Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0080

    1999/80/EG: Beschikking van de Raad van 18 januari 1999 waarbij de Italiaanse Republiek gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van de artikelen 2 en 10 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    PB L 27 van 2.2.1999, p. 24–25 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2003: This act has been changed. Current consolidated version: 01/01/2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/80(1)/oj

    31999D0080

    1999/80/EG: Beschikking van de Raad van 18 januari 1999 waarbij de Italiaanse Republiek gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van de artikelen 2 en 10 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting

    Publicatieblad Nr. L 027 van 02/02/1999 blz. 0024 - 0025


    BESCHIKKING VAN DE RAAD van 18 januari 1999 waarbij de Italiaanse Republiek gemachtigd wordt tot toepassing van een maatregel die afwijkt van de artikelen 2 en 10 van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (1999/80/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting - gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (1), inzonderheid op artikel 27, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Raad krachtens artikel 27, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG, op voorstel van de Commissie en met eenparigheid van stemmen, elke lidstaat kan machtigen bijzondere, van de bepalingen van die richtlijn afwijkende maatregelen te treffen teneinde de belastingheffing te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen;

    Overwegende dat bij schrijven dat op 19 maart 1998 door de Commissie werd geregistreerd, de Italiaanse Republiek heeft verzocht om de invoering van een maatregel die afwijkt van de artikelen 2 en 10 van Richtlijn 77/388/EEG;

    Overwegende dat overeenkomstig artikel 27, lid 3, van Richtlijn 77/388/EEG de overige lidstaten op 17 april 1998 in kennis werden gesteld van het door de Italiaanse Republiek ingediende verzoek;

    Overwegende dat deze bijzondere maatregel in de eerste plaats ertoe strekt vrijstelling te verlenen, zonder recht op aftrek, voor de verkoop van schroot en andere stoffen voor hergebruik door ondernemingen die ofwel een vaste bedrijfszetel hebben en in het voorafgaande jaar een omzet behaalden van ten hoogste 2 miljard ITL (exclusief belastingen), ofwel niet over een vaste bedrijfszetel beschikken;

    Overwegende dat deze maatregel in de tweede plaats ertoe strekt aan ondernemingen die een vaste bedrijfszetel hebben en in het voorafgaande jaar een omzet behaalden van 150 miljoen ITL tot 2 miljard ITL, het recht te verlenen te opteren voor de normale belastingregeling;

    Overwegende dat de maatregel in de derde plaats ertoe strekt de verkoop van non-ferroschroot te onderwerpen aan opschorting van belasting, met recht van aftrek, ongeacht de omzet van de betrokken onderneming;

    Overwegende dat deze regeling een doeltreffend middel kan zijn ter bestrijding van de in deze sector om zich heen grijpende fraude;

    Overwegende dat de bijzondere regeling bijgevolg voldoet aan artikel 27 van Richtlijn 77/388/EEG;

    Overwegende dat de Commissie op 10 juli 1996 haar goedkeuring heeft gehecht aan een werkprogramma en een tijdschema voor de indiening van voorstellen, waarin zij voorziet in een geleidelijke en etappegewijze overgang naar een gemeenschappelijk BTW-stelsel voor de interne markt;

    Overwegende dat machtiging wordt verleend tot en met 31 december 2000, zodat op dat tijdstip de samenhang kan worden beoordeeld tussen deze afwijkende maatregel en de in het kader van het nieuwe gemeenschappelijke BTW-stelsel gekozen benadering;

    Overwegende dat deze afwijkende maatregel geen negatieve invloed zal hebben op de eigen middelen van de Europese Gemeenschappen uit de BTW,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Italiaanse Republiek wordt gemachtigd voor de handel in oude materialen en afvalstoffen van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000 een bijzondere belastingregeling toe te passen, welke afwijkingsbepalingen bevat op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977.

    De afwijkingsbepalingen van deze regeling worden nader omschreven in de artikelen 2 en 3 van deze beschikking.

    Artikel 2

    In afwijking op artikel 2, lid 1, van Richtlijn 77/388/EEG en onverlet het in artikel 3 bepaalde, geldt een vrijstelling van BTW voor de verkoop van oude materialen en afvalstoffen die met name bestaan uit oud papier, karton, lompen en glas, door ondernemingen die:

    - een vaste bedrijfszetel hebben en in het voorafgaande jaar een omzet behaalden van minder dan 2 miljard ITL,

    - of niet over een vaste bedrijfszetel beschikken.

    De onder het eerste streepje bedoelde ondernemingen waarvan de omzet in het voorafgaande jaar meer dan 150 miljoen ITL (exclusief belastingen) bedroeg, kunnen worden gemachtigd zich niet te onderwerpen aan deze verkoop onder de in de vorige alinea bedoelde bijzondere regeling.

    Artikel 3

    In afwijking op artikel 10, lid 2, van Richtlijn 77/388/EEG geldt voor de verkoop van non-ferroschroot, met inbegrip van schroot dat een eerste grove bewerking met minimale en eenvoudige technische middelen heeft ondergaan en zo tot grondvormen is gereduceerd, een regeling van opschorting van de betaling van BTW.

    Deze regeling van opschorting van betaling van belasting geldt eveneens voor de verkoop van oude materialen en afvalstoffen, andere dan non-ferroschroot, door belastingplichtigen die zowel in de sector non-ferroschroot als in die van de overige oude materialen actief zijn, voor zover de transacties voor non-ferroschroot geen bijkomstig karakter vertonen.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

    Gedaan te Brussel, 18 januari 1999.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    O. LAFONTAINE

    (1) PB L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/95/EG (PB L 338 van 28. 12. 1996, blz. 89).

    Top