Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R2465

Verordening (EG) nr. 2465/95 van de Commissie van 23 oktober 1995 tot vaststelling van een aantal nadere bepalingen voor een bij Verordening (EG) nr. 2179/95 vastgesteld tariefcontingent voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, van oorsprong uit bepaalde derde landen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1842/95

PB L 254 van 24.10.1995, p. 11–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1995

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2465/oj

31995R2465

Verordening (EG) nr. 2465/95 van de Commissie van 23 oktober 1995 tot vaststelling van een aantal nadere bepalingen voor een bij Verordening (EG) nr. 2179/95 vastgesteld tariefcontingent voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, van oorsprong uit bepaalde derde landen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1842/95

Publicatieblad Nr. L 254 van 24/10/1995 blz. 0011 - 0015


VERORDENING (EG) Nr. 2465/95 VAN DE COMMISSIE van 23 oktober 1995 tot vaststelling van een aantal nadere bepalingen voor een bij Verordening (EG) nr. 2179/95 vastgesteld tariefcontingent voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, van oorsprong uit bepaalde derde landen, en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 1842/95

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2179/95 van de Raad van 8 augustus 1995 houdende, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, een autonome en tijdelijke aanpassing van bepaalde in de Europa-Overeenkomsten opgenomen landbouwconcessies en wijziging van Verordening (EG) nr. 3379/94 houdende opening en wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en voor bier in 1995 (1), en met name op artikel 8,

Overwegende dat er bij Verordening (EG) nr. 2179/95 een aantal concessies voor levende runderen die zijn opgenomen in de Europa-Overeenkomsten met de Republiek Hongarije, de Republiek Polen, de Slowaakse Republiek, de Tsjechische Republiek, Roemenië en de Republiek Bulgarije, is aangepast; dat deze concessies echter eerst zullen worden toegepast nadat de betrokken landen vergelijkbare maatregelen getroffen hebben; dat de bovengenoemde landen deze maatregelen nu genomen hebben of zo spoedig mogelijk zullen nemen;

Overwegende dat het contingent voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, waarvoor de verlaging van het douanerecht met 80 % geldt, voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1995 op 76 500 stuks is vastgesteld; dat dit contingent voor de bovengenoemde landen en voor de drie Baltische landen geopend is; dat de importeurs reeds 54 100 dieren van deze categorie mogen invoeren op grond van Verordening (EG) nr. 1941/95 van de Commissie van 8 augustus 1995 houdende opening, voor het tweede halfjaar van 1995, van tariefcontingenten voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, van oorsprong en van herkomst uit Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek, en houdende uitvoeringsbepalingen voor deze tariefcontingenten (2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2017/95 (3), en Verordening (EG) nr. 2235/95 van de Commissie van 21 september 1995 tot vaststelling van de mate waarin gevolg kan worden gegeven aan de aanvragen om invoercertificaten voor levende runderen met een gewicht van 160 tot 300 kg, die in augustus 1995 zijn ingediend op grond van een tariefcontingent dat is vastgesteld in de door de Gemeenschap met de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek en Slowakije gesloten Europa-Overeenkomsten (4); dat derhalve nog 22 400 stuks overblijven die voor deze verlaging in aanmerking komen; dat Verordening (EG) nr. 1842/95 van de Commissie van 26 juli 1995 tot vaststelling, voor 1995, van bepalingen voor de uitvoering van de tariefcontingenten voor levende runderen, waarin is voorzien bij de overeenkomsten betreffende vrijhandel tussen de Gemeenschap, enerzijds, en Letland, Estland en Litouwen, anderzijds (5), moet worden ingetrokken aangezien het daarin vermelde contingent deel uitmaakt van deze 22 400 stuks;

Overwegende dat het, om speculatie te voorkomen, dienstig is de beschikbare hoeveelheid ter beschikking te stellen van marktdeelnemers die kunnen aantonen dat zij hun bedrijvigheid op degelijke wijze uitoefenen en de hoeveelheden van enige omvang hebben verhandeld met landen die op 31 december 1994 derde landen waren; dat daartoe en met het oog op een doeltreffend beheer moet worden verlangd dat de betrokken marktdeelnemers in de loop van 1994 ten minste 50 dieren hebben uitgevoerd of ingevoerd; dat een partij van 50 dieren in principe een normale lading is en dat de ervaring heeft uitgewezen dat de aan- of verkoop van één enkele partij het minimum is om ervan te mogen uitgaan dat een transactie echt en uitvoerbaar zal zijn;

Overwegende dat, mede rekening houdende met de in de overeenkomsten opgenomen bepalingen om de oorsprong van de produkten te waarborgen, moet worden voorgeschreven dat de regeling wordt beheerd door middel van invoercertificaten; dat te dien einde met name voorschriften moeten worden vastgesteld betreffende de indiening van de aanvragen en moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, waarbij wordt afgeweken van sommige bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2137/95 (7), en van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80 (8); dat bovendien moet worden bepaald dat de certificaten pas na afloop van een bedenktijd worden afgegeven en dat de aangevraagde hoeveelheden eventueel met een uniform percentage worden verminderd;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Voor het tweede halfjaar van 1995 kunnen in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 2179/95 vastgestelde tariefcontingenten 22 400 stuks levende runderen van GN-code 0102 90 41 of 0102 90 49, van oorsprong uit de in bijlage II genoemde landen, overeenkomstig het bepaalde in deze verordening worden ingevoerd.

2. Het ad-valorem-recht en de in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde specifieke bedragen van de douanerechten worden voor deze dieren met 80 % verlaagd.

Artikel 2

Voor de toepassing van het in artikel 1 bedoelde contingent gelden de onderstaande voorwaarden:

a) Degene die een certificaat aanvraagt moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staat kan aantonen dat hij in 1994 ten minste 50 dieren van GN-code 0102 90 heeft ingevoerd en/of uitgevoerd, die afkomstig waren uit of bestemd waren voor een land (landen) dat (die) per 31 december 1994 door hem als derde land moest (moesten) worden beschouwd; de aanvrager moet zijn ingeschreven in een nationaal BTW-register.

b) De certificaataanvraag mag slechts worden ingediend in de Lid-Staat waar de aanvrager is ingeschreven.

c) De invoercertificaataanvraag:

- moet betrekking hebben op ten minste 50 stuks en - mag niet worden ingediend voor een aantal dieren dat meer dan 10 % van het beschikbare aantal bedraagt.

Voor aanvragen om invoercertificaten die op een groter aantal dieren betrekking hebben, wordt slechts het bedoelde maximumaantal in aanmerking genomen.

d) Op de certificaataanvraag en het certificaat moeten in vak 8 een of meer van de in bijlage II genoemde landen worden vermeld; het certificaat brengt de verplichting met zich om uit een of meer van de aangegeven landen in te voeren.

e) Op de certificaataanvraag en het certificaat moet in vak 20 ten minste één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

Reglamento (CE) n° 2465/95 Forordning (EF) nr. 2465/95 Verordnung (EG) Nr. 2465/95 Êáíïíéóìueò (AAÊ) áñéè. 2465/95 Regulation (EC) No 2465/95 Règlement (CE) n° 2465/95 Regolamento (CE) n. 2465/95 Verordening (EG) nr. 2465/95 Regulamento (CE) nº 2465/95 Asetus (EY) N :o 2465/95 Foerordning (EG) nr 2465/95.

f) Op het ogenblik van aanvaarding van de aanvraag om de produkten in het vrije verkeer te brengen moet de importeur de verbintenis aangaan de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van invoer uiterlijk één maand na de datum van invoer in kennis te stellen van - het aantal ingevoerde dieren,

- de oorsprong van de dieren.

De betrokken autoriteiten delen deze gegevens vóór het begin van iedere maand aan de Commissie mede.

Artikel 3

1. Certificaataanvragen kunnen alleen worden ingediend van 23 tot en met 27 oktober 1995.

2. Wanneer een belanghebbende meer dan één aanvraag heeft ingediend, zijn al zijn aanvragen onontvankelijk.

3. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 7 november 1995 gegevens mede over de ingediende aanvragen. Deze mededeling omvat de lijst van de aanvragers en het aangevraagde aantal stuks.

Alle mededelingen, ook die waarin wordt gemeld dat geen aanvragen zijn ingediend, worden per telexbericht of per telefax toegezonden, waarbij, wanneer wel aanvragen zijn ingediend, gebruik wordt gemaakt van het formulier naar het model in bijlage I.

4. De Commissie beslist in welke mate gevolg kan worden gegeven aan de certificaataanvragen. Indien de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd de beschikbare hoeveelheden overtreffen, stelt de Commissie een uniform percentage vast waarmee de aangevraagde hoeveelheden worden verminderd.

5. Onder voorbehoud van aanvaarding van de aanvragen door de Commissie worden de certificaten onverwijld afgegeven.

6. De invoercertificaten worden slechts afgegeven voor ten minste 50 dieren.

Wanneer in verband met de aangevraagde aantallen door de verhoudingsgewijze verlaging het aantal dieren per certificaat wordt verminderd tot minder dan 50, wijzen de Lid-Staten door loting certificaten toe voor telkens 50 dieren.

Blijven er minder dan 50 dieren over, dan wordt voor dit resterende aantal slechts één certificaat afgegeven.

7. De afgegeven certificaten zijn geldig in de gehele Gemeenschap.

Artikel 4

Onverminderd het bepaalde in deze verordening zijn de bepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 3719/88 en (EG) nr. 1445/95 van toepassing.

Voor overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 ingevoerde hoeveelheden worden evenwel de volledige douanerechten toegepast voor de hoeveelheden boven de op het invoercertificaat vermelde hoeveelheden.

Artikel 5

1. In afwijking van artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn de rechten die voortvloeien uit op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten, niet overdraagbaar.

2. In afwijking van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1445/95 verstrijkt de looptijd van de afgegeven invoercertificaten op 31 december 1995.

Artikel 6

De dieren worden in het vrije verkeer gebracht na overlegging van een door het land van uitvoer overeenkomstig Protocol nr. 4 bij de Europa-Overeenkomsten afgegeven certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 7

1. Ieder dier dat in het kader van de in artikel 1 bedoelde regeling wordt ingevoerd, wordt geïdentificeerd - door middel van een onuitwisbaar tatoeagemerk of - door middel van een officieel of door de Lid-Staat als officieel erkend oormerk op ten minste één van de oren van het dier.

2. Dit tatoeagemerk en dit oormerk moeten van zodanige aard zijn dat, als het wordt geregistreerd op het tijdstip waarop het dier in het vrije verkeer wordt gebracht, de datum van het in het vrije verkeer brengen en de identiteit van de importeur kunnen worden geconstateerd.

Artikel 8

Verordening (EG) nr. 1842/95 wordt ingetrokken.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing van 1 juli tot en met 31 december 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 23 oktober 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie

BIJLAGE I

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Telefax (32-2) 296 60 27 Toepassing van Verordening (EG) nr. 2465/95 COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN DG VI/D.2 - SECTOR RUNDVLEES AANVRAAG VOOR INVOERCERTIFICATEN Datum: Periode:

Lid-Staat: Volgnummer Aanvrager (naam en adres) Hoeveelheid (aantal stuks) Totaal Lid-Staat: Telefax:

Tel.:

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE II

Lijst van derde landen

- Hongarije - Polen - Tsjechische Republiek - Slowakije - Roemenië - Bulgarije - Litouwen - Letland - Estland

Top