This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995D0078
95/78/EC, Euratom: Commission Decision of 13 March 1995 amending Decision 90/180/Euratom, EEC authorizing the Netherlands not to take into account certain categories of transactions and to use certain approximate estimates for the calculation of the VAT own resources base (Only the Dutch text is authentic)
95/78/EG, Euratom: Beschikking van de Commissie van 13 maart 1995 tot wijziging van Beschikking 90/180/Euratom, EEG, waarbij Nederland wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)
95/78/EG, Euratom: Beschikking van de Commissie van 13 maart 1995 tot wijziging van Beschikking 90/180/Euratom, EEG, waarbij Nederland wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)
PB L 65 van 23.3.1995, p. 30–30
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
95/78/EG, Euratom: Beschikking van de Commissie van 13 maart 1995 tot wijziging van Beschikking 90/180/Euratom, EEG, waarbij Nederland wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 065 van 23/03/1995 blz. 0030 - 0030
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 13 maart 1995 tot wijziging van Beschikking 90/180/Euratom, EEG, waarbij Nederland wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de tekst in de Nederlandse taal is authentiek) (95/78/EG, Euratom) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, Gelet op Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), inzonderheid op artikel 13, Overwegende dat, op grond van artikel 28, lid 3, van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (2), hierna genoemd "zesde richtlijn", de Lid-Staten bepaalde handelingen kunnen blijven vrijstellen of belasten en dat deze handelingen in aanmerking moeten worden genomen voor de vaststelling van de grondslag van de BTW-middelen; Overwegende dat artikel 1, punt 1, eerste alinea en punt 2, onder a), van Richtlijn 89/465/EEG van de Raad (3) de Lid-Staten met ingang van 1 januari 1990 de mogelijkheid ontneemt om bepaalde categorieën handelingen, zoals bedoeld in de bijlagen E en F van de zesde richtlijn, te blijven belasten of vrijstellen; dat de desbetreffende door de Commissie verleende machtigingen voor de vaststelling van de grondslag van de BTW-middelen derhalve dienen te worden ingetrokken; Overwegende dat de Commissie op grond van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 ten aanzien van Nederland Beschikking 90/180/Euratom, EEG (4) heeft gegeven, waarbij Nederland met ingang van het begrotingsjaar 1989 wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde; Overwegende dat Nederland vanaf 1 januari 1993 de in bijlage F, punt 11, van de zesde richtlijn bedoelde categorieën handelingen belast; dat de machtiging om geen rekening te houden met deze categorieën handelingen voor de berekening van de BTW-grondslag derhalve vanaf deze datum dient te worden ingetrokken; Overwegende dat het Raadgevend Comité voor de eigen middelen het verslag waarin de adviezen van zijn leden betreffende de onderhavige beschikking zijn neergelegd, heeft goedgekeurd, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Artikel 2, lid 4, van Beschikking 90/180/Euratom, EEG vervalt met ingang van 1 januari 1993. Artikel 2 Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Nederland. Gedaan te Brussel, 13 maart 1995. Voor de Commissie Erkki LIIKANEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 155 van 7. 6. 1989, blz. 9. (2) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. (3) PB nr. L 226 van 3. 8. 1989, blz. 21. (4) PB nr. L 99 van 19. 4. 1990, blz. 30.