This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32001D0811
2001/811/EC: Commission Decision of 21 November 2001 on a Community financial contribution to cover expenditure incurred by Austria, Portugal and Finland for the purpose of combating organisms harmful to plants or plant products (notified under document number C(2001) 3684)
2001/811/EG: Beschikking van de Commissie van 21 november 2001 tot vaststelling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven ter bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 3684)
2001/811/EG: Beschikking van de Commissie van 21 november 2001 tot vaststelling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven ter bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 3684)
PB L 306 van 23.11.2001, p. 25–27
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
2001/811/EG: Beschikking van de Commissie van 21 november 2001 tot vaststelling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven ter bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 3684)
Publicatieblad Nr. L 306 van 23/11/2001 blz. 0025 - 0027
Beschikking van de Commissie van 21 november 2001 tot vaststelling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven ter bestrijding van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (kennisgeving geschied onder nummer C(2001) 3684) (Slechts de tekst in de Duitse, Finse en Portugese taal is authentiek) (2001/811/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen(1) (hierna "de richtlijn"), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/33/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 23, Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig de richtlijn kunnen lidstaten in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de uitgaven die rechtstreeks voortvloeien uit de noodzakelijke maatregelen die zijn getroffen of worden overwogen met het oog op de bestrijding van schadelijke organismen die uit een derde land of uit een ander gebied van de Gemeenschap zijn binnengebracht, om deze organismen uit te roeien of, als dat niet mogelijk is, de verspreiding ervan tegen te gaan. (2) Oostenrijk, Portugal en Finland hebben binnen de daarvoor in de richtlijn vastgestelde termijn verzocht om toekenning van een dergelijke financiële bijdrage van de Gemeenschap. (3) Oostenrijk, Portugal en Finland hebben elk een actieprogramma opgesteld om voor planten schadelijke organismen die op hun grondgebied worden binnengebracht, uit te roeien. In deze programma's zijn de te verwezenlijken doelstellingen, de uit te voeren maatregelen, alsmede de duur en de kosten van de maatregelen vastgelegd zodat de Gemeenschap kan bijdragen in de financiering ervan. (4) In afwijking van de vaste praktijk om uitroeiingsprogramma's in te dienen met maatregelen die gedurende een of meer jaren plaatsvinden, heeft Portugal om technische redenen een programma voor de uitroeiing van Bursaphelenchus xylophilus ingediend dat bestaat uit maatregelen die worden uitgevoerd in de eerste 18 maanden van het uitroeiingsprogramma. (5) De financiële bijdrage van de Gemeenschap kan ten hoogste 50 % van de voor steun in aanmerking komende uitgaven dekken. Met uitzondering van de programma's waarvoor een degressieve bijdrage wordt toegekend, is de financiële bijdrage van de Gemeenschap in het kader van deze beschikking in het algemeen vastgesteld op 50 %, waarbij moet worden aangetekend dat alle programma's op voet van gelijkheid zijn behandeld. (6) Voor bepaalde programma's is overeenkomstig artikel 23, lid 5, derde alinea van de richtlijn een verlenging met een, twee of drie jaar toegestaan van de periode waarin de uitroeiingsmaatregelen moeten plaatsvinden, aangezien na bestudering van de situatie is geconcludeerd dat de doelstelling van bovengenoemde uitroeiingsmaatregelen in een dergelijke verlengde periode waarschijnlijk kan worden verwezenlijkt. (7) De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de programma's die meer dan twee jaar lopen en die onder deze beschikking vallen, is degressief, met name de jaarlijkse bijdrage in het vierde, vijfde en zesde jaar van het Portugese programma voor de uitroeiing van Ralstonia, en in het derde, vierde en vijfde jaar van het Portugese programma voor de uitroeiing van het tomatenbronsvlekkenvirus/tomatengeelkrulbladvirus. (8) De door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven die voor deze beschikking in aanmerking zijn genomen, vloeien rechtstreeks voort uit de in artikel 23, lid 2, onder a), en in artikel 23, lid 2, onder b), van de richtlijn bedoelde maatregelen. (9) Dankzij de door Oostenrijk, Portugal en Finland verstrekte technische informatie heeft de Commissie de situatie nauwkeurig en volledig kunnen onderzoeken. De informatie is ook nauwkeurig bestudeerd door het Permanent Plantenziektekundig Comité. (10) De in artikel 2 bedoelde bijdrage laat een mogelijke bijdrage voor andere bestaande of toekomstige maatregelen die noodzakelijk zijn voor het uitroeien of bestrijden van de betrokken schadelijke organismen, onverlet. (11) Deze beschikking laat de resultaten van de door de Commissie krachtens artikel 24 van de richtlijn uit te voeren controles, waarbij wordt nagegaan of het binnenbrengen van de betrokken schadelijke organismen toe te schrijven is aan gebrekkige onderzoeken of inspecties, en de consequenties van deze controles onverlet. (12) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De toekenning van een financiële bijdrage van de Gemeenschap in de door Oostenrijk, Portugal en Finland gedane uitgaven die rechtstreeks voortvloeien uit noodzakelijke maatregelen als bedoeld in artikel 23, lid 2, van Richtlijn 2000/29/EG, ter bestrijding van de organismen waarop de in de bijlage bij deze beschikking genoemde uitroeiingsprogramma's waren gericht, wordt goedgekeurd. Artikel 2 1. De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage bedraagt in totaal 860422 EUR. 2. De maximale financiële bijdragen van de Gemeenschap per uitroeiingsprogramma en per uitvoeringsjaar staan vermeld in de bijlage bij deze beschikking. 3. De som van de maximale financiële bijdragen van de Gemeenschap aan de betrokken lidstaten bedraagt: - 71375 EUR voor Oostenrijk, - 732624 EUR voor Portugal, - 56423 EUR voor Finland. Artikel 3 1. Afhankelijk van de controles door de Commissie overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2000/29/EG, wordt de financiële bijdrage van de Gemeenschap pas betaald als aan de Commissie bewijsstukken zijn voorgelegd over het vóórkomen en de uitroeiing van de in artikel 1 genoemde schadelijke organismen. 2. De in lid 1 bedoelde bewijsstukken moeten het volgende omvatten: a) algemene informatie over het verschijnen het betrokken schadelijke organisme, met inbegrip van de datum waarop de aanwezigheid ervan werd vermoed of bevestigd en bijzonderheden over de vermoedelijke oorsprong ervan; b) een beschrijving van het uitroeiingsprogramma met inbegrip van de genomen of geplande maatregelen en de verwachte duur ervan en, in voorkomend geval, het toezichtprogramma; behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen, mag de looptijd niet meer dan twee jaar bedragen; c) een verslag over de inspecties, tests en andere maatregelen die hebben plaatsgevonden om na te gaan of en in welke mate er sprake is van besmetting met het betrokken schadelijke organisme; d) een lijst van bedrijven waar planten en plantaardige producten zijn gedestrueerd, met vermelding van: - de plaats en het adres van het bedrijf, - de hoeveelheid gedestrueerde planten en plantaardige producten, e) een lijst van begunstigden en hun adres en de betalingen (exclusief BTW en heffingen) die zijn of moeten worden verricht voor de uitvoering van de nodige maatregelen; f) een kopie van de kennisgeving van het verschijnen overeenkomstig artikel 16, lid 1, of artikel 16, lid 2, van de richtlijn; g) een overzichtstabel van de verrichte inspecties en analyses, met vermelding van o.a. de datum, de methode en de kosten per eenheid; h) het officiële verzoek om destructie en het officiële certificaat, met een beschrijving van de destructie- en/of desinfectiemethoden; i) bewijzen voor de bovengenoemde betalingen. Artikel 4 Deze Beschikking is gericht tot de Republiek Oostenrijk, de Republiek Portugal en de Republiek Finland. Gedaan te Brussel, 21 november 2001. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. (2) PB L 127 van 9.5.2001, blz. 42. BIJLAGE UITROEIINGSPROGRAMMA'S Legenda: a - Jaar van uitvoering van het uitroeiingsprogramma >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL>