Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995R1265

    Verordening (EG) nr. 1265/95 van de Raad van 29 mei 1995 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3013/89 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

    PB L 123 van 3.6.1995, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 19/11/1998

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1995/1265/oj

    31995R1265

    Verordening (EG) nr. 1265/95 van de Raad van 29 mei 1995 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3013/89 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

    Publicatieblad Nr. L 123 van 03/06/1995 blz. 0001 - 0002


    VERORDENING (EG) Nr. 1265/95 VAN DE RAAD van 29 mei 1995 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3013/89 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

    Gezien het voorstel van de Commissie (1),

    Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

    Overwegende dat de Raad bij Verordening (EEG) nr. 2069/92 (4) tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3013/89 (5) heeft bepaald dat het recht op de premie per ooi en/of per geit met ingang van het verkoopseizoen 1993 tot een individueel maximumaantal dieren per producent wordt beperkt;

    Overwegende dat de vaststelling van een individueel maximumaantal premiedieren per producent administratieve moeilijkheden heeft opgeleverd voor bepaalde producentenverenigingen, met name in familieverband werkende verenigingen, in geval van overdracht van premierechten aan andere leden; dat derhalve met het oog op een goed administratief beheer bepaald moet worden dat bepaalde groeperingen op bepaalde voorwaarden kunnen worden vrijgesteld van de verplichting om, bij overdracht van rechten zonder overdracht van bedrijf, een deel van hun rechten af te staan aan de nationale reserve; dat deze bepaling de aan elke Lid-Staat toegekende individuele rechten niet mag doen toenemen en ook niet tot gevolg mag hebben dat nieuwe producentenverenigingen worden opgericht met als enig doel vrijstelling van de verplichting om, bij overdracht van rechten zonder overdracht van bedrijf, een deel van de rechten aan de nationale reserve af te staan;

    Overwegende dat het individuele maximum met name is gebaseerd op het totaal van de voor het verkoopseizoen 1991 aan elke producent toegekende premies; dat in Italië en Griekenland, doordat het verkoopseizoen 1991 een overgangsjaar tussen twee verschillende premieregelingen was, een bepaald aantal producenten voor dat verkoopseizoen geen premieaanvraag heeft kunnen indienen die overeenstemde met het aantal dieren welke voor de premie in aanmerking kwamen; dat het wenselijk is gebleken deze situatie te verhelpen door zowel voor Italië als voor Griekenland een speciale reserve in te stellen die overeenkomt met het geraamd maximum aan potentiële rechten die de betrokken producenten zijn misgelopen; dat daarom dient te worden bepaald dat de bevoegde instanties van de twee betrokken Lid-Staten in een eerste fase nieuwe rechten mogen verlenen zonder de bovengenoemde speciale reserve te overschrijden, en dat in een tweede fase, na controle door de Commissie, met name in de door deze situatie het zwaarst getroffen gebieden, op het correcte gebruik van de aldus toegekende rechten, de nationale reserves van Italië en Griekenland met ingang van het verkoopseizoen 1995 verhoogd worden met het totaal van de nieuw verleende rechten;

    Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3013/89 bijgevolg moet worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 3013/89 wordt als volgt gewijzigd:

    1. aan artikel 5 bis, lid 4, onder b), wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "Met ingang van het verkoopseizoen 1995 is het bepaalde in de vorige alinea evenwel niet op producentenverenigingen van toepassing wanneer rechten worden overgedragen tussen leden van een zelfde vereniging, mits voldaan wordt aan de door de Commissie volgens de procedure van artikel 30 te bepalen voorwaarden.

    In deze voorwaarden moet ten minste rekening worden gehouden met:

    - de status van de leden van de verenigingen;

    - de duur van de periode waarin de betrokkenen lid van de vereniging zijn geweest en in de vereniging geparticipeerd hebben;

    - de samenstelling van de vereniging,

    in de mate die nodig is om de toepassing van artikel 5 bis, lid 4, onder b), derde alinea, niet in gevaar te brengen.";

    2. aan artikel 5 ter, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    "Voorts wordt voor Italië en voor Griekenland een speciale reserve van, voor ieder, ten hoogste 600 000 premies, ingesteld om het mogelijk te maken dat die twee Lid-Staten aanvullende rechten toekennen aan producenten die het slachtoffer zijn van de situatie die is ontstaan doordat in het verkoopseizoen 1991 de wijzigingen in de voorwaarden waarop dieren voor premies in aanmerking komen, samenvielen met de invoering van de individuele beperking van de gegarandeerde premierechten per producent op basis van het aantal voor bovengenoemd verkoopseizoen betaalde premies.

    Italië en Griekenland zien erop toe dat producenten in bovenbedoelde categorie worden ingedeeld overeenkomstig de volgende criteria:

    a) Voor Italië:

    - Producenten die bij het begin van 1991 geen premieaanvraag uit hoofde van het verkoopseizoen 1991 hebben ingediend terwijl zij in de loop van diezelfde periode een premieaanvraag uit hoofde van het verkoopseizoen 1990 hebben ingediend.

    - Tevens producenten in volgens de procedure van artikel 30 bepaalde strikt beperkte gebieden, die wel een premieaanvraag uit hoofde van het verkoopseizoen 1991 hebben ingediend en voor wie kan worden aangetoond dat het aantal daadwerkelijk toegekende premies niet overeenstemt met het aantal in aanmerking komende dieren dat zij tijdens genoemd verkoopseizoen hebben opgegeven en gehouden: in dit geval mag het aantal bijkomende rechten dat kan worden toegekend, niet hoger liggen dan 20 % van dit aantal in aanmerking komende dieren.

    b) Voor Griekenland:

    - Producenten die hun premieaanvraag uit hoofde van het verkoopseizoen 1991 hebben ingediend en voor wie, met name op basis van de in 1992 ingediende aanvragen, kan worden aangetoond dat de uit hoofde van genoemd verkoopseizoen ontvangen premie niet overeenstemt met het aantal in aanmerking komende dieren, omdat zij geen aanvragen hebben ingediend uit hoofde van de in artikel 22, lid 6, bedoelde regeling terwijl zij in het bezit waren van ooien die uit hoofde van genoemde regeling in aanmerking kwamen.

    - Producenten die geen premieaanvraag uit hoofde van het verkoopseizoen 1991 hebben ingediend en voor wie kan worden aangetoond dat de aanvraag niet werd ingediend omdat deze producenten tijdens genoemd verkoopseizoen geen ooien hadden die in aanmerking kwamen uit hoofde van de regeling van artikel 22, lid 6.

    In alle hierboven bedoelde gevallen, met uitzondering van de onder a), tweede streepje, bedoelde gebieden in Italië, worden de bijkomende rechten bepaald door vergelijking met het aantal in aanmerking komende dieren dat blijkt uit de aanvragen die diezelfde producenten of hun rechthebbenden uit hoofde van het verkoopseizoen 1992 hebben ingediend.

    Nadat Italië en Griekenland, vóór het einde van het verkoopseizoen 1995, duidelijk hebben vastgesteld welke producenten aan de in de vorige alinea bedoelde criteria beantwoorden, vergewist de Commissie zich ervan dat alleen aan de betrokken producenten aanvullende rechten worden toegekend en dat die producenten uiteindelijk niet meer rechten verwerven dan zij zouden hebben gekregen indien bovenbedoelde situatie zich niet had voorgedaan.

    Onder voorbehoud van deze controle en binnen de limieten van bovenbedoelde speciale reserve, wordt de overeenkomstig dit artikel ingestelde nationale reserve verhoogd met het totaal van de nieuw te verlenen rechten; deze verhoging geldt niet voor de in lid 3 bedoelde aanvullende reserve.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van het verkoopseizoen 1995.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 29 mei 1995.

    Voor de Raad De Voorzitter Ph. VASSEUR

    Top