EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0586

98/586/EG: Beschikking van de Commissie van 29 september 1998 houdende goedkeuring van het enig multiregionale programmeringsdocument voor de omschakeling van de activiteiten van defensie in de in Frankrijk onder doelstelling 2 vallende regio's (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2787) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

PB L 282 van 20.10.1998, p. 70–72 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/586/oj

31998D0586

98/586/EG: Beschikking van de Commissie van 29 september 1998 houdende goedkeuring van het enig multiregionale programmeringsdocument voor de omschakeling van de activiteiten van defensie in de in Frankrijk onder doelstelling 2 vallende regio's (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2787) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 282 van 20/10/1998 blz. 0070 - 0072


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 29 september 1998 houdende goedkeuring van het enig multiregionale programmeringsdocument voor de omschakeling van de activiteiten van defensie in de in Frankrijk onder doelstelling 2 vallende regio's (kennisgeving geschied onder nummer C(1998) 2787) (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek) (98/586/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (2), en met name op artikel 10, lid 1, laatste alinea,

Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's,

Overwegende dat de procedure voor de programmering van de structurele bijstandsverlening in het kader van doelstelling 2 is omschreven in artikel 9, leden 6 tot en met 10, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94; dat artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bepaalt dat de Commissie acties van technische bijstand kan medefinancieren;

Overwegende dat in artikel 10, lid 1, laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 is bepaald dat de Commissie, op basis van een enig programmeringsdocument dat door de lidstaat wordt voorgelegd, een enkele beschikking geeft die betrekking heeft op dit enig document en die zowel de in artikel 8, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bedoelde elementen als de in artikel 14, lid 3, laatste alinea, van die verordening bedoelde bijstandsverlening van de Fondsen omvat;

Overwegende dat de Franse regering op 18 april 1997 bij de Commissie het enig multiregionale programmeringsdocument voor de omschakeling van de activiteiten van defensie in de zones onder doelstelling 2 in Frankrijk heeft ingediend; dat de uitgaven in het kader van dit enig document vanaf genoemde datum voor bijstand in aanmerking komen;

Overwegende dat in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 1866/90 van de Commissie van 2 juli 1990 tot regeling van het gebruik van de ECU bij de besteding van de middelen van de Structuurfondsen (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2745/94 (5), is bepaald dat de in de beschikkingen van de Commissie tot goedkeuring van een enig programmeringsdocument de vastgestelde communautaire bijstand voor de gehele periode en de jaarlijkse verdeling ervan in ECU moeten luiden, tegen de prijzen van het jaar waarin de beschikking is gegeven, en dat deze worden geïndexeerd; dat deze jaarlijkse verdeling verenigbaar moet zijn met de in bijlage II van Verordening (EEG) nr. 2052/88; dat de indexering met één enkel percentage per jaar gebeurt, namelijk het percentage dat jaarlijks op de begroting van de Gemeenschap wordt toegepast en voortvloeit uit de voorschriften voor de technische aanpassing van de financiële vooruitzichten;

Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (6), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (7), is bepaald voor welke acties een financiële bijdrage uit het EFRO kan worden verleend;

Overwegende dat het enig programmeringsdocument met instemming van de betrokken lidstaat in het kader van het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde partnerschap is vastgesteld;

Overwegende dat een van de in dit enig programmeringsdocument bedoelde maatregelen voorziet in de medefinanciering van een steunregeling die nog niet door de Commissie is goedgekeurd; dat derhalve de betalingsverplichting met de op die maatregel betrekking hebbende bedragen dient te worden verlaagd totdat de betrokken steunregeling door de Commissie is goedgekeurd;

Overwegende dat artikel 9, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 bepaalt dat de lidstaten de Commissie passende financiële gegevens verstrekt om de controle op de inachtneming van het additionaliteitsbeginsel mogelijk te maken; dat de analyse, in het kader van het partnerschap, van de gegevens verstrekt door de Franse autoriteiten, deze controle nog niet heeft mogelijk gemaakt; dat het daarom passend is de betalingen op te schorten na het eerste voorschot voorzien in artikel 21, lid 2 van hoger vermelde verordening, totdat de Commissie de inachtneming van het additionaliteitsbeginsel gecontroleerd heeft;

Overwegende dat in artikel 1 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (8) laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2444/97 (9), is bepaald dat juridische verbintenissen die zijn aangegaan voor maatregelen waarvan de tenuitvoerlegging zich over meer dan één begrotingsjaar uitstrekt, een uiterste uitvoeringsdatum dienen te bevatten die bij het toekennen van steun tegenover de begunstigde in de juiste vorm moet worden aangegeven;

Overwegende dat artikel 20, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, onder voorbehoud van de beschikbare begrotingsmiddelen, één enkele betalingsverplichting voorziet indien de toegekende bijstand van de Gemeenschap niet meer dan 40 miljoen ECU voor de gehele programmeringsperiode bedraagt;

Overwegende dat er dient op gewezen te worden dat de bepalingen inzake de uitgaven die in aanmerking komen voor financiering zoals opgenomen in bijlage van Beschikking 97/317/EG van de Commissie van 23 april 1997 tot wijziging van de beschikkingen houdende goedkeuring van de communautaire bestekken, enige programmeringsdocumenten en communautaire initiatieven ten behoeve van Frankrijk, van toepassing zijn op deze beschikking (10);

Overwegende dat aan alle andere voorwaarden voor de toekenning van bijstand uit het EFRO is voldaan,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het enig multiregionale programmeringsdocument voor de omschakeling van de activiteiten van defensie in de zones onder doelstelling 2 in Frankrijk tijdens de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1999 wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Het enig programmeringsdocument behelst de relevante elementen van artikel 9, lid 9, tweede alinea van Verordening (EEG) nr. 4253/88 en met name de volgende doelstellingen:

a) de voor de actie in aanmerking genomen prioritaire zwaartepunten, de gekwantificeerde specifieke doelstellingen en het verwachte effect ervan alsmede de samenhang ervan met het economische, sociale en regionale beleid in Frankrijk;

de prioritaire zwaartepunten zijn:

1. het partnerschap met de industriële concerns ontwikkelen in verband met de defensie, ten gunste van het MKB die toeleveren

2. de financiële structuur van het MKB versterken

3. de grote industriële projecten helpen

4. de militaire en industriële braak omzetten

5. technische bijstand

b) de bijstand van de Structuurfondsen zoals aangegeven in artikel 4

c) de nadere bepalingen voor de tenuitvoerlegging van het enig programmeringsdocument, die omvatten:

- de bepalingen inzake toezicht en evaluatie

- de bepalingen betreffende de financiële uitvoering

- de voorschriften met betrekking tot de inachtneming van het communautaire beleid op de onderscheiden terreinen

d) de bepalingen inzake verificatie van de additionaliteit

e) de bepalingen volgens welke de milieu-instanties bij de uitvoering van het enig programmeringsdocument worden betrokken

f) de beschikbaarstelling van de middelen voor de technische bijstand, die nodig is voor de voorbereiding, de uitvoering of de aanpassing van de betrokken acties.

Artikel 3

Met het oog op indexering is de verdeling van de vastgestelde maximale bijstand van de Structuurfondsen over de betrokken jaren als volgt:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 4

De in het kader van dit enig programmeringsdocument toegekende bijstand van de EFRO bedraagt ten hoogste 38,360 miljoen ECU.

De voorwaarden waarop de financiële bijstand wordt toegekend, inclusief de financiële bijdrage van de Fondsen aan elk van de verschillende prioritaire zwaartepunten en maatregelen, zijn vermeld in het financieringsplan en in de nadere voorschriften voor de tenuitvoerlegging, die een integrerend deel van het enig programmeringsdocument uitmaken.

De behoeften aan nationale financiële middelen, namelijk ongeveer 35,40 miljoen ECU voor de openbare en 62,57 miljoen ECU voor de particuliere sector, kunnen gedeeltelijk worden gedekt door communautaire leningen met name van de EGKS en de EIB.

Artikel 5

1. De betalingsverplichting wordt voor het totale bedrag van communautaire bijstand op het moment van goedkeuring van het programma aangegaan.

Overeenkomstig de bepalingen in artikel 7 bevat deze betalingsverplichting niet bedragen met betrekking tot een steunregeling die nog niet door de Commissie is goedgekeurd. De betrokken betalingsverplichting zal worden aangegaan na de goedkeuring door de Commissie van de betrokken steunregeling.

De betalingsverplichting bedraagt 31,360 miljoen ECU.

2. De betalingen volgend op het eerste voorschot voorzien in artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 zijn afhankelijk van de bevestiging door de Commissie van het additionaliteitsbeginsel aan de hand van gegevens verstrekt door de lidstaat.

Artikel 6

De toekenningsvoorwaarden voor deze bijstand kunnen later wijzigingen ondergaan naargelang van de aanpassingen waartoe volgens de procedures van artikel 25, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, met inachtneming van de beschikbare financiële middelen en de begrotingsvoorschriften, wordt besloten.

Artikel 7

Deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op het standpunt van de Commissie ten aanzien van de steunregeling die is opgenomen in de maatregel 2.1 "de toegang tot de eigen middelen vergemakkelijken"; krachtens de artikelen 92 en 93 van het Verdrag moeten de steunregelingen door de Commissie worden goedgekeurd en bijgevolg wordt de betalingsverplichting die uit de tenuitvoerlegging van deze maatregel voortvloeit, verlaagd met de bedragen die op deze steunregeling betrekking hebben, totdat deze steunregeling door de Commissie is goedgekeurd.

Artikel 8

De communautaire steun heeft betrekking op de uitgaven in verband met de onder dit enig programmeringsdocument vallende werkzaamheden waarvoor uiterlijk op 31 december 1999 in de lidstaat juridisch verbindende maatregelen zijn genomen en de benodigde financiële middelen specifiek zijn vastgelegd.

De uiterste datum waarop de uitgaven voor deze acties moeten zijn gedaan om in aanmerking te kunnen worden genomen, wordt vastgesteld op 31 december 2001.

Artikel 9

Het enig programmeringsdocument moet worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het Gemeenschapsrecht, en met name overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6, 30, 48, 52 en 59 van het Verdrag en in de communautaire richtlijnen betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten.

Artikel 10

De bepalingen vermeld in de bijlage van Beschikking 97/317/EG zijn van toepassing op deze beschikking.

Artikel 11

Deze beschikking is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 29 september 1998.

Voor de Commissie

Monika WULF-MATHIES

Lid van de Commissie

(1) PB L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1.

(2) PB L 337 van 24. 12. 1994, blz. 11.

(3) PB L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

(4) PB L 170 van 3. 7. 1990, blz. 36.

(5) PB L 290 van 11. 11. 1994, blz. 4.

(6) PB L 374 van 31. 12. 1988, blz. 15.

(7) PB L 193 van 31. 7. 1993, blz. 34.

(8) PB L 356 van 31. 12. 1977, blz. 1.

(9) PB L 340 van 11. 12. 1997, blz. 1.

(10) PB L 146 van 5. 6. 1997, blz. 1.

Top