Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998D0149

98/149/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad en de Commissie van 26 januari 1998 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

PB L 49 van 19.2.1998, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1998/149/oj

Related international agreement
Related international agreement

31998D0149

98/149/EG, EGKS, Euratom: Besluit van de Raad en de Commissie van 26 januari 1998 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

Publicatieblad Nr. L 049 van 19/02/1998 blz. 0001 - 0002


BESLUIT VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE van 26 januari 1998 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1) (98/149/EG, EGKS, Euratom)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 54, lid 2, artikel 57, lid 2, laatste zin, artikel 66, artikel 73 C, lid 2, artikel 75, artikel 84, lid 2, artikel 99, artikel 100, artikel 113 en artikel 235 juncto artikel 228, leden 2 en 3, tweede alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op artikel 95,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 101, tweede alinea,

Gezien de instemming van het Europees Parlement (2),

Na raadpleging van het Raadgevend Comité van de EGKS en met instemming van de Raad,

Gezien de goedkeuring van de Raad overeenkomstig het bepaalde in artikel 101 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

Overwegende dat de sluiting van de op 14 juni 1994 te Luxemburg ondertekende Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, zal bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Europese Gemeenschappen;

Overwegende dat deze overeenkomst beoogt de banden te versterken die met name tot stand zijn gebracht bij de op 18 december 1989 ondertekende en bij Besluit 90/116/EEG van de Raad (3) goedgekeurde Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken inzake handel en commerciële en economische samenwerking;

Overwegende dat bepaalde in de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking vervatte verbintenissen die buiten de werkingssfeer van de handelspolitiek van de Gemeenschap vallen, van invloed zijn of kunnen zijn op de regeling die is ingesteld bij communautaire besluiten die op de gebieden recht van vestiging, vervoer en behandeling van bedrijven zijn aangenomen;

Overwegende dat de overeenkomst voor de Europese Gemeenschap bepaalde verplichtingen inhoudt op het gebied van het kapitaalverkeer en betalingen tussen de Gemeenschap en Oekraïne;

Overwegende voorts dat, aangezien de overeenkomst van invloed is op Richtlijn 90/434/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten (4), alsmede op Richtlijn 90/435/EEG van de Raad van 23 juli 1990 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (5), die op artikel 100 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gebaseerd zijn, dit artikel als rechtsgrond moet worden aangehaald;

Overwegende dat sommige bepalingen van de overeenkomst voor de Gemeenschap verplichtingen inhouden op het gebied van het verrichten van diensten die het grensoverschrijdende kader te buiten gaan;

Overwegende dat het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voor een aantal door de Gemeenschap ten uitvoer te leggen bepalingen van de overeenkomst, niet in specifieke handelingsbevoegdheden voorziet; dat derhalve gebruik dient te worden gemaakt van artikel 235 van het Verdrag,

BESLUITEN:

Artikel 1

De Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, alsmede het protocol, de verklaringen en de briefwisseling, worden namens de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie goedgekeurd.

Deze teksten zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

1. Het door de Gemeenschap in de Samenwerkingsraad en het Samenwerkingscomité in te nemen standpunt wordt, op voorstel van de Commissie, vastgesteld door de Raad of, in voorkomend geval, door de Commissie, in beide gevallen overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

2. Overeenkomstig artikel 86 van de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking, zit de voorzitter van de Raad de Samenwerkingsraad voor een brengt hij het standpunt van de Gemeenschap naar voren. Een vertegenwoordiger van de Commissie zit het Samenwerkingscomité voor, overeenkomstig het reglement van orde van het comité, en brengt het standpunt van de Gemeenschap naar voren.

3. Het besluit om de aanbevelingen van de Samenwerkingsraad en het Samenwerkingscomité in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekend te maken, wordt per geval door respectievelijk de Raad en de Commissie genomen.

Artikel 3

De Voorzitter van de Raad verricht de in artikel 108 van de overeenkomst bedoelde kennisgeving namens de Europese Gemeenschap (6). De Voorzitter van de Commissie verricht die kennisgeving namens de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Gedaan te Brussel, 26 januari 1998.

Voor de Commissie

De Voorzitter

J. SANTER

Voor de Raad

De Voorzitter

R. COOK

(1) Deze overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking met Oekraïne is op 14 juni 1994 door de Europese Gemeenschappen en de toenmalige twaalf lidstaten ondertekend. Ingevolge de uitbreiding is er op 10 april 1997 met Oekraïne een aanvullend protocol ondertekend om Oostenrijk, Finland en Zweden in staat te stellen, naast de twaalf andere lidstaten, partij te worden bij de overeenkomst, en de Finse en Zweedse tekst van die overeenkomst te officialiseren.

Na voltooiing van de noodzakelijke procedures hebben de Gemeenschappen en hun lidstaten bij gelegenheid van de sluiting van deze partnerschapsovereenkomst besloten voorlopig ook het voornoemde aanvullende protocol toe te passen, zolang het nog niet overeenkomstig artikel 4 van het protocol in werking is getreden. Derhalve is de tekst van de partnerschapsovereenkomst in de Finse en de Zweedse versie van het Publicatieblad de tekst die officieel is geworden door het aanvullende protocol.

De met Oekraïne gesloten overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking zal op 1 maart 1998 in werking treden; de partijen hebben de kennisgevingsprocedures aangaande de voltooiing van de in artikel 108, tweede alinea, van de overeenkomst bedoelde procedures op 29 januari 1998 afgerond.

(2) PB C 339 van 18.12.1995, blz. 42.

(3) PB L 68 van 15.3.1990, blz. 1.

(4) PB L 225 van 20.8.1990, blz. 1.

(5) PB L 225 van 20.8.1990, blz. 6.

(6) De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Top