Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000D0381

    2000/381/EG: Beschikking van de Commissie van 30 mei 2000 tot tweede verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1527) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 139 van 10.6.2000, p. 40–40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2000

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2000/381/oj

    32000D0381

    2000/381/EG: Beschikking van de Commissie van 30 mei 2000 tot tweede verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1527) (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 139 van 10/06/2000 blz. 0040 - 0040


    Beschikking van de Commissie

    van 30 mei 2000

    tot tweede verlenging van de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG betreffende maatregelen houdende verbod op het op de markt brengen van speelgoed- en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat bepaalde ftalaten bevat

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2000) 1527)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2000/381/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 92/59/EEG van de Raad van 29 juni 1992 inzake algemene productveiligheid(1), en met name op artikel 9,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Commissie heeft op 7 december 1999 Beschikking 1999/815/EG(2) ingevolge artikel 9 van Richtlijn 92/59/EEG goedgekeurd die vereist dat de lidstaten het op de markt brengen van speelgoed en kinderverzorgingsartikelen die bestemd zijn om door kinderen jonger dan drie jaar in de mond te worden gestopt en vervaardigd zijn van zacht PVC dat een of meer van de stoffen diisononylftalaat (DINP), diethylhexylftalaat (DEHP), dibutylftalaat (DBP), diisodecylftalaat (DIDP), di-n-octylftalaat (DNOP) en butylbenzylftalaat (BBP) bevat, verbieden.

    (2) De geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG was tot drie maanden beperkt, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/59/EEG. Dientengevolge loopt de geldigheidsduur van de beschikking af op 8 maart 2000.

    (3) Artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/59/EEG bepaalt dat de geldigheidsduur van de maatregelen vastgesteld op basis van artikel 9 van deze richtlijn beperkt is tot drie maanden, maar verlengd kan worden overeenkomstig dezelfde procedure als voorgeschreven voor de vaststelling van deze maatregelen.

    (4) Bij de vaststelling van Beschikking 1999/815/EG was voorzien dat de geldigheidsduur ervan zo nodig verlengd kon worden. De geldigheidsduur van de bij Beschikking 1999/815/EG op grond van artikel 9 van Richtlijn 92/59/EEG vastgestelde maatregelen werd bij Beschikking 2000/217/EG van de Commissie(3) voor nog eens drie maanden verlengd in overeenstemming met het bepaalde in artikel 11, lid 2, van genoemde richtlijn. Daarom zou de geldigheidsduur van de beschikking aflopen op 6 juni 2000.

    (5) De beweegredenen voor Beschikking 1999/815/EG en de eerste verlenging daarvan bij Beschikking 2000/217/EG zijn nog steeds geldig en het is daarom noodzakelijk om het verbod op het op de markt brengen van de producten in kwestie te handhaven.

    (6) Sommige lidstaten hebben Beschikking 1999/815/EG, zoals gewijzigd bij Beschikking 2000/217/EG, uitgevoerd door middel van maatregelen die van kracht zijn tot 6 juni 2000. Daarom is het noodzakelijk te waarborgen dat de geldigheidsduur van deze maatregelen wordt verlengd.

    (7) Het is daarom noodzakelijk de geldigheidsduur van Beschikking 1999/815/EG voor een tweede maal te verlengen teneinde te waarborgen dat alle lidstaten het in die beschikking bedoelde verbod handhaven. Overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Richtlijn 92/59/EEG kan de geldigheidsduur worden verlengd met een periode van drie maanden.

    (8) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor noodgevallen,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    In artikel 5 van Beschikking 1999/815/EG worden de woorden "6 juni 2000" vervangen door de woorden "drie maanden na de datum van kennisgeving(4)".

    Artikel 2

    De lidstaten nemen binnen een termijn van minder dan tien dagen na de kennisgeving de nodige maatregelen om aan deze beschikking te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 30 mei 2000.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 228 van 11.8.1992, blz. 24.

    (2) PB L 315 van 9.12.1999, blz. 46.

    (3) PB L 68 van 16.3.2000, blz. 62.

    (4) 31 mei 2000.

    Top