EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997Y1216(01)

Resolutie van de Raad van 4 december 1997 betreffende maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken

PB C 382 van 16.12.1997, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

31997Y1216(01)

Resolutie van de Raad van 4 december 1997 betreffende maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken

Publicatieblad Nr. C 382 van 16/12/1997 blz. 0001 - 0002


RESOLUTIE VAN DE RAAD van 4 december 1997 betreffende maatregelen ter bestrijding van schijnhuwelijken (97/C 382/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel K.1, punt 3,

Overwegende de bepalingen van de resolutie over de harmonisatie van de nationale beleidsmaatregelen inzake gezinshereniging (conclusies van Kopenhagen van 1 juni 1993);

Overwegende dat het recht om te huwen en een gezin te stichten is erkend bij artikel 12 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 16 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens en dat het recht op respect voor het familie- en gezinsleven is erkend bij artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens;

Constaterend dat schijnhuwelijken een middel zijn om de regels betreffende de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen te misbruiken;

In de overtuiging dat de lidstaten gelijkwaardige maatregelen moeten nemen of blijven nemen om dit verschijnsel te bestrijden;

Overwegende dat deze resolutie niet ten doel heeft een systematische controle op alle huwelijken met onderdanen van derde landen in te stellen, maar dat controles wel zullen plaatsvinden wanneer er gegronde vermoedens bestaan;

Overwegende dat deze resolutie geen afbreuk doet aan de mogelijkheid van de lidstaten om voor de voltrekking van een huwelijk na te gaan of het een schijnhuwelijk betreft;

Overwegende dat deze resolutie het Gemeenschapsrecht onverlet laat,

HEEFT DE VOLGENDE RESOLUTIE AANGENOMEN:

1. In de zin van deze resolutie wordt onder schijnhuwelijk verstaan, het huwelijk van een onderdaan van een lidstaat of een onderdaan van een derde land die legaal in een lidstaat verblijft, met een onderdaan van een derde land met als enig doel de regels betreffende de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen te misbruiken en voor de onderdaan van het derde land een vergunning tot vestiging of tot verblijf in een lidstaat te verkrijgen.

2. De factoren die doen veronderstellen dat een huwelijk een schijnhuwelijk is, zijn onder meer de volgende:

- het ontbreken van een levensgemeenschap,

- het ontbreken van een passende bijdrage aan de verantwoordelijkheden van het huwelijk,

- de echtgenoten hebben elkaar vóór het huwelijk nooit ontmoet,

- de echtgenoten geven elkaars personalia (naam, adres, nationaliteit, werk), de omstandigheden waarin zij elkaar hebben leren kenen of andere belangrijke persoonlijke gegevens die henzelf betreffen, verkeerd weer,

- de echtgenoten spreken geen taal die beiden verstaan,

- er wordt een geldbedrag betaald opdat het huwelijk wordt gesloten (met uitzondering van geldbedragen die bij wijze van bruidsschat worden betaald, als het onderdanen van derde landen betreft waar het betalen van een bruidsschat tot de normale gang van zaken behoort),

- uit de levensloop van een van de echtgenoten of van beide echtgenoten komen gegevens naar voren over eerdere schijnhuwelijken of onregelmatigheden in verband met het verblijf.

In dit kader kunnen deze gegevens voortvloeien uit:

- verklaringen van de betrokkenen of van derden,

- inlichtingen uit bescheiden, of

- tijdens een onderzoek verkregen inlichtingen.

3. Indien er factoren zijn die het vermoeden schragen dat het om een schijnhuwelijk gaat, verstrekken de lidstaten de onderdaan van het derde land pas een op dat huwelijk gebaseerde vergunning tot vestiging of tot verblijf, nadat zij door de volgens het nationale recht bevoegde autoriteiten hebben laten onderzoeken of het huwelijk geen schijnhuwelijk is en of aan de overige voorwaarden voor binnenkomst en verblijf voldaan is. Dit onderzoek kan een afzonderlijk onderhoud met elk van de echtgenoten omvatten.

4. Wanneer de volgens het nationale recht bevoegde autoriteiten vaststellen dat het huwelijk een schijnhuwelijk is, wordt de vergunning tot vestiging of tot verblijf in verband met het huwelijk van de onderdaan van het derde land in de regel ingetrokken, herroepen of niet verlengd.

5. De onderdaan van het derde land kan het besluit tot weigering, intrekking, herroeping of weigering van de verlenging van de vergunning tot vestiging of tot verblijf overeenkomstig het nationale recht betwisten of opnieuw laten onderzoeken voor een rechter of een bevoegde administratieve autoriteit.

6. De lidstaten houden in alle voorstellen tot wijziging van hun nationale wetten rekening met deze resolutie. Bovendien streven zij ernaar hun nationale wetten vóór 1 januari 1999 aan deze resolutie aan te passen.

De Raad onderzoekt de toepassing van deze resolutie eenmaal per jaar, met ingang van 1 januari 1999.

Top