Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000L0024

    Richtlijn 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000 houdende wijziging van de bijlagen van de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit

    PB L 107 van 4.5.2000, p. 28–37 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2000/24/oj

    32000L0024

    Richtlijn 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000 houdende wijziging van de bijlagen van de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit

    Publicatieblad Nr. L 107 van 04/05/2000 blz. 0028 - 0037


    Richtlijn 2000/24/EG van de Commissie

    van 28 april 2000

    houdende wijziging van de bijlagen van de Richtlijnen 76/895/EEG, 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen, levensmiddelen van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976 betreffende de vaststelling van de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/41/EG(2), en met name op artikel 5,

    Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/71/EG van de Commissie(4), en met name op artikel 10,

    Gelet op Richtlijn 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong(5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/71/EG, en met name op artikel 10,

    Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit(6), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/71/EG, en met name op artikel 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Voor granen en producten van plantaardige oorsprong, inclusief groenten en fruit, zijn als maximumresidugehalten de gehalten vastgesteld die worden bereikt bij toepassing van de voor een doeltreffende bescherming van de gewassen nodige minimumhoeveelheden aan bestrijdingsmiddelen op zodanige wijze dat de hoeveelheid residu zo laag mogelijk wordt gehouden en toxicologisch aanvaardbaar is, vooral uit een oogpunt van milieubescherming en geschatte dagelijkse inname via de voeding. Voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong zijn de maximumresidugehalten gebaseerd op het verbruik van granen en producten van plantaardige oorsprong die zijn behandeld met bestrijdingsmiddelen die residuen opleveren in dieren en dierlijke producten, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met de rechtstreekse gevolgen van het gebruik van diergeneesmiddelen.

    (2) De maximumresidugehalten worden vastgesteld op de ondergrens van analystische bepaling in gevallen waarin de toegelaten toepassing van gewasbeschermingsmiddelen geen detecteerbare gehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op het levensmiddel oplevert, of wanneer voor geen enkele toepassing een toelating bestaat, of wanneer de door de lidstaten toegestane toepassingen niet met de nodige gegevens zijn onderbouwd, of nog wanneer toepassingen in derde landen die residuen opleveren in of op levensmiddelen die op de markt van de Gemeenschap in het vrije verkeer worden gebracht, niet met dergelijke gegevens zijn onderbouwd.

    (3) De maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen moeten voortdurend opnieuw worden bekeken. De gehalten moeten kunnen worden aangepast om rekening te houden met nieuwe informatie en gegevens.

    (4) Aramiet, barban, chloorbenzilaat, chloorfenson, chlooroxuron, chloorbenzide, 1,1-dichloor-2,2-bis (4-ethylfenyl-) ethaan en diallaat worden of mogen in de Gemeenschap niet langer worden toegepast. De residuen van aramiet en chloorfenson zijn bij Richtlijn 85/528/EEG van de Raad(7) uit bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG geschrapt, maar zijn inmiddels nog niet toegevoegd aan de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG. De residuen van chloorbenzide en 1,1-dichloor-2,2-bis (4-ethylfenyl-) ethaan bij Richtlijn 93/58/EEG van de Raad(8) uit bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG zijn geschrapt, maar zijn inmiddels nog niet toegevoegd aan de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG. Al deze residuen moeten worden opgenomen in de bijlagen bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG ten einde te zorgen voor een degelijke bewaking van en controle op de toepassing daarvan en teneinde de consument te beschermen.

    (5) In de Gemeenschap bestaan nog steeds beperkte toelatingen voor chloorbufam en methoxychloor. De toegelaten toepassingen zullen naar verwachting geen aanleiding geven tot detecteerbare residuen in levensmiddelen. Voor deze residuen zijn maximumgehalten vastgesteld in bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG.

    (6) Voor het bepalen van maximumresidugehalten voor barban, chloorbufam, chloorbenzilaat, chlooroxuron, diallaat en methoxychloor moeten op communautair niveau bepalingen van Richtlijn 76/895/EEG worden overgeheveld naar de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG. Sommige van die bepalingen moeten worden aangepast in het licht van de technische en wetenschappelijke ontwikkelingen en op nationaal en communautair niveau dienen aanpassingen te gebeuren wat betreft de toelating en de toepassingen van deze producten.

    (7) De communautaire maximumresidugehalten en de in de Codex Alimentarius aanbevolen gehalten worden volgens analoge procedures vastgesteld en geëvalueerd. Behalve voor chloorbenzilaat zijn geen Codes-maximumresidugehalten voor de onder deze richtlijn vallende werkzame stoffen vastgesteld. De Codex-maximumresidugehalten voor chloorbenzilaat zijn ingetrokken(9). De kans bestaat dat voor in het kader van in derde landen verstrekte toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen grotere hoeveelheden bestrijdingsmiddelen op kortere oogstwachttijden nodig kunnen zijn dan in de Gemeenschap, en derhalve hogere residugehalten. De handelspartners van de Gemeenschap zijn via de Wereldhandelsorganisatie geraadpleegd over de in deze richtlijn vastgestelde gehalten en hun opmerkingen betreffende deze gehalten zijn door het Permanent Plantenziektekundig Comité onderzocht en besproken. De Europese Gemeenschap zal nagaan op basis van aan haar voorgelegde acceptabele gegevens of het mogelijk is voor specifieke bestrijdingsmiddel/gewas-combinaties toleranties vast te stellen voor maximumresidugehalten bij ingevoerde producten.

    (8) De mogelijkheid bestaat dat de bij deze richtlijn vastgestelde maximumresidugehalten opnieuw moeten worden bezien in het kader van een reëvaluatie van de werkzame stoffen waarin is voorzien in het werkprogramma dat is vastgesteld bij artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(10), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 1999/80/EG van de Commissie(11).

    (9) Het maximumresidugehalte voor cartap in thee op basis van de in de Codex Alimentarius vervatte informatie is bij de communautaire regelgeving vastgesteld op 20 mg/kg. De 29e vergadering van het Codex-comité voor residuen van bestrijdingsmiddelen heeft aanbevolen alle maximumresidugehalten voor deze werkzame stof te schrappen(12).

    (10) Een gebrek aan duidelijkheid in de omschrijving van de GN-codes in bijlagen I en II van Richtlijn 86/363/EEG heeft problemen opgeleverd voor wat betreft de indeling van de monsters voor de procedure van kennisgeving op grond van artikel 7 van Richtlijn 86/363/EEG.

    (11) Het gebruik van DDT als gewasbeschermingsmiddel is in de Gemeenschap niet toegestaan. Het maximumresidugehalte voor DDT in vogeleieren en eigeel is in de communautaire regelgeving bij Richtlijn 93/57/EEG van de Raad(13) vastgesteld op 0,1 mg/kg om rekening te houden met de mogelijkheid dat residuele milieuverontreiniging kan leiden tot DDT-residuen in eieren. Uit controles op DDT in eieren in de lidstaten van de Gemeenschap en in Noorwegen blijkt dat dit maximumgehalte kan worden verlaagd.

    (12) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage II bij Richtlijn 76/895/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. In de tabel worden alle gegevens betreffende chloorbenzilaat, chlooroxuron en methoxychloor weggelaten.

    2. De groep "barban, chloorprofam, chloorbufam" wordt vervangen door "chloorprofam".

    3. De groep "diallaat, triallaat" wordt vervangen door "triallaat".

    Artikel 2

    Richtlijn 86/362/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    In deel A van bijlage II bij Richtlijn 86/362/EEG worden de volgende residuen van bestrijdingsmiddelen toegevoegd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 3

    Richtlijn 86/363/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. In deel A van bijlage II worden de volgende residuen van bestrijdingsmiddelen toegevoegd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. In deel B van bijlage II worden de volgende residuen van bestrijdingsmiddelen toegevoegd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    3. In bijlage I wordt de tekst in de kolom "Omschrijving" die correspondeert met GN-code ex0208 vervangen door "Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren, van tamme duiven, van tamme konijnen en van wild".

    4. In deel A en deel B van bijlage II wordt in de kolom "vlees" de vermelding "ex 0201" vervangen door de vermelding ">RUIMTE VOOR DE TABEL>

    0201".

    5. In deel A van bijlage II wordt in de kolom betreffende vogeleieren en eigeel voor DDT de waarde 0,1 mg/kg vervangen door de waarde 0,05 mg/kg.

    Artikel 4

    Richtlijn 90/642/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. Aan bijlage II worden de volgende residuen van bestrijdingsmiddelen toegevoegd:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    2. In de Duitse tekst wordt in bijlagen I en II in de groep "2.5(a) Salat. u. ä" de term "Kopfsalat" vervangen door "Salat".

    3. In de Nederlandse tekst wordt in de bijlagen I en II in de groep "2.5(a) Sla en dergelijke", de term "Kropsla/ijsbergsla" vervangen door "Sla".

    4. In bijlage II wordt het maximumbehalte voor residuen van Cartap in thee (gedroogde bladeren en stengels, al dan niet gefermenteerd, van Camellia sinensis) vastgesteld op 0,1 (*) mg/kg ((*) geeft de ondergrens van analytische bepaling aan).

    Artikel 5

    1. Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    2. De wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen worden uiterlijk op 31 december 2000 door de lidstaten vastgesteld en bekendgemaakt. De lidstaten stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    3. De lidstaten passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2001.

    4. Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 6

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 28 april 2000.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 340 van 9.12.1976, blz. 26.

    (2) PB L 184 van 12.7.1997, blz. 33.

    (3) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37.

    (4) PB L 194 van 27.7.1999, blz. 36.

    (5) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 43.

    (6) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71.

    (7) PB L 234 van 9.8.1982, blz. 1.

    (8) PB L 211 van 23.8.1993, blz. 6.

    (9) Alinorm 93/24A.

    (10) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (11) PB L 210 van 10.8.1999, blz. 13.

    (12) Alinorm 97/24A, bijlage II.

    (13) PB L 211 van 23.8.1993, blz. 1.

    Top