Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997D0425

    97/425/EG: Beschikking van de Raad van 30 juni 1997 waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend op bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen en te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG

    PB L 182 van 10.7.1997, p. 22–27 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/2000; opgeheven door 399D0880

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1997/425/oj

    31997D0425

    97/425/EG: Beschikking van de Raad van 30 juni 1997 waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend op bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen en te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG

    Publicatieblad Nr. L 182 van 10/07/1997 blz. 0022 - 0027


    BESCHIKKING VAN DE RAAD van 30 juni 1997 waarbij de lidstaten toestemming wordt verleend op bepaalde, voor specifieke doeleinden gebruikte minerale oliën bestaande verlagingen of vrijstellingen van het accijnsrecht toe te passen en te blijven toepassen overeenkomstig de procedure van Richtlijn 92/81/EEG (97/425/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën (1), inzonderheid op artikel 8, leden 4 en 6,

    Gezien het voorstel van de Commissie (2),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (3),

    Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen kan besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen vrijstellingen of verlagingen van het accijnsrecht op minerale oliën mag invoeren;

    Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 8, lid 6, van Richtlijn 92/81/EEG de situatie uiterlijk op 31 december 1996 aan een onderzoek moet onderwerpen op basis van een verslag van de Commissie;

    Overwegende dat de Commissie door de lidstaten in kennis is gesteld van hun voornemen dergelijke vrijstellingen of verlagingen waarin hun belastingwetgeving reeds voorziet, te blijven toepassen, of verlagingen of vrijstellingen in te voeren waarop de procedure van het genoemde artikel 8, lid 4, dient te worden toegepast;

    Overwegende dat de andere lidstaten hiervan in kennis zijn gesteld;

    Overwegende dat sommige vrijstellingen en verlagingen tot 31 december 1999 en andere tot 31 december 1998 van kracht dienen te blijven uit specifieke beleidsoverwegingen; dat er een bepaling dient te komen voor de verlenging ervan tot na de genoemde data; dat de verlagingen en vrijstellingen geregeld door de Commissie zullen worden onderzocht om hun verenigbaarheid met de werking van de interne markt en andere doelstellingen van het Verdrag te verzekeren;

    Overwegende dat sommige vrijstellingen en verlagingen met ingang van 1 januari 1998 zouden moeten worden afgeschaft,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Overeenkomstig artikel 8, leden 4 en 6, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën (4), wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot en met 31 december 1999 te blijven toepassen en automatisch telkens gedurende twee jaar te blijven toepassen, tenzij de Raad voor het eind van zo'n periode op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan worden afgeschaft of gewijzigd:

    1. in het Koninkrijk België:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas (LPG), aardgas en methaan;

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    2. in het Koninkrijk Denemarken:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - gedeeltelijke teruggave van de accijnzen aan de commerciële sector, op voorwaarde dat de betrokken heffingen in overeenstemming zijn met de communautaire bepalingen en op voorwaarde dat het bedrag van de betaalde en niet teruggegeven heffing nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven van de accijnzen of controleretributies op minerale oliën ligt;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - een verlaagd accijnstarief voor diesel om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat dergelijke stimulansen gebaseerd zijn op vaststaande technische gegevens, zoals soortelijk gewicht, zwavelgehalte, distillatiepunt, cetaangetal en -index en op voorwaarde dat dergelijke verlaagde tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumaccijnstarieven voor minerale oliën liggen;

    3. in de Bondsrepubliek Duitsland:

    - voor het gebruik van koolwaterstofrestgassen als brandstof;

    - voor monsters van minerale oliën die bestemd zijn voor onderzoek, productietests of andere wetenschappelijke doeleinden;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    4. in de Helleense Republiek:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas en methaan, gebruikt voor industriële doeleinden,

    - voor verbruik door de nationale strijdkrachten;

    - voor vrijstelling van de accijns op minerale oliën voor brandstof die bestemd is voor de officiële voertuigen van het departement van de President en de nationale politie;

    5. in het Koninkrijk Spanje:

    - voor vloeibaar petroleumgas dat als motorbrandstof wordt gebruikt voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas gebruikt als motorbrandstof voor taxi's;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    6. in de Franse Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - voor motorbrandstof gebruikt voor taxi's, binnen de grenzen van een jaarlijks quotum;

    - in het kader van bepaalde beleidsmaatregelen ter ondersteuning van regio's die onder ontvolking lijden;

    - voor verbruik door de nationale strijdkrachten;

    7. in Ierland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan die als motorbrandstof worden gebruikt;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - voor de productie van aluminiumoxide in de Shannon-regio;

    - voor motorvoertuigen die door gehandicapten worden gebruikt;

    8. in de Italiaanse Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor brandstof gebruikt voor taxi's;

    - voor het gebruik van koolwaterstofrestgassen als brandstof;

    - voor methaan dat als brandstof voor motorvoertuigen wordt gebruikt;

    - voor verbruik in de regio's Val d'Aosta en Gorizia;

    - voor ziekenwagens;

    9. in het Groothertogdom Luxemburg:

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan;

    10. in het Koninkrijk Nederland:

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan;

    - voor monsters van minerale oliën die bestemd zijn voor onderzoek, productietests of andere wetenschappelijke doeleinden;

    - voor verbruik door de nationale strijdkrachten;

    11. in de Republiek Oostenrijk:

    - voor vloeibaar petroleumgas dat wordt gebruikt als motorbrandstof voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    12. in de Portugese Republiek:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - vrijstelling van de accijns voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan, wanneer deze gebruikt worden als brandstof voor het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor een verlaging van het accijnsrecht op stookolie die in de autonome regio Madeira wordt verbruikt, op voorwaarde dat deze verlaging niet verder gaat dan de extra kosten die het vervoer van de stookolie naar die regio met zich brengt;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    13. in de Republiek Finland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    - vrijstelling van het accijnsrecht op methaan en vloeibaar petroleumgas voor alle doeleinden;

    - voor verlaagde accijnstarieven voor diesel en stookolie, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen;

    - voor verlaagde accijnstarieven voor gelode of ongelode reformulated gasoline, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen;

    14. in het Koninkrijk Zweden:

    - voor een verlaagd accijnstarief voor minerale oliën die voor industriële doeleinden worden gebruikt, op voorwaarde dat de verlaagde tarieven nooit onder de bij de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - vrijstelling van het accijnsrecht op biologisch geproduceerd methaan en andere restgassen;

    - verlaging van de accijnstarieven voor diesel volgens milieuclassificaties;

    15. in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    - voor voertuigen van het plaatselijk openbaar vervoer;

    - voor vloeibaar petroleumgas, aardgas en methaan die als motorbrandstof worden gebruikt;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven.

    Artikel 2

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4 en lid 6, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot en met 31 december 1999 toe te passen of te blijven toepassen, tenzij de Raad vóór die datum op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan worden gewijzigd of verlengd voor een bepaalde verdere periode:

    1. in het Koninkrijk België:

    - Voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - een tariefverlaging voor zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat deze stimulans speciaal gebaseerd is op het zwavelgehalte en dat het verlaagde tarief in geen geval onder de 6,5 ecu per ton komt te liggen;

    2. in het Koninkrijk Denemarken:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor benzine gedistribueerd aan benzinestations die uitgerust zijn met een terugvloeisysteem voor benzinedampen en voor benzine gedistribueerd aan andere benzinestations, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven van de accijnzen voor minerale oliën liggen;

    3. in de Helleense Republiek:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    4. in het Koninkrijk Spanje:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    5. in de Franse Republiek:

    - verlaging van het accijnsrecht op zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat een dergelijke verlaging specifiek gerelateerd is aan het zwavelgehalte en dat het accijnsrecht op zware stookolie nooit onder het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarief voor zware stookolie ligt;

    - voor vrijstelling van rechten op gassen die als motorbrandstof voor het openbaar vervoer worden gebruikt, met inachtneming van een jaarlijks quotum;

    6. in Ierland:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    7. in de Italiaanse Republiek:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    8. in het Groothertogdom Luxemburg:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    - een tariefverlaging voor zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat deze stimulans speciaal gebaseerd is op het zwavelgehalte en dat het verlaagde tarief in geen geval onder de 6,5 ecu per ton komt te liggen;

    9. in de Republiek Oostenrijk:

    - voor aardgas en methaan;

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    10. in de Portugese Republiek:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - verlaging van het accijnsrecht op zware stookolie om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat een dergelijke verlaging specifiek gerelateerd is aan het zwavelgehalte en dat het accijnsrecht op zware stookolie nooit onder het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarief voor zware stookolie ligt;

    11. in de Republiek Finland:

    - voor afgewerkte olie die wordt hergebruikt als brandstof, hetzij direct na terugwinning, hetzij na recycling van de afgewerkte olie, op het hergebruik waarvan rechten kunnen worden geheven;

    12. in het Koninkrijk Zweden:

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - voor een verlaagd accijnstarief op minerale oliën die worden gebruikt voor industriële doeleinden, met gebruikmaking van tegelijkertijd een onder het algemeen niveau liggend tarief en een verlaagd tarief voor energie-intensieve ondernemingen, op voorwaarde dat te allen tijde aan de bij het Gemeenschapsrecht vastgestelde minimumaccijnstarieven voor minerale oliën de hand wordt gehouden en dat er geen mededingingsverstoringen uit voortvloeien;

    - voor ander luchtvaartverkeer dan bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b), van Richtlijn 92/81/EEG;

    13. in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:

    - voor een verlaagd accijnstarief voor diesel om het gebruik van milieuvriendelijkere brandstoffen aan te moedigen;

    - voor de toepassing van differentiële accijnstarieven voor ongelode benzine op verschillende milieucategorieën, op voorwaarde dat dergelijke tarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen.

    Artikel 3

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4 en lid 6, van Richtlijn 92/81/EEG en onverminderd de verplichtingen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/82/EEG, wordt de volgende lidstaten toestemming verleend de hieronder vermelde accijnsverlagingen of accijnsvrijstellingen tot 31 december 1998 toe te passen of te blijven toepassen, tenzij de Raad vóór die datum met eenparigheid van stemmen beslist dat al deze afwijkingen dan wel een of meer ervan worden gewijzigd of verlengd voor een specifieke verdere periode:

    1. in de Franse Republiek:

    - voor verbruik op het eiland Corsica, op voorwaarde dat de verlaagde accijnstarieven nooit onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumaccijnstarieven voor minerale oliën liggen;

    - voor een vrijstelling voor zware stookolie die als brandstof wordt gebruikt voor de productie van aluminiumoxide in Gardanne;

    2. in de Italiaanse Republiek:

    - vrijstelling van het accijnsrecht op minerale oliën voor brandstof die gebruikt wordt voor de productie van aluminiumoxide op Sardinië;

    - verlaging van de accijns op stookolie voor de productie van stoom en gasolie die gebruikt worden in ovens voor het drogen en "activeren" van moleculaire zeven in Reggio Calabria, op voorwaarde dat het accijnstarief niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën ligt;

    - verlaging van de accijns op benzine die wordt verbruikt op het grondgebied van Friuli-Venezia Giulia, op voorwaarde dat het tarief niet onder het in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarief ligt;

    - verlaging van het tarief voor minerale oliën die in de regio's Udine en Triëst worden verbruikt, op voorwaarde dat de toegepaste tarieven niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen;

    3. in het Koninkrijk der Nederlanden:

    - verlaagd dieseltarief voor bedrijfsvoertuigen, op voorwaarde dat dergelijke tarieven niet onder de in de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven liggen.

    Artikel 4

    De volgende afwijkende regelingen zijn met ingang van 1 januari 1998 niet langer van kracht:

    1. in het Koninkrijk België:

    - voor motoren die voor het droogleggen van overstroomd land worden gebruikt;

    2. in de Helleense Republiek:

    - voor een verlaagd accijnstarief voor diesel om het gebruik van milieuvriendelijker brandstoffen aan te moedigen, op voorwaarde dat dergelijke stimulansen gebaseerd zijn op vaststaande technische gegevens, zoals soortelijk gewicht, zwavelgehalte, distillatiepunt, cetaangetal en -index, en op voorwaarde dat dergelijke verlaagde tarieven nooit onder de bij de Gemeenschapswetgeving vastgestelde minimumtarieven voor minerale oliën liggen;

    - voor ontziltingsinstallaties;

    - voor vrijstelling van de accijns op minerale oliën voor brandstof die bestemd is voor de officiële voertuigen van de aartsbisschoppen;

    - voor de particuliere pleziervaart;

    3. in Ierland:

    - voor het in bedrijf houden van vuurtorens;

    4. in de Italiaanse Republiek:

    - voor motoren die voor het droogleggen van overstroomd land worden gebruikt;

    5. in het Koninkrijk der Nederlanden:

    - voor motoren die voor het droogleggen van overstroomd land worden gebruikt;

    - voor ontziltingsinstallaties;

    6. in het Koninkrijk Zweden:

    - voor een tariefsverlaging voor lichte stookolie volgens milieuclassificaties;

    7. in het Verenigd Koninkrijk:

    - voor het in bedrijf houden van vuurtorens.

    Artikel 5

    1. De Beschikkingen 92/510/EEG (5), 93/697/EG (6), 95/585/EG (7), 96/273/EG (8), 96/418/EG (9), 97/91/EG (10), 97/92/EG (11), 97/93/EG (12) en 97/136/EG (13) van de Raad worden met ingang van 1 juli 1997 ingetrokken.

    2. Voor de volgende afwijkende regelingen waarvoor toestemming werd verleend naar aanleiding van verzoeken uit specifieke beleidsoverwegingen en waarmee de Raad moet worden geacht stilzwijgend te hebben ingestemd na het verstrijken van de bij artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG vastgestelde termijn van twee maanden, wordt de toestemming met ingang van 1 juli 1997 ingetrokken:

    - de afwijkende regeling voor Duitsland naar aanleiding van zijn verzoek van 15 maart 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 7 april 1994;

    - de afwijkende regeling voor Spanje naar aanleiding van zijn verzoek van 17 mei 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 17 juni 1994;

    - de afwijkende regeling voor Frankrijk naar aanleiding van zijn verzoek van 13 december 1993 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 7 april 1994;

    - de afwijkende regeling voor Frankrijk naar aanleiding van zijn verzoek van 23 november 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 19 december 1994;

    - de afwijkende regeling voor Italië naar aanleiding van zijn verzoek van 15 maart 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 5 april 1994;

    - de afwijkende regeling voor Ierland naar aanleiding van zijn verzoek van 30 juli 1993 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 15 september 1993;

    - de afwijkende regeling voor Portugal naar aanleiding van zijn verzoek van 11 maart 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 7 april 1994;

    - de afwijkende regeling voor het Verenigd Koninkrijk naar aanleiding van zijn verzoek van 20 januari 1994 waarvan de lidstaten door de Commissie in kennis werden gesteld op 24 februari 1994.

    Artikel 6

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Luxemburg, 30 juni 1997.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    A. NUIS

    (1) PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 12. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB nr. L 365 van 31. 12. 1994, blz. 46).

    (2) PB nr. C 382 van 18. 12. 1996, blz. 5.

    (3) PB nr. C 200 van 30. 6. 1997.

    (4) PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG. (PB nr. L 365 van 31. 12. 1994, blz. 46).

    (5) PB nr. L 316 van 31. 10. 1992, blz. 16.

    (6) PB nr. L 321 van 23. 12. 1993, blz. 29.

    (7) PB nr. L 327 van 30. 12. 1995, blz. 33.

    (8) PB nr. L 102 van 25. 4. 1996, blz. 40.

    (9) PB nr. L 172 van 11. 7. 1996, blz. 22.

    (10) PB nr. L 29 van 31. 1. 1997, blz. 53.

    (11) PB nr. L 29 van 31. 1. 1997, blz. 54.

    (12) PB nr. L 29 van 31. 1. 1997, blz. 55.

    (13) PB nr. L 52 van 22. 2. 1997, blz. 18.

    Top