Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999Y1216(01)

    Initiatief van de Republiek Finland met het oog op de aanneming van het besluit van de Raad inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens

    PB C 362 van 16.12.1999, p. 6–7 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    31999Y1216(01)

    Initiatief van de Republiek Finland met het oog op de aanneming van het besluit van de Raad inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens

    Publicatieblad Nr. C 362 van 16/12/1999 blz. 0006 - 0007


    Initiatief van de Republiek Finland met het oog op de aanneming van het besluit van de Raad inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens

    (1999/C 362/05)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 34, lid 2, onder c),

    Gelet op het initiatief van de Republiek Finland,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    (1) Het actieplan ter bestrijdning van de georganiseerde criminaliteit werd door de Europese Raad van Amsterdam van 16 en 17 juni 1997 goedgekeurd(1); het actieplan bevatte met name aanbeveling 26, onder e), betreffende de verbetering van de samenwerking tussen de contactpunten die bevoegd zijn voor de ontvangst van uit hoofde van Richtlijn 91/308/EEG van de Rad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld(2) verrichte aangiften van verdachte transacties.

    (2) Alle lidstaten hebben financiële inlichtingeneenheden (FIE's) opgezet die in het kader van Richtlijn 91/308/EEG verkregen informatie moeten verzamelen en analyseren teneinde verbanden te leggen tussen verdachte of ongebruikelijke financiële transacties en achterliggende criminele activiteiten met het oog op de preventie en bestrijding van het witwassen van geld.

    (3) De verbetering van de mechanismen voor de uitwisseling van informatie tussen de FIE's is één van de doelstellingen die door de binnen de Multidisciplinaire Groep georganiseerde misdaad opgerichte Deskundigengroep witwassen erkend zijn, samen met de te verwachten verbetering van de uitwisseling van informatie tussen de FIE's en de onderzoeksautoriteiten in de lidstaten en de multidisciplinaire organisatie van de FIE's, die kennis van de financiële, de wetshandhavings- en de gerechtelijke sector omvat.

    (4) In de conclusies van de Raad van maart 1995 werd benadrukt dat de versterking van systemen voor de bestrijding van het witwassen van geld afhankelijk is van een nauwere samenwerking tussen de verschillende autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van dit verschijnsel.

    (5) In het tweede verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van Richtlijn 91/308/EEG worden de moeilijkheden omschreven die de mededeling en uitwisseling van gegevens tussen bepaalde eenheden met een verschillende juridische status nog steeds lijken te verhinderen.

    (6) De bij de bestrijding van het witwassen van geld betrokken autoriteiten van de lidstaten moeten nauw samenwerken en rechtstreekse communicatie tussen deze autoriteiten moet mogelijk worden gemaakt.

    (7) De lidstaten hebben terzake reeds met goed gevolg regelingen getroffen die voornamelijk gebaseerd zijn op de beginselen in het modelmemorandum van overeenstemming dat wordt voorgesteld door het informele wereldwijde netwerk van FIE's - de Egmont-groep,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    1. De lidstaten zorgen ervoor dat de financiële inlichtingeneenheden (FIE's) die zijn opgezet of aangewezen om financiële informatie ter bestrijding van het witwassen van geld te ontvangen, samenwerken om informatie te verzamelen, te analyseren en te onderzoeken.

    2. Daartoe zorgen de lidstaten ervoor dat de FIE''s, hetzij overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, hetzij overeenkomstig de onderling gesloten of te sluiten memoranda van overeenstemming, uit eigen beweging of op verzoek overgaan tot de uitwisseling van alle beschikbare gegevens die van belang kunnen zijn voor de verwerking of de analyse van informatie of het onderzoek door FIE's inzake financiële transacties die verband houden met het witwassen van geld en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen.

    Artikel 2

    De lidstaten zorgen ervoor dat de FIE's voldoen aan de volgende definitie: "Een centrale, nationale instantie die, ten behoeve van de bestrijding van het witwassen van geld verantwoordelijk is voor de ontvangst en, (voorzover toegestaan voor het opvragen) de analyse en de verspreiding onder de bevoegde autoriteiten van financiële informatie betreffende vermoedelijke opbrengsten van misdrijven en die krachtens een nationale wetgeving of regeling is vereist.".

    Artikel 3

    De lidstaten zorgen ervoor dat de FIE's bij de uitoefening van hun taken uit hoofde van dit besluit geen invloed ondervinden van de interne structuren van de lidstaten, ongeacht of dit administratieve, wethandhavings- of justitiële autoriteiten zijn.

    Artikel 4

    1. Elk verzoek uit hoofde van dit besluit gaat vergezeld van een beknopte samenvatting van de achterliggende feiten die de verzoekende FIE bekend zijn. Daarbij wordt aangegeven hoe de verlangde informatie zal worden gebruikt.

    2. Wanneer overeenkomstig dit besluit een verzoek wordt gedaan, verstrekt de aangezochte FIE alle relevante informatie, waaronder in het verzoek verlangde beschikbare financiële informatie en relevante wetshandhavingsgegevens, zonder dat hiervoor een formeel schriftelijk verzoek uit hoofde van toepasselijke verdragen of overeenkomsten tussen lidstaaten nodig is.

    3. Een FIE is niet verplicht informatie te verspreiden die een in de aangezochte lidstaat in uitvoering zijnd strafrechtelijk onderzoek aanmerkelijk kan schaden. Een dergelijke weigering wordt tegenover de verzoekende FIE op passende wijze toegelicht.

    Artikel 5

    1. Gegevens of documenten die uit hoofde van dit besluit verkregen zijn mogen alleen voor de verwerking en de analyse van gegevens binnen FIE's worden gebruikt.

    2. Voor het gebruik van in lid 1 bedoelde gegevens of documenten voor strafrechtelijk onderzoek moet de FIE die de informatie of de documenten heeft verstrekt, vooraf toestemming hebben gegeven.

    3. De FIE's nemen alle noodzakelijke maatregelen, met inbegrip van veiligheidsmaatregelen, om ervoor te zorgen dat de uit hoofde van de bepalingen van dit besluit verstrekte informatie niet toegankelijk is voor andere autoriteiten, instanties of diensten.

    4. Op de bescherming van de verstrekte gegevens zullen ten minste dezelfde regels inzake vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens van toepassing zijn als die van de nationale wetgeving van toepassing op de verzoeklende FIE.

    5. De verzoekende FIE voegt zich naar eventuele voorwaarden die aan het gebruik van de gegevens worden verbonden door de aangezochte FIE.

    Artikel 6

    1. FIE's mogen, binnen de grenzen van de toepasselijke nationale wetgeving en zonder dat er sprake is van een verzoek daartoe, terzake doende informatie uitwisselen.

    2. De verzendende FIE mag voorwaarden stellen aan het gebruik van in lid 1 bedoelde informatie door de ontvangende FIE. De ontvangende FIE is aan deze voorwaarden gebonden.

    3. Artikel 5 is van toepassing op krachtens dit artikel toegezonden informatie.

    Artikel 7

    De lidstaten zorgen voor en komen tot overeenstemming over passende en beschermde communicatiekanalen tussen FIE's.

    Artikel 8

    Dit besluit wordt uitgevoerd onverminderd de verplichtingen van de lidstaten ten aanzien van Europol, die zijn neergelegd in de Europaovereenkomst(3).De lidstaten zorgen ervoor dat hun FIE's deze verplichtingen overeenkomstig de toepasselijke nationale wetgeving nakomen.

    Artikel 9

    1. Voorzover de reeds tussen de autoriteiten van de lidstaten gesloten memoranda van overeenstemming verenigbaar zijn met de beaplingen van dit besluit, blijven zij van toepassing. Wanneer de bepalingen van dit besluit verder gaan dan de bepalingen van tussen de autoriteiten van de lidstaten gesloten memoranda van overeenstemming, komt dit besluit op ...(4) in de plaats van deze memoranda van overeenstemming.

    2. Wanneer de nationale wetgeving niet verenigbaar is met de bepalingen van dit besluit, wordt zij vóór ...(5)gewijzid.

    3. De Raad zal voor ...(6) beoordelen of de lidstaten het besluit naleven en kan besluiten om dergelijke beoordelingen op periodieke basis voort te zetten.

    Artikel 10

    Dit besluit treedt in werking op ...(7).

    Gedaan te ...

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    ...

    (1) PB. C 251 van 15.8.1997, blz. 1.

    (2) PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77.

    (3) PB C 316 van 27.11.1995, blz. 2.

    (4) Twee jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

    (5) Drie jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

    (6) ...

    (7) Datum van aanneming van dit besluit.

    Top