Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R1748

    VERORDENING (EG) Nr. 1748/95 VAN DE COMMISSIE van 17 juli 1995 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van peroxodisulfaten (persulfaten) van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    PB L 169 van 19.7.1995, p. 15–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/01/1996

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/1748/oj

    31995R1748

    VERORDENING (EG) Nr. 1748/95 VAN DE COMMISSIE van 17 juli 1995 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van peroxodisulfaten (persulfaten) van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    Publicatieblad Nr. L 169 van 19/07/1995 blz. 0015 - 0020


    VERORDENING (EG) Nr. 1748/95 VAN DE COMMISSIE van 17 juli 1995 tot instelling van een voorlopig anti-dumpingrecht op de invoer van peroxodisulfaten (persulfaten) van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 3283/94 van de Raad van 22 december 1994 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1251/95 (2), inzonderheid op artikel 23,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 522/94 (4), inzonderheid op artikel 11,

    Na overleg in het kader van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. PROCEDURE

    (1) In november 1993 ontving de Commissie een klacht die was ingediend door de Europese Raad van de bonden van de chemische nijverheid (Cefic), die de gehele Gemeenschapsproduktie vertegenwoordigt.

    De klacht bevatte bewijzen van dumping ten aanzien van het betrokken produkt, dat van oorsprong is uit de Volksrepubliek China, en van de hieruit voortvloeiende aanmerkelijke schade; dit bewijsmateriaal werd toereikend geacht om de inleiding van een procedure te rechtvaardigen.

    (2) De Commissie kondigde bijgevolg door middel van een bericht dat in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen werd gepubliceerd (5), de inleiding aan van een anti-dumpingprocedure met betrekking tot de invoer van persulfaten van oorsprong uit de Volksrepubliek China, ingedeeld onder GN-code ex 2833 40 00, en opende een onderzoek.

    (3) De Commissie bracht de klagende partijen, de naar haar weten betrokken exporteurs en importeurs alsmede de vertegenwoordigers van het uitvoerende land officieel op de hoogte van de inleiding van de procedure en stelde de betrokken partijen in de gelegenheid hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en om te verzoeken te worden gehoord.

    (4) De drie klagende Gemeenschapsproducenten, die door Cefic werden vertegenwoordigd, vulden de vragenlijst in.

    (5) Twee Chinese exporteurs, Guangdong Chemicals Import & Export Corporation en Fujian Provincial Chemicals Import & Export Corporation, alsmede twee onafhankelijke importeurs vulden de vragenlijst van de Commissie in. Vertegenwoordigers van Guangdong Chemicals Imports and Export Corporation en Fujian Provincial Chemicals Import & Export Corporation werd een hoorzitting toegestaan en zij maakten hun standpunten schriftelijk bekend.

    (6) De Commissie verzamelde en verifieerde alle informatie die zij voor de voorlopige vaststellingen noodzakelijk achtte en verrichtte onderzoekingen ten kantore van:

    a) Gemeenschapsproducenten:

    - Peroxid Chemie GmbH, Pullach, Duitsland,

    - Degussa AG, Frankfurt am Main, Duitsland,

    - Air Liquide Chimie (Chemoxal SA), Parijs, Frankrijk;

    b) importeurs in de Gemeenschap:

    - Sinochem Trading Hamburg GmbH, Hamburg, Duitsland,

    - COPCI, Parijs, Frankrijk.

    (7) De Commissie stuurde ook vragenlijsten aan twee producenten in Japan, dat als referentieland voor de vaststelling van de normale waarde werd gekozen, en ten kantore van deze beide bedrijven vonden verificaties plaats.

    (8) Het onderzoek naar de dumping besloeg de periode van 1 januari tot en met 31 december 1993, die de "periode van onderzoek" wordt genoemd.

    B. PRODUKT EN SOORTGELIJK PRODUKT

    1. Omschrijving van het produkt

    (9) De betrokken produkten zijn peroxodisulfaten (ammoniumspersulfaat) ((NH4)2S208), natriumpersulfaat (Na2S2O8) en kaliumpersulfaat (K2S2O8)), hierna "persulfaten" genoemd. Ammoniumpersulfaat wordt geproduceerd door elektrochemische synthese, dit wil zeggen door anodische oxydatie van zwavelzuur. Natriumpersulfaat en kaliumpersulfaat worden geproduceerd door omzetting van ammoniumpersulfaat door toevoeging van soda of kaliloog. Sommige producenten vervaardigen evenwel natrium- en kaliumpersulfaat door rechtstreekse elektrolyse van de respectieve sulfaten. De drie soorten persulfaten hebben hetzelfde eindgebruik als initiator en oxydator in de textiel- en de chemische nijverheid. De drie verschillende soorten persulfaten zijn onderling vervangbaar. De eindgebruikers hebben vaak een voorkeur voor een van de soorten om redenen die met het milieu verband houden of omdat hun installaties aan een specifieke soort persulfaten zijn aangepast. Aangezien de drie soorten persulfaten evenwel volkomen onderling verwisselbaar zijn, dienen zij in het kader van deze procedure als één en hetzelfde produkt te worden beschouwd.

    (10) Volgens het bericht van inleiding van de procedure is het produkt dat met dumping wordt ingevoerd, persulfaat met een persulfaatgehalte van meer dan 99 %. Het voorbereidende onderzoek bracht aan het licht dat het persulfaatgehalte geen grote invloed heeft op de prijzen of de markt. Persulfaten met een persulfaatgehalte van 99 % of minder en produkten met een hogere zuiverheidsgraad zijn in grote mate onderling verwisselbaar. Teneinde het volledige marktsegment te beslaan en om te voorkomen dat de maatregelen worden omzeild, werden persulfaten met een gehalte van minder dan 99 % eveneens in het onderzoek behandeld.

    2. Soortgelijk produkt

    (11) De Commissie stelde vast, dat de drie soorten persulfaten die worden geproduceerd door de producenten van de Gemeenschap, de Volksrepubliek China en Japan (dat als referentieland is geselecteerd, zie punt 1 "Normale waarde" van deel D "Dumping"), wanneer zij qua soort worden vergeleken, identiek zijn wat hun scheikundige samenstelling en hun toepassingen betreft. Op basis van deze bevindingen oordeelde de Commissie dat persulfaten die uit de Volksrepubliek China worden ingevoerd, en de produkten die door de Gemeenschapsproducenten alsmede door de Japanse producenten worden vervaardigd en verkocht, gelijk zijn in de zin van artikel 2, lid 12, van Verordening (EEG) nr. 2423/88 (hierna "basisverordening" genoemd).

    C. BEDRIJFSTAK VAN DE GEMEENSCHAP

    (12) De drie producenten van persulfaten in de Gemeenschap zijn Peroxid Chemie GmbH, Duitsland, Degussa AG, Duitsland, en Air Liquide Chimie (Chemoxal SA), Frankrijk.

    (13) Gedurende de periode van onderzoek kocht een producent een hoeveelheid natriumpersulfaat in de Volksrepubliek China. De Commissie ging overeenkomstig artikel 4, lid 5, van de basisverordening na, of deze aankoop tot gevolg moet hebben dat deze producent van de bedrijfstak van de Gemeenschap wordt uitgesloten. Gegevens die door de betrokken Gemeenschapsproducent zijn verstrekt, hebben bewezen dat de aankoop van persulfaten in de Volksrepubliek China uitsluitend plaatsvond om de positie van het bedrijf op de binnenlandse markt te beschermen en bij het starten van de produktie van natriumpersulfaat te handhaven. Op basis van deze bevindingen besloot de Commissie de producent niet van de bedrijfstak van de Gemeenschap uit te sluiten.

    D. DUMPING

    1. Normale waarde

    (14) Aangezien de Volksrepubliek China een land is zonder markteconomie, dient de vaststelling van de normale waarde te worden gebaseerd op de bevindingen in een land met markteconomie. De klagende partij stelde de Verenigde Staten van Amerika als referentieland voor. De Commissie stuurde de enige producent in de Verenigde Staten van Amerika vragenlijsten. Deze producent weigerde evenwel met de Commissie samen te werken. Als alternatief stuurde de Commissie vragenlijsten naar andere bekende producenten van persulfaten in Taiwan, Turkije, Japan, India en Mexico. De producent in India antwoordde niet en de producent in Mexico weigerde met de Commissie samen te werken. De producent in Taiwan diende niet voldoende gegevens in en weigerde verificaties ter plaatse.

    (15) De producenten in Turkije en Japan waren bereid met de Commissie samen te werken. Om te onderzoeken welk van de twee landen als referentieland het meest geschikt was, gingen de bedrijven in op het verzoek van de Commissie om meer gegevens te verstrekken. Volgens deze gegevens is de totale produktie van persulfaten door de enige producent in Turkije gering. Het bedrijf produceert geen natriumpersulfaat en de verkopen op de binnenlandse markt van ammoniumpersulfaat en kaliumpersulfaat aan onafhankelijke klanten is onbeduidend. Het grootste gedeelte van de persulfaatproduktie wordt voor eigen gebruik afgenomen door verbonden bedrijven die in een volgende produktiefase, de textielproduktie, werkzaam zijn. Op de invoer van persulfaten in Turkije worden invoerrechten ten belope van 12,5 % geheven. Anderzijds is Japan de op één na grootste producent van persulfaten ter wereld; dit land telt twee onafhankelijke producenten, hetgeen de concurrentie op de Japanse markt waarborgt. Voor de drie soorten persulfaten wordt in Japan de zelfde produktiemethode gebruikt als in de Volksrepubliek China. Er worden persulfaten in Japan ingevoerd, maar slechts in kleine hoeveelheden. Deze invoer van persulfaten in Japan is vrij van rechten. De belangrijkste grondstof voor de produktie van persulfaten, zwavelzuur, is overal ter wereld een basisprodukt en de toegankelijkheid van dit basisprodukt is in grote mate voor alle producenten de zelfde.

    (16) De Chinese exporteurs verzetten zich tegen de keuze van Japan als referentieland en verlangden dat ten minste de vaststelling van de normale waarde voor Chinees ammoniumpersulfaat op gegevens over Turkije zou worden gebaseerd.

    (17) Bij onderzoek van de argumenten van de Chinese exporteurs en rekening houdend met alle bovenstaande gegevens, wegen de voordelen van Japan als geschikt referentieland zwaarder dan de argumenten voor Turkije. De omvang van de produktie in Japan van de drie soorten persulfaten en het feit dat er op de Japanse markt twee concurrerende bedrijven zijn, vormen belangrijke elementen die voor de keuze van Japan pleiten; de Turkse verkopen zijn daarentegen voor alle in Turkije geproduceerde soorten persulfaten die niet voor eigen gebruik zijn bestemd, te klein om representatief te zijn.

    (18) Overeenkomstig artikel 2, lid 5, onder a), punt i), van de basisverordening werd de normale waarde vastgesteld op basis van de netto verkoopprijs waartegen het soortgelijke produkt in Japan werd verkocht, waarbij werd uitgegaan van de gegevens die waren verstrekt door de twee Japanse bedrijven die met de Commissie wilden samenwerken. De producenten in Japan verkopen het betrokken produkt op de binnenlandse markt aan onafhankelijke kopers voor gebruik op de binnenlandse markt in representatieve hoeveelheden en tegen winstgevende prijzen.

    2. Prijs bij uitvoer

    (19) Overeenkomstig artikel 2, lid 8, van de basisverordening werden de prijzen bij uitvoer van de exporteurs die aan het onderzoek medewerkten, vastgesteld op basis van de door de onafhankelijke importeurs werkelijk betaalde of te betalen prijzen van de produkten die door de genoemde exporteurs voor uitvoer naar de Gemeenschap werden verkocht. Deze uitvoer bedraagt volgens Eurostat ongeveer 30 % van de totale hoeveelheid persulfaten die gedurende de periode van onderzoek werd ingevoerd. Dit percentage wordt als te laag beschouwd om representatief te zijn voor alle invoer van persulfaten van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Onder deze omstandigheden dienen de uitvoerprijzen van de Chinese exporteurs die niet aan het onderzoek hebben meegewerkt, op de beschikbare gegevens te worden gebaseerd. Volgens de gegevens van Eurostat verschilt de prijsstructuur van alle uit China uitgevoerde produkten niet beduidend van de uitvoerprijzen van de aan het onderzoek medewerkende exporteurs, die onderling een homogeen prijsbeleid voeren. Op basis van deze bevindingen besloot de Commissie, de uitvoerprijzen voor de exporteurs die niet aan het onderzoek medewerkten, overeenkomstig artikel 7, lid 7, onder b), van de basisverordening vast te stellen op basis van de uitvoerprijzen van de twee exporteurs die wel aan het onderzoek medewerkten.

    E. VERGELIJKING

    (20) De normale waarde van elk soort persulfaten werd voor elke transactie vergeleken met de uitvoerprijzen van het ermee overeenstemmende soort. De vergelijking vond plaats op af-fabriek-niveau. Hiertoe werden de kosten voor binnenlands vervoer afgetrokken van zowel de normale waarden als de uitvoerprijzen. Er vonden aanpassingen plaats overeenkomstig artikel 2, leden 9 en 10, van de basisverordening om rekening te houden met verschillen die de vergelijkbaarheid van de prijzen beïnvloeden, met name verschillen in verpakkingskosten en andere verkoopkosten.

    F. DUMPINGMARGE

    (21) Na de vergelijking van de prijzen werd één enkele gewogen gemiddelde dumpingmarge voor de drie soorten persulfaten vastgesteld. Aangezien de Volksrepubliek China een land is zonder markteconomie, is deze marge van toepassing op alle exporteurs van persulfaten van oorsprong uit China. Deze marge, uitgedrukt als een percentage van de invoerprijs, cif grens Gemeenschap, bedraagt 110,1 %.

    G. SCHADE

    1. Verbruik

    (22) Om het totale verbruik van persulfaten in de Gemeenschap te berekenen, voegde de Commissie de verkoop van de onder GN-code ex 2833 40 00 vallende produkten in de Gemeenschap aan de totale invoer in de Gemeenschap toe. Het totale verbruik wordt geraamd op 19 700 ton in 1989, 19 900 ton in 1990, 19 800 ton in 1991, 19 800 ton in 1992 en 18 500 ton in 1993.

    2. Factoren in verband met de invoer met dumping

    a) Met dumping ingevoerde hoeveelheden (23) Volgens Eurostat is de invoer met dumping van het produkt in kwestie gestegen van 1 454 ton in 1989 tot 3 367 ton in 1993, zodat de Volksrepubliek China de grootste exporteur van persulfaten naar de Gemeenschap is met een aandeel van 52,8 % in de totale uitvoer naar de Gemeenschap in 1993.

    b) Marktaandeel (24) De invoer uit de Volksrepubliek China gedurende deze periode valt samen met een stijging van het marktaandeel van de Chinese exporteurs van 7,4 % in 1989 tot 18,1 % in 1993. Het marktaandeel van de Chinese exporteurs is gedurende deze periode voortdurend gestegen.

    c) Prijzen (25) Gedurende de periode van onderzoek werden persulfaten uit de Volksrepubliek China ingevoerd tegen prijzen die de prijzen van de Gemeenschapsproducenten met een gewogen gemiddelde van 41,8 % voor de drie soorten persulfaten onderboden. Om de prijsonderbieding vast te stellen, werden de uitvoerprijzen van de Chinese produkten, cif grens Gemeenschap, aangepast met de geraamde winstmarge van onafhankelijke importeurs en vergeleken met de prijzen af-fabriek van de Gemeenschapsproducenten, die werden geacht zich in een vergelijkbare handelsfase te bevinden.

    3. Factoren in verband met de toestand van de bedrijfstak in de Gemeenschap

    a) Totale produktie (26) De produktie van persulfaten van de Gemeenschapsproducenten daalde van 20 249 ton in 1989 tot 16 159 ton in 1993, d.w.z. met 20,2 %. De produktie van de Gemeenschap daalde gedurende deze periode voortdurend.

    b) Bezettingsgraad van de capaciteit (27) Gedurende de periode van 1989 tot 1993 daalde de bezettingsgraad van de capaciteit onophoudelijk met in totaal 21 %.

    c) Voorraden (28) De voorraden van de Gemeenschapsproducenten daalden van 1989 tot 1993 met gemiddeld 32,2 %. De daling van de voorraden kan uitsluitend aan één van de producenten worden toegeschreven die, gezien de inkrimping van de markt en de daling van de prijzen, koos voor een dalende produktie om de voorraden te laten slinken.

    d) Verkoop en marktaandeel (29) De verkoop van de Gemeenschapsproducenten op de markt van de Gemeenschap vertoont een daling van 15 081 ton in 1989 tot 12 287 ton in 1993; het marktaandeel van deze producenten daalde van 76,7 % in 1989 tot 66,2 % in 1993 (1990: 70,1 %; 1991: 65,4 %; 1992: 65,3 %).

    e) Prijzen (30) De gemiddelde verkoopprijzen van de bedrijfstak van de Gemeenschap op de binnenlandse markt daalden tussen 1989 en 1993 met 18 %. Omdat persulfaten, ongeacht hun oorsprong, in grote mate homogene eigenschappen hebben, zijn de prijzen doorslaggevend bij de beslissingen van de handelaren om aan te kopen.

    f) Rentabiliteit (31) De daling van de verkochte hoeveelheden tussen 1989 en 1993 en de aanzienlijke daling van de prijzen deden afbreuk aan de rentabiliteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap. De rentabiliteit van alle Gemeenschapsproducenten daalde aanzienlijk en één van hen leed zware financiële verliezen.

    g) Werkgelegenheid (32) De werkgelegenheid in der persulfaatproduktie vertoont tussen 1989 en 1993 een daling met 13,4 %.

    4. Conclusie betreffende de schade

    (33) Gezien de hierboven vermelde elementen, met name de aanzienlijke daling van produktie, verkoop en werkgelegenheid van de Gemeenschapsproducenten gedurende een periode waarin het verbruik slechts met 5,6 % daalde, en met de daling van de rentabiliteit, concludeerde de Commissie voor haar voorlopige bevindingen, dat de bedrijfstak van de Gemeenschap aanmerkelijke schade had geleden in de zin van artikel 4, lid 1, van de basisverordening.

    H. OORZAKELIJK VERBAND TUSSEN DE SCHADE EN DE INVOER MET DUMPING

    (34) De Commissie is nagegaan, of er een oorzakelijk verband was tussen de invoer met dumping en de schade waarvan de bedrijfstak van de Gemeenschap te lijden had, en of andere factoren deze schade veroorzaakten of ertoe bijdroegen.

    a) Gevolgen van de invoer met dumping (35) De Commissie stelde vast, dat de stijging van de ingevoerde hoeveelheden en van het marktaandeel ervan tot uitdrukking kwamen in een bijna identieke daling van de door de bedrijfstak van de Gemeenschap verkochte hoeveelheden en van het marktaandeel ervan. De inspanningen van de bedrijfstak van de Gemeenschap om de prijzen te verlagen en de omvang van de verkoop te handhaven, leidden tot een daling van de winst, en voor één producent tot financiële verliezen.

    b) Gevolgen van andere factoren (36) De Commissie is de mogelijke gevolgen nagegaan van andere factoren voor de situatie van de bedrijfstak van de Gemeenschap. Zij onderzocht met name in welke mate het dalende verbruik gevolgen had gehad voor de bedrijfstak. Aangezien het verbruik tussen 1989 en 1993 evenwel met slechts 5,6 % daalde, tegenover een daling van de door de bedrijfstak van de Gemeenschap verkochte hoeveelheden met 18,5 %, kon de situatie waarin de bedrijfstak zich bevond niet uitsluitend door een inkrimping van de vraag teweeg zijn gebracht.

    (37) Uit de cijfers van Eurostat bleek, dat de uit derde landen ingevoerde hoeveelheden tussen 1989 en 1993 vrijwel ongewijzigd waren gebleven en dat hun gemiddelde prijzen hoger lagen dan die van de Chinese invoer.

    c) Conclusie (38) Onder deze omstandigheden concludeerde de Commissie in het kader van haar voorlopige bevindingen dat de invoer van oorsprong uit de Volksrepubliek China die tegen dumpingprijzen en in steeds grotere hoeveelheden plaatsvond, tot een daling van de rentabiliteit van de bedrijfstak van de Gemeenschap had geleid, hetgeen deze bedrijfstak aanzienlijke schade had berokkend.

    I. BELANG VAN DE GEMEENSCHAP

    (39) Het doel van anti-dumpingmaatregelen is meer bepaald, de handel verstorende gevolgen van schadelijke dumping op te heffen en daadwerkelijke mededinging te herstellen.

    (40) Dalende winsten en zelfs jaarlijkse verliezen zijn de belangrijkste problemen geweest waarmee de bedrijfstak van de Gemeenschap te kampen had en zonder maatregelen zou de financiële toestand van de bedrijfstak verder zijn verslechterd, met het gevaar dat de produktie van persulfaten in de Gemeenschap volkomen zou worden stopgezet. Voorts hebben de eindgebruikers voordeel bij leveringen tegen lage dumpingprijzen. De kosten van persulfaten als oxydators vormen evenwel een uiterst klein gedeelte van de algemene kosten van de eindgebruikers. Onder deze omstandigheden zou het, met inachtneming van alle gegevens, niet in het belang van de Gemeenschap zijn, een totale stopzetting van een volledige bedrijfstak te riskeren voor de voordelen die deze persulfaten op korte termijn voor de eindgebruikers opleveren. De invoer uit andere derde landen in aanzienlijke hoeveelheden waarborgt, dat van de instelling van anti-dumpingmaatregelen geen negatieve gevolgen voor de mededingingssituatie op de markt van de Gemeenschap moeten worden verwacht.

    (41) Gezien deze overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd, dat het in het belang van de Gemeenschap is, dat er maatregelen worden vastgesteld ter opheffing van de schade die de bedrijfstak van de Gemeenschap door de invoer met dumping van persulfaten uit de Volksrepubliek China is berokkend.

    J. VOORLOPIG RECHT

    (42) Overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening heeft de Commissie onderzocht, of een lager recht dan de dumpingmarge geschikt zou zijn om de door de bedrijfstak van de Gemeenschap geleden schade op te heffen. Zoals in punt 2, onder c), van deel G "Schade" in overweging 25 is aangetoond, zijn de prijzen van de Gemeenschaps-producenten door de invoer met dumping onderboden. Aangezien bovendien een producent financiële verliezen heeft geleden en de twee andere producenten hun winsten zagen dalen, dient de opheffing van de schade de bedrijfstak in een positie te plaatsen waarin deze zijn gemiddelde prijzen kan verhogen tot een niveau dat een redelijke winst mogelijk maakt. Om dit te bereiken dienen de uitvoerprijzen dienovereenkomstig te worden verhoogd.

    (43) Om het niveau van het recht te berekenen dat vereist is om de schade op te heffen, zijn de aangepaste prijzen cif grens Gemeenschap van de exporteurs die aan het onderzoek hebben meegewerkt (zie overweging 25) vergeleken met de produktiekosten van de Gemeenschapsproducenten, waaraan een winstmarge van 5 % is toegevoegd, die voldoende werd geacht om de levensvatbaarheid van de bedrijfstak van de Gemeenschap te waarborgen. De schademarge, op gewogen gemiddelde basis, voor de drie soorten persulfaten, uitgedrukt als een percentage van de prijs cif grens Gemeenschap, bedraagt 83,3 %.

    (44) Omdat de vastgestelde schademarge lager lag dan de vastgestelde dumpingmarge, dient het in te stellen voorlopige recht overeen te stemmen met de overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening vastgestelde schadedrempel.

    K. SLOTBEPALING

    (45) In het belang van een vlotte afhandeling dient te worden voorzien in een redelijke termijn om de belanghebbende partijen in staat te stellen hun standpunten over de bevindingen in deze verordening schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken door de Commissie te worden gehoord,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Er wordt een voorlopig anti-dumpingrecht ingesteld op de invoer van peroxodisulfaten (persulfaten) van oorsprong uit de Volksrepubliek China, ingedeeld onder GN-code ex 2833 40 00 (Taric-code: 2833 40 00 * 10).

    2. Het voorlopige recht bedraagt 83,3 % van de nettoprijs, franco grens Gemeenschap, vóór inklaring.

    3. Voor het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van het in lid 1 vermelde produkt van oorsprong uit de Volksrepubliek China, moet een zekerheid worden gesteld die gelijk is aan het bedrag van het voorlopige recht.

    Artikel 2

    Onverminderd artikel 7, lid 4, onder b) en c), van Verordening (EEG) nr. 2423/88 kunnen de betrokken partijen hun standpunten schriftelijk kenbaar maken en verzoeken door de Commissie te worden gehoord binnen een maand na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 17 juli 1995.

    Voor de Commissie Leon BRITTAN Vice-Voorzitter

    (1) PB nr. L 349 van 31. 12. 1994, blz. 1.

    (2) PB nr. L 122 van 2. 6. 1995, blz. 1.

    (3) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1.

    (4) PB nr. L 66 van 10. 3. 1994, blz. 10.

    (5) PB nr. C 64 van 2. 3. 1994, blz. 4.

    Top