EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R2260

Verordening (EG) nr. 2260/97 van de Commissie van 13 november 1997 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties om rekening te houden met de bijzondere situatie van Bangladesh wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

PB L 311 van 14.11.1997, p. 8–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1998

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1997/2260/oj

31997R2260

Verordening (EG) nr. 2260/97 van de Commissie van 13 november 1997 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties om rekening te houden met de bijzondere situatie van Bangladesh wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

Publicatieblad Nr. L 311 van 14/11/1997 blz. 0008 - 0016


VERORDENING (EG) Nr. 2260/97 VAN DE COMMISSIE van 13 november 1997 houdende afwijking van de in Verordening (EEG) nr. 2454/93 opgenomen definitie van het begrip "producten van oorsprong" in het kader van het stelsel van algemene tariefpreferenties om rekening te houden met de bijzondere situatie van Bangladesh wat de uitvoer van bepaalde textielproducten naar de Gemeenschap betreft

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1427/97 (2), inzonderheid op artikel 76,

Overwegende dat de Gemeenschap bij Verordening (EG) nr. 3281/94 van de Raad van 19 december 1994 betreffende een meerjarenschema van algemene tariefpreferenties voor bepaalde industrieproducten van oorsprong uit de ontwikkelingslanden (1995-1998) (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 998/97 van de Commissie (4), dergelijke preferenties aan Bangladesh heeft gegeven;

Overwegende dat bij de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 de voorwaarden zijn vastgesteld waaraan producten moeten voldoen om bij toepassing van het schema van algemene tariefpreferenties als producten van oorsprong te worden beschouwd; dat in artikel 76 van die verordening evenwel is bepaald dat ten behoeve van de minst ontwikkelde landen die voor het schema van algemene tariefpreferenties in aanmerking komen, van deze voorwaarden kan worden afgeweken indien deze daartoe een aanvraag bij de Gemeenschap indienen;

Overwegende dat de regering van Bangladesh heeft verzocht voor bepaalde textielproducten van genoemde voorwaarden te mogen afwijken; dat dit land, op verzoek van de Gemeenschap, toereikende aanvullende economische inlichtingen heeft verstrekt;

Overwegende dat die aanvraag aan voornoemd artikel 76 voldoet; dat het opleggen van voorwaarden inzake hoeveelheden (op jaarbasis), uitgaande van zowel de absorptiecapaciteit van de Gemeenschap voor dergelijke producten uit Bangladesh, als de uitvoercapaciteit van dit land en de geconstateerde bestaande handelsstromen, van dien aard is dat de overeenkomstige bedrijfstakken in de Gemeenschap daarvan geen schade zullen ondervinden;

Overwegende dat het, ter bevordering van de regionale samenwerking tussen de begunstigde landen, dienstig is te bepalen dat de materialen die in Bangladesh in het kader van deze afwijking worden gebruikt, van oorsprong dienen te zijn uit landen die lid zijn van de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (Asean), met uitzondering van Myanmar, of van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (SAARC) of van de Lomé-Overeenkomst;

Overwegende dat dient te worden bepaald dat hoeveelheden tussen productcategorieën kunnen worden overgedragen volgens de voorwaarden en binnen de grenzen die in bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1445/97 van de Commissie (6), zijn aangegeven;

Overwegende dat een dergelijke afwijking in ieder geval slechts tot en met 31 december 1998 kan worden toegestaan, op welke datum het huidige schema van algemene tariefpreferenties voor industrieproducten vervalt;

Overwegende dat het wegens de met de autoriteiten van Bangladesh aangegane verbintenissen dienstig is te bepalen dat de onderhavige bepalingen vanaf 15 oktober 1997 van toepassing zijn;

Overwegende dat de bepalingen van deze verordening in overeenstemming zijn met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. In afwijking van de artikelen 67 tot en met 97 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 worden de in de bijlage van de onderhavige verordening vermelde producten die in Bangladesh zijn vervaardigd van in dat land ingevoerde weefsels of garens van oorsprong uit landen die lid zijn van de Associatie van Zuidoost-Aziatische landen (Asean), met uitzondering van Myanmar, of van de Zuid-Aziatische Associatie voor regionale samenwerking (SAARC) of van de Lomé-Overeenkomst, op de hierna vermelde voorwaarden als van oorsprong uit Bangladesh beschouwd.

2. Voor de toepassing van lid 1 worden als producten van oorsprong uit de Asean- of uit de SAARC-landen beschouwd de producten die aldaar verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in Verordening (EEG) nr. 2454/93, respectievelijk als producten van oorsprong uit de begunstigde landen van de Lomé-Overeenkomst de producten die in die landen verkregen zijn overeenkomstig de regels van oorsprong in Protocol nr. 1 van de Vierde ACS-EEG-Overeenkomst (7).

3. De bevoegde autoriteiten van Bangladesh verbinden zich ertoe alle nodige maatregelen te treffen om de bepalingen van lid 2 te doen naleven.

Artikel 2

De in artikel 1 vervatte afwijking is van 15 oktober 1997 tot en met 31 december 1998 van toepassing op de producten die voor de in de bijlage naast elk product vermelde hoeveelheid per jaar uit Bangladesh in de Gemeenschap worden ingevoerd.

Artikel 3

De in de bijlage bedoelde hoeveelheden worden beheerd door de Commissie die alle voor een doeltreffend beheer dienstige administratieve maatregelen neemt.

Indien een importeur in een lidstaat een aangifte voor het vrije verkeer indient met het verzoek voor het bepaalde in deze verordening in aanmerking te komen, en deze aangifte wordt door de douaneautoriteiten aanvaard, neemt de betrokken lidstaat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, een met zijn behoeften overeenstemmende hoeveelheid op.

De verzoeken tot opneming uit het contingent worden de Commissie onder opgave van de datum waarop de aangiften zijn aanvaard, onverwijld toegezonden.

Opnemingen worden door de Commissie toegestaan in volgorde van de data waarop de aangiften voor het vrije verkeer door de douaneautoriteiten van de betrokken lidstaat werden aanvaard, voorzover nog hoeveelheden beschikbaar zijn.

Indien een lidstaat een opgenomen hoeveelheid niet gebruikt, stort hij deze ten spoedigste in het contingent terug.

Indien grotere hoeveelheden dan beschikbaar zijn, worden aangevraagd, geschiedt de toewijzing in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden. De lidstaten worden door de Commissie van de opgenomen hoeveelheden in kennis gesteld.

Iedere lidstaat waarborgt de importeurs van de betrokken producten dat zij steeds op gelijke voet toegang tot de contingenten hebben zolang deze niet zijn uitgeput.

Artikel 4

Tussen productcategorieën kunnen hoeveelheden worden overgedragen overeenkomstig de voorwaarden en binnen de grenzen die zijn aangegeven in bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2231/96 van de Commissie (8).

Artikel 5

De ingevolge deze verordening afgegeven oorsprongscertificaten formulier A dienen in vak nr. 4 van de volgende aantekening te zijn voorzien:

"Afwijking - Verordening (EG) nr. 2260/97".

Artikel 6

In geval van twijfel kunnen de lidstaten om een kopie van het document verzoeken dat de oorsprong van de materialen staaft die in Bangladesh in het kader van deze afwijking zijn gebruikt. Dit verzoek kan gebeuren hetzij bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen die voor de bepalingen in de onderhavige verordening in aanmerking komen, hetzij in het kader van de in artikel 94 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 voorziene administratieve samenwerking.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf 15 oktober 1997.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 november 1997.

Voor de Commissie

Mario MONTI

Lid van de Commissie

(1) PB L 253 van 11. 10. 1993, blz. 1.

(2) PB L 196 van 24. 7. 1997, blz. 31.

(3) PB L 348 van 31. 12. 1994, blz. 1.

(4) PB L 144 van 4. 6. 1997, blz. 13.

(5) PB L 275 van 8. 11. 1993, blz. 1.

(6) PB L 198 van 25. 7. 1997, blz. 1.

(7) PB L 229 van 17. 8. 1991, blz. 1.

(8) PB L 307 van 28. 11. 1996, blz. 1.

BIJLAGE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top