This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31999Y0302(01)
Communication from the Commission to the other institutions concerning the conversion into euro of the amounts provided for in the Staff Regulations
Mededeling van de Commissie aan de overige instellingen over de omrekening van de statutaire bedragen in euro
Mededeling van de Commissie aan de overige instellingen over de omrekening van de statutaire bedragen in euro
PB C 60 van 2.3.1999, p. 11–19
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
Mededeling van de Commissie aan de overige instellingen over de omrekening van de statutaire bedragen in euro
Publicatieblad Nr. C 060 van 02/03/1999 blz. 0011 - 0019
Mededeling van de Commissie aan de overige instellingen over de omrekening van de statutaire bedragen in euro (1999/C 60/09) SAMENVATTING Op 1 januari 1999 zijn de elementen voor de berekening van de bezoldingen en het pensioen (basissalaris, vergoedingen, bijdragen, belastingen, wisselkoersen enz.) en de andere geldelijke rechten impliciet in euro vastgesteld als gevolg van de volgende drie verordeningen: 1. Het statuut, zoals laatstelijk gewijzigd bij de jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen 1998 (besluit van de Raad van 17 december 1998), heeft deze elementen in Belgische frank vastgesteld met ingang van 1 juli 1998, tevens de referentiedatum voor de wisselkoersen ten opzichte van de Belgische frank. 2. De statuutswijziging betreffende de vaststelling van de geldelijke rechten in euro op 1 januari 1999 (besluit van de Raad van 12 november 1998) heeft deze elementen vervangen door hun equivalent in euro tegen de omrekeningskoers die van toepassing is met ingang van 1 januari 1999, tevens de nieuwe referentiedatum (1) voor de wisselkoersen ten opzichte van de euro. 3. De definitieve vaststelling van de omrekeningskoersen (ten opzichte van de euro) met ingang van 1 januari 1999 (besluit van de Raad van 31 december 1998). Voor de doorzichtigheid en rechtszekerheid is in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2458/98 van de Raad evenwel het volgende bepaald: "Op 1 januari 1999 gaat de Commissie, overeenkomstig deze verordening, over tot de omrekening in euro van de verschillende bedragen welke voorkomen in het statuut en in de regeling van toepassing op de andere personeelsleden, en tot de wijziging van de aanpassingscoëfficiënten welke voortvloeit uit de verandering van de wisselkoersen; de aldus berekende nieuwe bedragen en coëfficiënten worden in de loop van de maand januari 1999 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.". Hierna worden de statutaire bedragen in euro gegeven die vanaf 1 januari 1999 van toepassing zijn. 1. Maandelijkse salarissen a) De in artikel 66 van het statuut opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen wordt vervangen door de volgende tabel: >RUIMTE VOOR DE TABEL> b) - in artikel 1, lid 1, van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 6 691 BEF vervangen door 165,87 EUR; - in artikel 2, lid 1, van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 8 617 BEF vervangen door 213,61 EUR; - in artikel 69, tweede zin, van het statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 15 394 BEF vervangen door 381,61 EUR; - in artikel 3, eerste alinea, van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 7 701 BEF vervangen door 190,90 EUR; c) de in artikel 63 van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen wordt vervangen door de volgende tabel: >RUIMTE VOOR DE TABEL> d) het bedrag van de vaste vergoeding bedoeld in artikel 4 bis van bijlage VII van het statuut wordt vervangen door: - 99,55 EUR per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in rang C 4 of C 5; - 152,63 EUR per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in rang C 1, C 2 of C 3. 2. Aanpassingscoëfficiënten 2.1. Aanpassingscoëfficiënten voor de EU-landen 1. De in artikel 63, tweede alinea, van het statuut vermelde datum wordt vervangen door 1 januari 1999. Derhalve worden de nieuwe aanpassingscoëfficiënten bepaald door de verhouding tussen de economische pariteiten en de nieuwe wisselkoersen, beide uitgedrukt in euro, als bedoeld in artikel 63 van het statuut. Bij de jaarlijkse aanpassing met ingang van 1 juli 1999 wordt de datum in artikel 63, tweede alinea, van het statuut vervangen door 1 juli 1999. 2. De aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die werkzaam zijn in een van de hierna genoemde landen of standplaatsen, worden als volgt aangepast: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 3. De aanpassingscoëfficiënten voor de pensioenen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 82, lid 1, van het statuut. De artikelen 3 tot en met 10 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2175/88 (2) blijven van toepassing. 4. Overeenkomstig bijlage XI van het statuut kunnen deze aanpassingscoëfficiënten vóór 31 december 1999 worden gewijzigd bij een verordening van de Raad waarin nieuwe aanpassingscoëfficiënten worden vastgesteld met ingang van 1 juli 1999. Bijgevolg zullen de instellingen met terugwerkende kracht tussen de datum van inwerkingtreding en de datum van het aanpassingsbesluit voor 1999 overgaan tot de dienovereenkomstige positieve of negatieve aanpassing van de bezoldigingen van de betrokken ambtenaren en de pensioenen die worden uitbetaald aan gewezen ambtenaren en andere rechtverkrijgenden. Indien deze aanpassing met terugwerkende kracht een terugvordering van teveel ontvangen bedragen impliceert, kan deze worden gespreid over een periode van maximaal twaalf maanden na de datum van het aanpassingsbesluit voor 1999. 2.2. Aanpassingscoëfficiënten voor de bezoldigingen van ambtenaren die werkzaam zijn in derde landen De aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn in derde landen werden opnieuw berekend (zie bijlage) op grond van de verhouding tussen de geldende economische pariteiten en de nieuwe wisselkoersen van 1 januari 1999, uitgedrukt in euro. Voor de wijzigingen van de aanpassingscoëfficiënten die na 1 januari 1999 plaatsvinden, wordt opnieuw uitgegaan van de wisselkoers van de maand die voorafgaat aan de ingangsdatum van de nieuwe aanpassingscoefficiënten. Overeenkomstig artikel 13, eerste alinea, van bijlage X van het statuut stelt de Raad om de zes maanden de aanpassingscoëfficiënten vast. Derhalve stelt hij nieuwe aanpassingscoëfficiënten vast die van toepassing zijn vanaf 1 juli 1998. De instellingen verrichten nabetalingen ingeval de bezoldigingen als gevolg van deze aanpassingscoëfficiënten worden verhoogd. Voor de periode tussen 1 januari 1999 en de datum van het besluit van de raad tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn met ingang van 1 januari 1999, passen de instellingen een negatieve aanpassing met terugwerkende kracht toe als de bezoldigingen door deze aanpassingscoëfficiënten worden verlaagd. Aanpassingen met terugwerkende kracht die tot terugvordering van teveel geïnde bedragen leiden, kunnen evenwel slechts betrekking hebben op een periode van ten hoogste zes maanden vóór de datum van het besluit tot vaststelling van de aanpassingscoëfficiënten, en de terugvordering kan worden gespreid over een periode van ten hoogste twaalf maanden na deze datum. 3. Dagvergoedingen De tabel in artikel 10, lid 1, van bijlage VII van het statuut wordt vervangen door de volgende tabel: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 4. Toeslagen voor continu- of ploegendienst De bedragen van de toeslagen voor continu- of ploegendienst, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 (3), worden vervangen door 288,55, 435,52, 476,20 en 649,21 EUR. 5. Belastbaar gedeelte Artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 (4) komt te luiden: "Artikel 4 De belasting wordt over het door toepassing van artikel 3 verkregen belastbare bedrag, waarvan de eerste 19,91 EUR buiten beschouwing blijft, naar het volgende tarief berekend, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5: - 8,00 % over het gedeelte tussen 19,91 en 351,46 EUR, - 10,00 % over het gedeelte tussen 351,47 en 484,09 EUR, - 12,50 % over het gedeelte tussen 484,10 en 554,79 EUR, - 15,00 % over het gedeelte tussen 554,80 en 629,97 EUR, - 17,50 % over het gedeelte tussen 629,98 en 700,67 EUR, - 20,00 % over het gedeelte tussen 700,68 en 769,21 EUR, - 22,50 % over het gedeelte tussen 769,22 en 839,94 EUR, - 25,00 % over het gedeelte tussen 839,95 en 908,48 EUR, - 27,50 % over het gedeelte tussen 908,49 en 979,18 EUR, - 30,00 % over het gedeelte tussen 979,19 en 1 047,72 EUR, - 32,50 % over het gedeelte tussen 1 047,73 en 1 118,45 EUR, - 35,00 % over het gedeelte tussen 1 118,46 en 1 186,99 EUR, - 40,00 % over het gedeelte tussen 1 187,00 en 1 257,69 EUR, - 45,00 % over het gedeelte boven 1 257,70 EUR (5).". 6. Dienstreizen Artikel 13 van bijlage VII van het statuut wordt als volgt gewijzigd (6): 1. De tabel in lid 1, onder a), wordt vervangen door de volgende tabel: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 2. In lid 2 wordt de eerste zin vervangen door de volgende tekst: "2. Naast de bedragen in kolom I van de bovenstaande tabel wordt het bedrag van de hotelrekening, waarin de kamerprijs, het bedieningsgeld en de belastingen zijn begrepen doch niet de kosten van het ontbijt, vergoed tot een bedrag van ten hoogste 90,98 EUR voor België, 125,31 EUR voor Denemarken, 79,95 EUR voor Duitsland, 62,84 EUR voor Griekenland, 116,14 EUR voor Spanje, 79,57 EUR voor Frankrijk, 109,44 EUR voor Ierland, 122,58 EUR voor Italië, 81,93 EUR voor Luxemburg, 109,57 EUR voor die Nederland, 89,86 EUR voor Portugal, 106,72 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.". 7. Overige bedragen In artikel 74, lid 1, van het statuut wordt het bedrag van 8 000 BEF vervangendoor 198,31 EUR. In artikel 24, lid 3, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden worden de bedragen van 37 000 BEF en 22 000 BEF vervangen door respectievelijk 917,21 EUR en 545,37 EUR. In artikel 28 bis, lid 3, van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden worden de bedragen van 30 000 BEF en 60 000 BEF vervangen door respectievelijk 743,68 EUR en 1 487,36 EUR. In artikel 12, lid 3, van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 225 BEF vervangen door 5,58 EUR. In artikel 15 van bijlage VII van het statuut wordt het bedrag van 36 000 BEF vervangen door 892,42 EUR. (1) Met ingang van 1 januari 1999 wordt de datum van artikel 63, tweede alinea, van het statuut vervangen door 1 januari 1999. (2) PB L 191 van 22.7.1988, blz. 1. (3) PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1. Verordening aangevuld bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1307/89 (PB L 124 van 13.5.1987, blz. 6) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 2762/98 (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 1). (4) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (Euratom, EKGS, EG) nr. 2762/98. (5) De Commissie werkt aan een voorstel om de vergoedingen voor Finland, Oostenrijk en Zweden in dit artikel op te nemen. BIJLAGE >RUIMTE VOOR DE TABEL>