EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R2125

Verordening (EG) nr. 2125/95 van de Commissie van 6 september 1995 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen van het geslacht Agaricus

PB L 212 van 7.9.1995, p. 16–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2004; opgeheven door 32004R1864

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/2125/oj

31995R2125

Verordening (EG) nr. 2125/95 van de Commissie van 6 september 1995 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen van het geslacht Agaricus

Publicatieblad Nr. L 212 van 07/09/1995 blz. 0016 - 0020


VERORDENING (EG) Nr. 2125/95 VAN DE COMMISSIE van 6 september 1995 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor conserven van paddestoelen van het geslacht Agaricus

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 426/86 van de Raad van 24 februari 1986 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1032/95 van de Commissie (2), en met name op artikel 12, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Raad van 22 december 1994 inzake de aanpassingen en de overgangsmaatregelen in de landbouwsector voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomsten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde (3), en met name op artikel 3,

Overwegende dat de Gemeenschap zich er in het kader van de Overeenkomst inzake de landbouw die is gesloten in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde toe heeft verbonden voor conserven van paddestoelen van het geslacht Agaricus van de GN-codes 0711 90 40, 2003 10 20 en 2003 10 30 onder bepaalde voorwaarden vanaf 1 juli 1995 communautaire tariefcontingenten te openen; dat de betrokken contingenten derhalve moeten worden geopend, waarbij moet worden bepaald op welke wijze deze contingenten moeten worden beheerd en tevens moet worden gezorgd voor een optimale overgang van de op 30 juni 1995 aflopende regeling naar de nieuwe regeling die per 1 juli 1995 ingaat; dat het daarom dienstig is de toepassingsbepalingen van de afgelopen regeling over te nemen en de traditionele tijdschema's voor de invoer te handhaven;

Overwegende dat de hoeveelheden waarvoor in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 1995 invoercertificaten zijn afgegeven uit hoofde van Verordening (EG) nr. 3107/94 van de Commissie (4), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1032/95 (5), voor China betrekking hadden op de volledige voor dat land beschikbare jaarlijkse hoeveelheid, voor Polen op 10 056 ton, voor Bulgarije op 137 ton en voor de overige leverende landen op 551 ton; dat voor Roemenië geen enkel certificaat is afgegeven; dat voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 1995 derhalve contingenten moeten worden geopend voor de hoeveelheden die overeenkomen met de saldi van de voor elk van de vorengenoemde landen of groepen van landen beschikbare hoeveelheden;

Overwegende dat bij de verdeling van de in te voeren hoeveelheid over de leverende landen rekening moet worden gehouden met de traditionele handelsstromen, de nieuwe leveranciers en de preferenties die zijn vastgesteld in de Europa-Overeenkomsten met Bulgarije (6), Polen (7) en Roemenië (8);

Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat bovenbedoelde verdeling in de loop van het jaar kan worden gewijzigd op grond van de gegevens die na het eerste halfjaar van toepassing beschikbaar zijn; dat, om te voorkomen dat de handel met een leverend land wordt onderbroken terwijl de totale, voor invoer beschikbare hoeveelheid niet is opgenomen, een reserve moet worden ingevoerd;

Overwegende dat voorschriften moeten worden vastgesteld om te garanderen dat voor de hoeveelheden boven de tariefcontingenten het volle in het gemeenschappelijk douanetarief vastgestelde recht wordt geheven; dat die voorschriften betrekking moeten hebben op de afgifte van certificaten na afloop van een termijn waarin de hoeveelheden kunnen worden gecontroleerd en de Lid-Staten de nodige gegevens kunnen meedelen; dat die voorschriften hetzij een aanvulling vormen op, hetzij afwijkingen inhouden van de bepalingen van enerzijds Verordening (EG) nr. 1921/95 van de Commissie van 3 augustus 1995 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoercertificaten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten en intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2405/89 en (EEG) nr. 3518/86 (9), en anderzijds Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1199/95 (11);

Overwegende dat onderscheid moet worden gemaakt tussen traditionele importeurs en nieuwe importeurs, een aantal criteria moet worden vastgesteld wat betreft het statuut van de aanvragers en het gebruik van de toegewezen certificaten, en de aan elke categorie marktdeelnemers toegewezen hoeveelheden billijk moeten worden verdeeld;

Overwegende dat het beter is de verdeling over de traditionele importeurs op de ingevoerde hoeveelheden en niet langer op de afgegeven certificaten te baseren; dat echter om administratieve redenen een overgangsperiode moet worden gehandhaafd zoals is bepaald in Verordening (EG) nr. 3107/94;

Overwegende dat, om te garanderen dat de contingenten goed worden benut, moet worden bepaald dat de Lid-Staten regelmatig gegevens moeten meedelen over de hoeveelheden waarvoor de certificaten niet zijn gebruikt;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte produkten en van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in bijlage I vastgestelde tariefcontingenten voor paddestoelen van het geslacht Agaricus van de GN-codes 0711 90 40, 2003 10 20 en 2003 10 30 worden geopend overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde bepalingen.

Voor produkten van GN-code 0711 90 40 geldt een ad valorem-recht van 12 % en voor produkten van de GN-codes 2003 10 20 en 2003 10 30 een ad valorem-recht van 23 %. Voor Bulgarije, Polen en Roemenië geldt voor de produkten van de drie genoemde GN-codes evenwel een ad valorem-recht van 8,4 %.

Artikel 2

1. Voor alle invoer in het kader van de in artikel 1 bedoelde contingenten moet een overeenkomstig deze verordening afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

2. De contingenten worden onder de leverende landen verdeeld zoals is aangegeven in bijlage I, kolom I, voor de periode van 1 juli 1995 tot en met 31 december 1995, en kolom II voor de daaropvolgende kalenderjaren, waarbij echter een gedeelte van die totale hoeveelheid wordt aangehouden als reserve.

3. De verdeling kan worden gewijzigd op grond van de gegevens over de hoeveelheden waarvoor tot en met 30 juni certificaten zijn afgegeven.

Artikel 3

1. Alle bepalingen van Verordening (EG) nr. 1921/95, met uitzondering van artikel 5, lid 2, zijn van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

2. De invoercertificaten zijn zes maanden geldig na de dag van afgifte in de zin van artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, maar uiterlijk tot en met 31 december van het betrokken jaar.

Artikel 4

1. De overeenkomstig de bijlage bij deze verordening aan enerzijds China en anderzijds de andere landen samen toegewezen hoeveelheden worden als volgt verdeeld:

a) 85 % onder de traditionele importeurs.

Als "traditionele importeurs" worden aangemerkt, de handelaren die in elk van de drie voorgaande kalenderjaren op grond van Verordening (EEG) nr. 1796/81 van de Raad (1) of van deze verordening invoercertificaten hebben verkregen en in ten minste twee van de drie voorgaande kalenderjaren in artikel 1 bedoelde produkten hebben ingevoerd.

De eerste voorwaarde, inzake de verkregen invoercertificaten, geldt voor handelaren die onderdaan zijn van Oostenrijk, Finland of Zweden eerst vanaf 1 januari 1998.

b) 15 % voor nieuwe importeurs.

Als "nieuwe importeurs" worden aangemerkt, de sedert ten minste één jaar handel drijvende economische subjecten, natuurlijke personen of rechtspersonen, individuele agenten of groeperingen, andere dan de onder a) bedoelde. Dat aan deze voorwaarde is voldaan, wordt aangetoond aan de hand van de inschrijving in een handelsregister van de Lid-Staat of door middel van andere, door de Lid-Staat aanvaarde bewijzen. Wanneer een handelaar van deze categorie in het vorige kalenderjaar invoercertificaten heeft verkregen op grond van Verordening (EEG) nr. 1796/81 of van deze verordening, moet hij het bewijs leveren dat hij ten minste 50 % van de hem toegewezen hoeveelheid voor eigen rekening in het vrije verkeer heeft gebracht.

2. De in lid 1 bedoelde handelaren verstrekken bij hun aanvraag gegevens aan de hand waarvan de bevoegde nationale autoriteiten kunnen nagaan of aan de in lid 1, onder a) of b), bedoelde voorwaarden is voldaan.

3. De per 15 oktober beschikbare hoeveelheden worden toegewezen zonder rekening te houden met de categorie waartoe een handelaar behoort.

Artikel 5

1. De certificaataanvragen van een in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde traditionele importeur mogen, per halfjaar, betrekking hebben op in totaal ten hoogste 60 % van zijn gemiddelde jaarlijkse invoer in de drie voorafgaande kalenderjaren, waarbij evenwel voor importeurs uit de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1994, voor 1992, 1993 en 1994 als referentiehoeveelheid de hoeveelheid wordt aangehouden waarvoor in die jaren invoercertificaten zijn afgegeven.

2. De certificaataanvragen van een in artikel 4, lid 1, onder b), bedoelde nieuwe importeur mogen per halfjaar en voor beide in voornoemd artikel omschreven groepen landen betrekking hebben op in totaal ten hoogste 8 % van de onder genoemde onder b) aan elke van de twee bovenbedoelde groepen landen toegewezen hoeveelheid.

Artikel 6

1. De Lid-Staten delen, overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1921/95, mee voor welke hoeveelheden certificaten zijn aangevraagd uit hoofde van de in artikel 1 bedoelde contingenten en specificeren daarbij welke hoeveelheden op grond van artikel 4, lid 1, onder a), respectievelijk b), zijn aangevraagd.

2. De invoercertificaten worden afgegeven op de vijfde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag, voor zover binnen die termijn door de Commissie geen bijzondere maatregelen worden genomen.

3. Zodra de hoeveelheden waarvoor certificaten worden aangevraagd, de voor een leverend land beschikbare hoeveelheden overschrijden, boekt de Commissie het surplus af op de in artikel 2, lid 2, bedoelde reserve.

4. Indien, na afboeking op de reserve, de aangevraagde hoeveelheden de nog resterende hoeveelheid overschrijden, stelt de Commissie een uniform verminderingspercentage vast dat op alle aangevraagde hoeveelheden wordt toegepast en schorst zij vervolgens de afgifte van certificaten.

Artikel 7

De Commissie deelt de Lid-Staten periodiek het saldo van de contingenten mee en meldt hen te zijner tijd dat het contingent is opgebruikt.

Artikel 8

Zodra de Lid-Staten weten voor welke hoeveelheden afgegeven invoercertificaten niet zijn gebruikt, delen zij die aan de Commissie mede.

Artikel 9

1. Artikel 33, lid 5, van Verordening (EG) nr. 3719/88 is van toepassing.

2. Voor hoeveelheden die worden ingevoerd in het kader van de in artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 vastgestelde tolerantie, wordt het volle in het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) vastgestelde invoerrecht geheven.

Artikel 10

1. Voor het in het vrije verkeer brengen van paddestoelen van oorsprong uit China, geldt het bepaalde in de artikelen 55 tot en met 65 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (1).

In afwijking van artikel 57, lid 2, van genoemde verordening mogen de bevoegde autoriteiten bij verlies van het origineel een duplicaat van het certificaat van oorsprong aanvaarden.

2. De voor de afgifte van de certificaten van oorsprong en de duplicaten bevoegde autoriteiten zijn vermeld in bijlage II.

3. Produkten van oorsprong uit Bulgarije, Polen en Roemenië worden in de Gemeenschap in het vrije verkeer gebracht na overlegging van het EUR 1-certificaat dat door de bevoegde autoriteiten van de genoemde landen is afgegeven overeenkomstig Protocol nr. 4 van de Europa-Overeenkomsten.

Artikel 11

1. In vak 24 van de invoercertificaten wordt in een van de officiële talen van de Gemeenschap de volgende vermelding aangebracht:

- "Derecho de aduana . . . % - Reglamento (CE) n° 2125/95",

- "Toldsats . . . % - forordning (EF) nr. 2125/95",

- "Zollsatz . . . % - Verordnung (EG) Nr. 2125/95",

- "AEáóìueò . . . % - Êáíïíéóìueò (AAÊ) áñéè. 2125/95",

- "Customs duty . . . % - Regulation (EC) No 2125/95",

- "Droit de douane: . . . % - Règlement (CE) n° 2125/95",

- "Dazio: . . . % - . . . Regolamento (CE) n. 2125/95",

- "Douanerecht: . . . % - Verordening (EG) nr. 2125/95",

- "Direito aduaneiro: . . . % - Regulamento (CE) nº 2125/95",

- "Tulli . . . prosenttia - Asetus (EY) N :o 2125/95",

- "Tull . . . % - Foerordning (EG) nr 2125/95".

2. Wanneer Bulgarije, Polen of Roemenië het land van oorsprong is, wordt in vak 24 van het invoercertificaat bovendien in een van de officiële talen van de Gemeenschap de vermelding aangebracht - "Acuerdo",

- "Aftale",

- "Abkommen",

- "Óõìoeùíssá",

- "Agreement",

- "Accord",

- "Accordo",

- "Overeenkomst",

- "Acordo",

- "Sopimus",

- "Avtal";

[naam van het betrokken land] - "Derechos de aduana reducidos tal como prevé el Acuerdo",

- "Toldsats nedsat som fastsat i aftalen",

- "Im Abkommen vorgesehene ermaessigte Zollsaetze",

- "ÌaaéùìÝíïé aeáóìïss ueðùò ðñïâëÝðïíôáé óôç óõìoeùíssá",

- "Reduced customs duties as provided for in the Agreement",

- "Droits de douane réduits comme prévu dans l'accord",

- "Diritti doganali ridotti come previsto nell'accordo",

- "Verlaagde douanerechten zoals voorzien in de overeenkomst",

- "Direitos aduaneiros reduzidos como previsto no acordo",

- "Sopimuksessa maeaeraetyin alennetuin tullein",

- "Nedsatt tull i enlighet med avtalet".

Artikel 12

1. De houder van een invoercertificaat mag om wijziging van de GN-code waarvoor een certificaat is afgegeven, verzoeken mits:

a) wijziging in een van de andere in artikel 1 genoemde codes wordt aangevraagd;

b) het verzoek wordt ingediend bij de instantie die het oorspronkelijke certificaat heeft afgegeven, en vergezeld gaat van dat oorspronkelijke certificaat en van alle afgegeven uittreksels daarvan.

2. De instantie die het oorspronkelijke certificaat heeft afgegeven, bewaart dit certificaat en alle uittreksels daarvan en geeft een vervangcertificaat af, en, in voorkomend geval, een of meer uittreksels van het vervangcertificaat.

3. Het vervangcertificaat en, in voorkomend geval, het uittreksel of de uittreksels:

- worden afgegeven voor een hoeveelheid die ten hoogste gelijk is aan de volgens het vervangen document maximaal beschikbare hoeveelheid;

- bevatten in vak 20 nummer en datum van het vervangen document;

- bevatten in de vakken 13, 14 en 15 de gegevens voor het betrokken nieuwe produkt;

- bevatten in vak 16 de nieuwe GN-code;

- bevatten in de overige vakken dezelfde gegevens als die in het vervangen document, en met name dezelfde vervaldatum.

4. De Lid-Staten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de gegevens betreffende de wijziging van de GN-code voor de afgegeven invoercertificaten.

Artikel 13

Verordening (EG) nr. 3107/94 wordt ingetrokken.

Voor produkten die op of na 1 juli 1995 worden ingevoerd op grond van overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3107/94 afgegeven en nog geldige invoercertificaten met vrijstelling van het extra bedrag, wordt als invoerrecht het in artikel 1 aangegeven ad valorem-recht geheven.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 6 september 1995.

Voor de Commissie Franz FISCHLER Lid van de Commissie

BIJLAGE I

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

De in artikel 10, lid 2, bedoelde bevoegde autoriteiten zijn:

- Shanghai Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Fujian Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Guangxi Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Zhejiang Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Jiangsu Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Sichuan Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Chongquing City Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Anhui Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Guangdong Foreign Economic Relations and Trade Commission,

- Foreign Trade Administration, Ministry of Foreign Trade and Economic Cooperation (MOFTEC).

Top