/B.

De traditionele marktdeelnemers C mogen alleen invoercertificaataanvragen indienen in het kader van het tariefcontingent C.

De in de eerste twee alinea's bedoelde traditionele marktdeelnemers mogen certificaanvragen indienen voor het andere tariefcontingent, als zij als niet-traditionele marktdeelnemers voor dat tariefcontingent zijn ingeschreven.

3. De niet-traditionele marktdeelnemers mogen invoercertificaataanvragen indienen in het kader van de tariefcontingenten A/B of C, of beide indien zij voor de contingenten A/B en C zijn geregistreerd.

Artikel 14

1. Voor de eerste drie kwartalen kan voor de afgifte van de invoercertificaten een indicatieve hoeveelheid worden vastgesteld in de vorm van een uniform percentage van de voor elk van de tariefcontingenten beschikbare hoeveelheden.

2. Voor de eerste drie kwartalen kan worden bepaald dat de door een marktdeelnemer ingediende certificaataanvraag, respectievelijk certificaataanvragen, in totaal geen hoeveelheid mag, respectievelijk mogen, betreffen die groter is dan een bepaald percentage van, naar gelang van het geval, de overeenkomstig artikel 5 vastgestelde referentiehoeveelheid of de overeenkomstig artikel 9, lid 3, vastgestelde jaarlijkse toewijzing.

Artikel 15

1. Voor elk kwartaal worden de aanvragen om een invoercertificaat ingediend in de eerste zeven dagen van de maand die voorafgaat aan het kwartaal waarvoor de certificaten worden afgegeven; de aanvragen worden ingediend bij de in de bijlage bij deze verordening genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaat.

De aanvragen om invoercertificaten worden, wat de traditionele marktdeelnemers betreft, ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat die de referentiehoeveelheid heeft vastgesteld, en, wat de niet-traditionele marktdeelnemers betreft, bij de lidstaat waar deze marktdeelnemer is geregistreerd.

2. Op de certificaataanvragen die worden ingediend door:

a) de traditionele marktdeelnemers A/B, is de vermelding "Certificaataanvraag traditionele marktdeelnemer A/B - Verordening (EG) nr. 896/2001" aangebracht;

b) de traditionele marktdeelnemers C, is de vermelding "Certificaataanvraag traditionele marktdeelnemer C - Verordening (EG) nr. 896/2001" aangebracht;

c) de niet-traditionele marktdeelnemers, is, naar gelang van het geval, de vermelding "Certificaataanvraag niet-traditionele marktdeelnemer A/B - Verordening (EG) nr. 896/2001" of de vermelding "Certificaataanvraag niet-traditionele marktdeelnemer C - Verordening (EG) nr. 896/2001" aangebracht.

3. De door een marktdeelnemer ingediende certificaataanvraag, respectievelijk certificaataanvragen, is, respectievelijk zijn, slechts ontvankelijk indien:

a) daarop de in de lid 2 genoemde vermelding is aangebracht;

b) deze geen grotere hoeveelheid betreft, respectievelijk betreffen, dan die welke voor het in de aanvraag aangegeven tariefcontingent beschikbaar is en periodiek vóór het begin van de periode voor de indiening van de aanvragen wordt bekendgemaakt;

c) deze in totaal geen grotere hoeveelheid betreft, respectievelijk betreffen, dan die welke voor een bepaald kwartaal voortvloeit uit de toepassing van artikel 14, lid 2, of dan het saldo van, naar gelang van het geval, de referentiehoeveelheid of van de jaarlijkse toewijzing van de marktdeelnemer.

4. De in lid 2 bedoelde vermeldingen worden in vak 20 van het certificaat aangebracht.

Artikel 16

De bevoegde autoriteiten delen de Commissie binnen twee werkdagen na afloop van de indieningsperiode voor de certificaataanvragen mee voor welke hoeveelheden aanvragen zijn ingediend.

In deze mededeling wordt voor elk van de tariefcontingenten A/B en C duidelijk aangegeven welke hoeveelheden door de traditionele marktdeelnemers A/B en C enerzijds en door de niet-traditionele marktdeelnemers anderzijds zijn aangevraagd.

Artikel 17

Als voor een kwartaal de hoeveelheden waarvoor certificaataanvragen zijn ingediend, aanzienlijk groter zijn dan de overeenkomstig artikel 14 in voorkomend geval vastgestelde indicatieve hoeveelheid of groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, wordt een op de aanvragen toe te passen verminderingspercentage vastgesteld.

Artikel 18

1. Uiterlijk op de 23e van de maand waarop de aanvraag is ingediend, geven de bevoegde autoriteiten de invoercertificaten af. Als deze dag geen werkdag is, worden de certificaten uiterlijk op de eerstvolgende werkdag afgegeven.

2. In afwijking van artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 gaat de geldigheidsduur van de invoercertificaten in op de dag van de daadwerkelijke afgifte en verstrijkt deze op de zevende dag van de vierde maand na die waarin deze certificaten zijn afgegeven. De dag van de daadwerkelijke afgifte is in de geldigheidsduur van het certificaat begrepen.

Artikel 19

1. De niet-gebruikte hoeveelheden van een certificaat worden op verzoek van een marktdeelnemer voor een volgend, doch tot het jaar van afgifte van het eerste certificaat behorend kwartaal toegewezen aan dezelfde marktdeelnemer, naar gelang van het geval de titularis of cessionaris van dat certificaat. Deze hertoewijzing vindt plaats voor invoer van bananen in het kader van het contingent waarvoor het eerste geheel of gedeeltelijk ongebruikte certificaat is afgegeven.

De zekerheid voor het eerste certificaat wordt verbeurd in verhouding tot de niet-gebruikte hoeveelheden.

2. De aanvraag om hertoewijzing wordt binnen de in artikel 15, lid 1, bepaalde termijn ingediend, vergezeld van het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkte kopie van het geheel of gedeeltelijk niet gebruikte certificaat of de geheel of gedeeltelijk niet gebruikte certificaten, alsmede van het bewijs dat de in artikel 24 bedoelde zekerheid is gesteld.

In vak 20 van de aanvraag om en van het certificaat van hertoewijzing wordt de vermelding "Certificaat van hertoewijzing - Verordening (EG) nr. 896/2001, artikel 19" aangebracht, alsmede, naar gelang van het geval, een van de vier volgende vermeldingen: "Traditionele marktdeelnemer A/B", "Traditionele marktdeelnemer C", "Niet-traditionele marktdeelnemer A/B" of "Niet-traditionele marktdeelnemer C".

3. Op de aanvragen om een certificaat van hertoewijzing wordt het in voorkomend geval overeenkomstig artikel 17 vastgestelde verminderingspercentage niet toegepast.

4. Binnen de in artikel 16 vastgestelde termijn delen de bevoegde autoriteiten de Commissie mee voor welke hoeveelheden aanvragen om een certificaat van hertoewijzing zijn ingediend.

Artikel 20

1. Onverminderd lid 2 kunnen de rechten die uit de overeenkomstig die hoofdstuk afgegeven certificaten voortvloeien, onder de voorwaarden van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 1291/2000 aan één enkele marktdeelnemer-cessionaris worden overgedragen.

2. De rechten kunnen uitsluitend worden overgedragen:

a) van de ene traditionele marktdeelnemer aan de andere en voorzover dit gebeurt binnen een tariefcontingent A/B, respectievelijk C;

b) door traditionele marktdeelnemers aan overeenkomstig artikel 7 geregistreerde niet-traditionele marktdeelnemers en voorzover dit gebeurt binnen een tariefcontingent A/B, respectievelijk C;

c) van de ene geregistreerde niet-traditionele marktdeelnemer aan de andere en voorzover dit gebeurt binnen een tariefcontingent A/B, respectievelijk C.

Artikel 21

1. De betrokken marktdeelnemers doen onverwijld vóór het verstrijken, van de geldigheidsduur van de invoercertificaten bij de bevoegde autoriteiten aangifte van de in de Gemeenschap in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheden bananen die weer uit de Gemeenschap zijn uitgevoerd. Het origineel van het invoercertificaat waarop deze hoeveelheden zijn afgeschreven, wordt door hen aan deze autoriteiten teruggezonden.

2. De bevoegde autoriteiten delen in de maand na elk kwartaal aan de Commissie de wederuitgevoerde hoeveelheden mee, waarbij zij per geval de categorie marktdeelnemers (traditionele, respectievelijk niet-traditionele marktdeelnemers) vermelden waarvoor het certificaat is afgegeven, alsook het nummer van de betrokken invoercertificaten en van de uittreksels daarvan.

3. Aan de titularis of de cessionaris, naar gelang van het geval, van het eerder afgegeven certificaat worden in een volgend, doch tot het jaar van afgifte van het eerste certificaat, respectievelijk de eerste certificaten, behorend kwartaal één of meer invoercertificaten afgegeven ten belope van de wederuitgevoerde hoeveelheden.

4. De bevoegde autoriteiten vergewissen zich ervan dat de overeenkomstig lid 1 aangegeven hoeveelheden daadwerkelijk uit de Gemeenschap zijn wederuitgevoerd.

5. Met de wederuitgevoerde hoeveelheden bananen wordt geen rekening gehouden voor de bepaling van de referentiehoeveelheden van de traditionele marktdeelnemers en van de toewijzingen aan de niet-traditionele marktdeelnemers.

De eerste alinea betreft ook de wederuitvoer in 1994 uit de lidstaten naar Oostenrijk, Finland en Zweden en uit deze laatste landen naar derde landen, met inbegrip van de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1994.

TITEL III

VOORSCHRIFTEN VOOR DE INVOER VAN BANANEN BUITEN DE TARIEFCONTINGENTEN OM

Artikel 22

1. De invoercertificaataanvragen kunnen in elke lidstaat worden ingediend.

2. In vak 20 van de aanvragen en van de certificaten wordt de vermelding "Invoer buiten de tariefcontingenten om - Verordening (EG) nr. 896/2001, artikel 22" aangebracht.

3. De certificaten worden onverwijld afgegeven overeenkomstig artikel 23, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1291/2000. De geldigheidsduur van het certificaat is drie maanden.

4. In de maand na elk kwartaal delen de lidstaten aan de Commissie mee voor welke hoeveelheden overeenkomstig dit artikel certificaten zijn afgegeven.

TITEL IV

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 23

Voor de toepassing van artikel 18, leden 6 en 7, van Verordening (EEG) nr. 404/93 wordt de balans van de productie en van het verbruik in de Gemeenschap en van de in- en uitvoer opgemaakt op basis van:

a) de beschikbare gegevens over de in het afgelopen jaar in de Gemeenschap afgezette hoeveelheden bananen, uitgesplitst naar het oorsprongsgebied;

b) de prognoses inzake productie en afzet van banenen uit de Gemeenschap;

c) de prognoses inzake de invoer van bananen uit alle oorsprongsgebieden;

d) de prognoses inzake het verbruik, met name gebaseerd op de recente tendensen inzake het verbruik en op de ontwikkeling van de marktprijzen.

Artikel 24

1. De invoercertificaataanvragen gaan vergezeld van het bewijs dat een zekerheid is gesteld overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85. Deze zekerheid bedraagt 50 EUR per ton. Deze bepaling is echter niet van toepassing op de certificaataanvragen die door de niet-traditionele marktdeelnemers worden ingediend in het kader van de in titel II vastgestelde invoerregeling.

2. Wanneer de certificaten worden afgegeven voor een kleinere hoeveelheid dan de gevraagde hoeveelheid, wordt voor de niet-toegewezen hoeveelheid de zekerheid onverwijld vrijgegeven.

Artikel 25

Verordening (EG) nr. 1291/2000 is van toepassing met uitzondering van de in artikel 5, lid 1, vierde streepje, en artikel 8, leden 4 en 5, van die verordening vastgestelde bepalingen en rekening houdend met de in deze verordening vastgestgelde afwijkingen.

In afwijking van artikel 35, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1291/2000 moet, behoudens overmacht, het bewijs van de aanvaarding van de invoeraangifte voor de betrokken hoeveelheid evenwel worden geleverd binnen 30 dagen na de datum waarop de geldigheidsduur van het invoercertificaat is verstreken.

Artikel 26

1. De douanekantoren waar de invoeraangiften worden ingediend met het oog op het in het vrije verkeer brengen van bananen uit derde landen, in het kader van de regeling inzake de tariefcontingenten,

a) bewaren een kopie van ieder invoercertificaat en -certificaatuittreksel waarop een hoeveelheid is afgeboekt bij de aanvaarding van een aangifte voor het in het vrije verkeer brengen van bananen, en

b) sturen eens per twee weken een tweede kopie van ieder invoercertificaat en invoercertificaatuittreksel waarop een hoeveelheid is afgeboekt, aan de in de bijlage bij deze verordening genoemde autoriteiten van hun lidstaat die bevoegd zijn voor de afgifte van de certificaten. Deze autoriteiten sturen eens per twee weken een kopie van de ontvangen certificaten en uittreksels naar de in bovenbedoelde bijlage genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten die deze documenten hebben afgegeven.

2. Bij twijfel over de echtheid van het certificaat, het uittreksel of de vermeldingen en de visa die op de ingediende documenten staan, alsmede over de hoedanigheid van de marktdeelnemers die de formaliteiten voor het in het verkeer brengen uitvoeren of voor wier rekening deze handelingen worden verricht, of wanneer er een vermoeden van onregelmatigheden bestaat, informerern de douanekantoren waar de documenten zijn ingediend de in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten van hun lidstaat hier onmiddellijk over via telecommunicatiemiddelen. Laatstgenoemde geven deze informatie onmiddellijk door via telecommunicatiemiddelen aan de bevoegde autoriteiten die de documenten hebben afgegeven, alsmede aan de Commissie, zodat een diepgaande controle kan plaatsvinden.

De Commissie zendt de douaneautoriteiten van de lidstaten de lijst van de in de Gemeenschap op grond van deze invoerregeling werkende traditionele en niet-traditionele marktdeelnemers, die titularis of cessionaris van een invoercertificaat of van een certificaatuittreksel kunnen zijn.

3. Aan de hand van de op grond van de leden 1 en 2 ontvangen mededelingen voeren de in de bijlage genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten de nodige aanvullende controles uit om te zorgen voor een juiste toepassing van de tariefcontingentenregeling, en verifiëren zij vooral de op grond van deze regeling ingevoerde hoeveelheden, met name door middel van een precieze vergelijking van de afgegeven certificaten en uittreksels met de gebruikte certificaten en uittreksels. Hiertoe verifiëren zij ook met name de echtheid en de juistheid van de gebruikte documenten en het gebruik daarvan door de overeenkomstig het bepaalde in titel II geregistreerde marktdeelnemers.

Artikel 27

De lidstaten verstrekken de Commissie de volgende economische en statistische gegevens:

a) elke woensdag, de groothandelsprijzen voor gele bananen die in de voorafgaande week zijn genoteerd op de representatieve markten zoals vermeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 3223/94 van de Commissie(11), uitgesplitst naar land van oorsprong;

b) hoeveel bananen van GN-code 0803 00 19 in het kader van de tariefcontingenten voor invoer en hoeveel buiten die tariefcontingenten om in het vrije verkeer zijn gebracht, telkens met specificatie naar oorsprongsgebied, volgens de in artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 vastgestelde bepalingen voor het toezicht op de invoer;

c) voor elk kwartaal, op de tiende van de maand na die waarin de geldigheidsduur van de uitvoercertificaten is verstreken, de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven, de hoeveelheden waarvoor de certificaten zijn gebruikt en aan de instantie van afgifte zijn teruggezonden, en de hoeveelheden waarvoor de certificaten niet zijn gebruikt;

d) op verzoek: prognoses van de productie en de afzet.

TITEL V

OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 28

1. Voor het tweede halfjaar van 2001 zijn de beschikbare hoeveelheden:

- voor de tariefcontingenten A/B: 1137159 ton;

- voor tariefcontingent C: 509359 ton.

2. Voor het tweede halfjaar van 2001 wordt op de overeenkomstig artikel 4 vastgestelde referentiehoeveelheid van iedere traditionele marktdeelnemer en na de toepassing van artikel 5, lid 2, een coëfficiënt toegepast van 0,4454 voor traditionele marktdeelnemers A/B en een coëfficiënt van 0,5992 voor traditionele marktdeelnemers C.

In afwijking van artikel 5, lid 3, stellen de bevoegde autoriteiten iedere marktdeelnemer uiterlijk op 7 juni 2001 in kennis van zijn met de aanpassingscoëfficiënt aangepaste referentiehoeveelheid.

Artikel 29

1. In afwijking van artikel 7 dienen de niet-traditionele marktdeelnemers hun registratieaanvraag voor het tweede halfjaar van 2001 uiterlijk in op 18 mei 2001 in de lidstaat van hun keuze.

2. Voor het tweede halfjaar van 2001 doen de lidstaten de in artikel 7, lid 5, bedoelde mededelingen met betrekking tot de niet-traditionele marktdeelnemers uiterlijk op 29 mei 2001.

3. Rekening houdend met de overeenkomstig lid 2 gedane mededelingen, stelt de Commissie de hoeveelheden vast die de niet-traditionele marktdeelnemers voor het tweede halfjaar van 2001 toegewezen krijgen.

4. Uiterlijk op 7 juni 2001 geven de bevoegde autoriteiten iedere niet-traditionele marktdeelnemer kennis van zijn toewijzing voor het tweede halfjaar van 2001.

Artikel 30

1. In afwijking van artikel 15, dienen de marktdeelnemers hun invoercertificaataanvragen voor het derde kwartaal van 2001 in van 11 tot en met 14 juni 2001.

De door een marktdeelnemer ingediende certificaataanvragen worden slechts in aanmerking genomen, als ze betrekking hebben op een hoeveelheid van in totaal niet meer dan:

a) 54 % van de referentiehoeveelheid voor een traditionele marktdeelnemer;

b) 54 % van de toewijzing voor een niet-traditionele marktdeelnemer.

2. De bevoegde nationale autoriteiten geven de invoercertificaten uiterlijk af op 30 juni 2001.

Deze invoercertificaten worden afgegeven om producten in het vrije verkeer te brengen met ingang van 1 juli 2001.

In vak 24 van de aanvragen en de certificaten wordt de vermeldingen "Afgegeven voor het in het vrije verkeer brengen met ingang van 1 juli 2001" aangebracht.

TITEL VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 31

Verordening (EG) nr. 2362/98 wordt met ingang van 1 juli 2001 ingetrokken.

Zij blijft echter van toepassing voor invoercertificaten die voor het jaar 2001 zijn afgegeven.

Artikel 32

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 7 mei 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1.

(2) PB L 31 van 2.2.2001, blz. 2.

(3) PB L 293 van 31.10.1998, blz. 32.

(4) PB L 187 van 26.7.2000, blz. 6.

(5) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(6) PB L 55 van 24.2.2001, blz. 41.

(7) PB L 58 van 27.2.2001, blz. 11.

(8) PB L 210 van 28.7.1998, blz. 28.

(9) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(10) PB L 205 van 3.8.1985, blz. 5.

(11) PB L 337 van 24.12.1994, blz. 66.

BIJLAGE

De autoriteiten van de lidstaten die bevoegd zijn om de lijst van de marktdeelnemers en de afgezette hoeveelheden vast te stellen, zijn voor

België

Belgisch Interventie- en Restitutiebureau/Bureau d'intervention et de restitution belge Trierstraat 82/Rue de Trèves, 82 B - 1040 Brussel/Bruxelles

Denemarken

Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri Direktoratet for Fødevareerhverv; Eksportstøttekontoret Kampmannsgade 3 DK - 1780 København V

Duitsland

Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung Referat 322 Adickesallee, 40 D - 60322 Frankfurt am Main

Griekenland

Ministry of Agriculture

GEDIDAGEP

Directorate Fruits and Vegetables, Wine and Industrial Products 241, Acharnon Street GR - 10446

Spanje

Ministerio de Economía Secretaría General de Comercio Exterior Paseo de la Castellana, 162 E - 28046 Madrid

Frankrijk

Office de développement de l'économie agricole des départements d'outre-mer (ODEADOM) 31, Quai de Grenelle F - 75738 Paris Cedex 15

Ierland

Department of Agriculture and Rural Development Horticulture Division Agriculture House (7W)

Kildare Street

Dublin 2 Ireland

Italië

Ministero del Commercio con l'estero DG Politica commerciale e gestione regime scambi - Div. II Viale Boston, 25 I - 00144 Roma

Luxemburg

Ministère de l'agriculture/Administration des services techniques de l'agriculture Service de l'horticulture 16, Route d'Esch Boîte postale 1904 L - 1014 Luxembourg

Nederland

Produktschap Tuinbouw Louis Pasteurlaan 6 Postbus 280 2700 AG Zoetermeer Nederland

Oostenrijk

Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft, Umwelt und Wasserwirtschaft Abteilung III 5 - Handelspolitik und Außenhandel Stubenring 1 A - 1012 Wien

Portugal

Ministério da Economia

Direcção-Geral das Relações Económicas Internacionais

Direcção de Serviços de Licenciamento do Comércio Externo Avenida da República, 79 P - 1069-059 Lisboa

Finland

Registratie van de marktdeelnemers Maa- ja Metsätalousministeriö Hallituskatu 3a , Valtioneuvosto PL 30 FIN - 00023 Helsinki

Certificaten afgegeven door: Tullihallitus Erottajankatu 2 PL 512 FIN - 00101 Helsinki

Zweden

Jordbruksverket Vallgatan 8-10 S - 551 82 Jönköping

Verenigd Koninkrijk

Intervention Board External Trade Division Lancaster House

Hampshire Court

Newcastle Upon Tyne NE99 1AW United Kingdom

Top