Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0474

    2000/474/EG: Besluit van de Raad van 17 juli 2000 betreffende de bijdrage van de Gemeenschap aan het "Internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau"

    PB L 187 van 26.7.2000, p. 45–46 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/474/oj

    32000D0474

    2000/474/EG: Besluit van de Raad van 17 juli 2000 betreffende de bijdrage van de Gemeenschap aan het "Internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau"

    Publicatieblad Nr. L 187 van 26/07/2000 blz. 0045 - 0046


    Besluit van de Raad

    van 17 juli 2000

    betreffende de bijdrage van de Gemeenschap aan het "Internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau"

    (2000/474/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 308,

    Gelet op het voorstel van de Commissie,

    Gelet op het advies van het Europees Parlement(1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Het puin van de bruggen over de Donau die tijdens het conflict in Kosovo werden verwoest, en het risico van onontploft oorlogsmateriaal, verhinderen de scheepvaart op de Donau tussen kilometer 1253 en 1258; de daaruit voortvloeiende onderbreking van de scheepvaart over de Donau heeft ernstige economische en milieugevolgen voor de gehele regio gehad, met name voor alle oeverstaten.

    (2) De Donau-commissie, een intergouvernementele instelling, opgericht bij het Verdrag van Belgrado van 1948, is verantwoordelijk voor de scheepvaart op de Donau; de lidstaten van de Donau-commissie hebben op hun buitengewone zitting in Boedapest op 25 januari 2000 een projectvoorstel "Vrijmaken van de vaargeul van de Donau" aangenomen, welk voorstel de Donau-commissie vervolgens aan de Commissie in overweging heeft gegeven; het projectvoorstel omvat het herstel van een navigatiekanaal door verwijdering van het puin en onontploft oorlogsmateriaal, gevolgd door het herstel van de rivierbedding van de Donau in het betrokken gebied.

    (3) Met het oog op de tenuitvoerlegging van dit project heeft de Donau-commissie in Wenen een "Internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau" opgericht; dit international fonds wordt door de Donau-commissie beheerd in overeenstemming met het doel van het fonds zoals in het reglement omschreven, en volledig in overeenstemming met het desbetreffende financiële en aanbestedingsbeleid van de Gemeenschap en met de sanctieregeling die van toepassing is op de Federale Republiek Joegoslavië.

    (4) De Gemeenschap heeft ingestemd met een bijdrage tot 85 % van de totale geschatte projectkosten, met een maximum van 22 miljoen euro, waarbij het resterende gedeelte door de Donau-commissie en haar lidstaten wordt bijgedragen.

    (5) De bijdrage van de Gemeenschap zal in het internationaal fonds worden gestort; de bijdrage van de Gemeenschap aan het internationaal fonds wordt door de Donau-commissie beheerd overeenkomstig de principes van gezond en efficiënt beheer.

    (6) De onder dit besluit vallende maatregelen passen in het kader van de inspanningen van de Gemeenschap om de gevolgen van het conflict in Kosovo te verzachten en zijn noodzakelijk om een van de doelstellingen van de Gemeenschap te bereiken. Het Verdrag voorziet voor de betrokken maatregelen niet in andere bevoegdheden dan die welke in artikel 308 zijn neergelegd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1. De Gemeenschap draagt aan het door de Donau-commissie opgerichte internationaal fonds voor het vrijmaken van de vaargeul van de Donau, overeenkomstig het reglement van dit fonds, een bedrag bij tot een maximum van 22 miljoen euro, ter dekking van maximaal 85 % van de totale geschatte projectkosten, te betalen in het jaar 2000, voor de tenuitvoerlegging van het project "Vrijmaken van de vaargeul van de Donau".

    2. Deze bijdrage aan het internationaal fonds, die gedaan zal worden door middel van een briefwisseling tussen de Europese Commissie en de Donau-commissie, wordt beheerd overeenkomstig het Financieel Reglement(2) van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, met bijzondere aandacht voor de principes van gezond en efficiënt beheer.

    3. Voor de bijdrage van de Gemeenschap geldt de voorwaarde dat de Donau-commissie bij het beheer van het internationaal fonds en de tenuitvoerlegging van het in bovenstaand lid 1 bedoelde project volledig handelt in overeenstemming met de aanbestedingsregels van de Gemeenschap en met de sanctieregeling van de Gemeenschap zoals die van toepassing is op de Federale Republiek Joegoslavië.

    4. Het aanbestedingsbeleid en de aanbestedingsregels voorzien in deelname aan uitnodigingen tot inschrijving en contracten, die op gelijke voorwaarden openstaan voor alle natuurlijke en rechtspersonen in de lidstaten van de Europese Unie, in de door de OBNOVA- en PHARE-verordeningen van de Gemeenschap begunstigde staten, en in Moldavië, Rusland en Oekraïne. Onverminderd lid 5 kan de wettige vertegenwoordiger van het internationaal fonds in uitzonderlijke omstandigheden, indien de vereiste goederen en diensten niet in deze landen op economisch gunstige voorwaarden kunnen worden verkregen, de deelname aan uitnodigingen tot inschrijving open stellen voor, en contracten sluiten met, onderdanen en bedrijven van derde landen.

    5. De werkzaamheden van het internationaal fonds en de tenuitvoerlegging van het project dienen te voldoen aan de sanctieregeling van de Gemeenschap voor de Federale Republiek Joegoslavië, en met name aan het verbod op het beschikbaar stellen van middelen aan de Federale Republiek Joegoslavië en de Republiek Servië, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1294/1999 van de Raad van 15 juni 1999 inzake de bevriezing van middelen en een verbod op investeringen ten aanzien van de Federale Republiek Joegoslavië (FRJ)(3).

    Artikel 2

    1. De Commissie zal alle relevante informatie verstrekken aan de Rekenkamer en zal de Donau-commissie eventueel verzoeken om aanvullende informatie die de Rekenkamer wenst te ontvangen met betrekking tot de financiële werking van het internationaal fonds.

    2. Wat bijdragen van de Gemeenschap betreft, voorzien alle financieringsovereenkomsten of contracten die gesloten worden krachtens het internationaal fonds in controles ter plaatse door de Commissie, OLAF en de Rekenkamer overeenkomstig de gebruikelijke procedures die door de Commissie zijn vastgelegd krachtens de geldende regels, en met name die van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Gemeenschap.

    3. Daarnaast kan de Commissie, voorzover het bijdragen aan het internationaal fonds door de Gemeenschap betreft, controles en inspecties ter plaatse uitvoeren ter bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschappen tegen fraude en onregelmatigheden overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden(4) en Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen(5).

    Artikel 3

    De Commissie dient jaarlijks een voortgangsverslag betreffende de tenuitvoerlegging van het internationale fonds in bij het Europees Parlement en de Raad.

    Artikel 4

    Dit besluit wordt van kracht op de dag van de bekendmaking ervan.

    Gedaan te Brussel, 17 juli 2000.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    L. Fabius

    (1) Advies uitgebracht op 5 juli 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).

    (2) PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1. Financieel Reglement, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2548/98 van de Raad van 23 november 1998 (PB L 320 van 28.11.1998, blz. 1).

    (3) PB L 153 van 19.6.1999, blz. 63. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1147/2000 van de Commissie (PB L 129 van 30.5.2000, blz. 15).

    (4) PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

    (5) PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1 en corrigendum (PB L 36 van 10.2.1998, blz. 16).

    Top