This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32001D0742
2001/742/EC: Council Decision of 16 October 2001 authorising the Federal Republic of Germany to conclude with the Czech Republic an agreement containing measures derogating from Articles 2 and 3 of the Sixth Directive 77/388/EEC on the harmonisation of the laws of the Member States relating to turnover taxes
2001/742/EG: Beschikking van de Raad van 16 oktober 2001 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting
2001/742/EG: Beschikking van de Raad van 16 oktober 2001 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting
PB L 278 van 23.10.2001, p. 30–31
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.
2001/742/EG: Beschikking van de Raad van 16 oktober 2001 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting
Publicatieblad Nr. L 278 van 23/10/2001 blz. 0030 - 0031
Beschikking van de Raad van 16 oktober 2001 waarbij de Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten waarin bepalingen voorkomen die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake omzetbelasting (2001/742/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gezien de Zesde Richtlijn van de Raad 77/388/EEG van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag(1), hierna: "de zesde BTW-richtlijn" te noemen, met name artikel 30, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Krachtens artikel 30 van de zesde BTW-richtlijn kan de Raad met algemene stemmen op voorstel van de Commissie een lidstaat machtigen met een niet-lidstaat of een internationale organisatie een overeenkomst te sluiten die bepalingen bevat die van de genoemde richtlijn afwijken. (2) Bij schrijven dat door het secretariaat-generaal van de Commissie op 18 oktober 2000 werd geregistreerd, heeft de Duitse overheid verzocht te worden gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten betreffende de bouw van een grensbrug tussen de genoemde overeenkomstsluitende staten. (3) De overeenkomst bevat bepalingen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde die afwijken van de artikelen 2 en 3 van de zesde BTW-richtlijn wat betreft de levering van goederen en diensten voor de bouw, de reparatie en de renovatie van de grensbrug enerzijds en de invoer van goederen voor de bouw of het onderhoud van deze brug anderzijds. (4) De andere lidstaten zijn op 2 februari 2001 van het Duitse verzoek in kennis gesteld. (5) Indien geen afwijkingen worden toegestaan, zouden de bouw, de reparatie en de renovatie op Duits grondgebied aan belasting over de toegevoegde waarde in Duitsland zijn onderworpen terwijl dergelijke werkzaamheden op Tsjechisch grondgebied buiten het toepassingsgebied van de zesde BTW-richtlijn zouden vallen. Bovendien zou elke invoer uit Tsjechië in Duitsland van goederen die bestemd zijn voor de bouw en het onderhoud van de grensbrug in Duitsland aan de belasting over de toegevoegde waarde zijn onderworpen. (6) Deze afwijkingen hebben ten doel de belastingvoorschriften voor de betrokken aannemers te vereenvoudigen. (7) Deze afwijkingen zullen slechts een onbeduidend effect hebben op de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde van de Europese Gemeenschappen, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 De Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd met de Tsjechische Republiek een overeenkomst te sluiten over de bouw van een grensbrug te Furth im Wald-Schafberg/Folmava/Vollmau, ten dele op het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland en ten dele op het grondgebied van de Tsjechische Republiek, die de Duitse federale autoweg B20 richting oosten met de Tsjechische nationale autoweg I/26 richting westen verbindt. De overeenkomst bevat bepalingen die van de zesde BTW-richtlijn afwijken. De afwijkende bepalingen van deze overeenkomst zijn in de artikelen 2 en 3 uiteengezet. Artikel 2 In afwijking van artikel 3 van de zesde BTW-richtlijn worden de bouwplaats van de in artikel 1 van deze beschikking bedoelde grensbrug en, na voltooiing daarvan, de grensbrug zelf, voorzover deze zich op het soevereine grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland bevinden, geacht deel uit te maken van het soevereine grondgebied van de Tsjechische Republiek wat de levering van goederen en diensten voor de bouw, de reparatie en de renovatie van deze brug betreft. Artikel 3 In afwijking van artikel 2, lid 2, van de zesde BTW-richtlijn wordt de invoer in Duitsland van goederen uit de Tsjechische Republiek niet aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen voorzover deze goederen worden gebruikt voor de bouw en het onderhoud van de in artikel 1 van deze beschikking bedoelde grensbrug. Deze afwijking is echter niet van toepassing op de invoer van goederen voor dit doel door een overheidsdienst. Artikel 4 Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland. Gedaan te Luxemburg, 16 oktober 2001. Voor de Raad De voorzitter D. Reynders (1) PB L 145 van 13.6.1977, blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/4/EG (PB L 22 van 24.1.2001, blz. 17).