Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993D0415

    93/415/EEG: BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 juni 1993 houdende machtiging van België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk om zaad van paardebonen en veldbonen dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk tot de handel toe te laten

    PB L 187 van 29.7.1993, p. 57–58 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1993/415/oj

    31993D0415

    93/415/EEG: BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 juni 1993 houdende machtiging van België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk om zaad van paardebonen en veldbonen dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk tot de handel toe te laten

    Publicatieblad Nr. L 187 van 29/07/1993 blz. 0057 - 0058


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 15 juni 1993 houdende machtiging van België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk om zaad van paardebonen en veldbonen dat niet aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG van de Raad voldoet, tijdelijk tot de handel toe te laten

    (93/415/EEG)DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/19/EEG van de Commissie (2), en met name op artikel 17,

    Gezien de door België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk ingediende verzoeken,

    Overwegende dat in 1992 de produktie van zaad van paardebonen en veldbonen dat aan de eisen van Richtlijn 66/401/EEG voldoet, in bovengenoemde landen ontoereikend was om in hun behoeften te voorzien;

    Overwegende dat het niet mogelijk is om in die behoeften te voorzien met zaaizaad uit andere Lid-Staten of uit derde landen dat aan alle in bovengenoemde richtlijn vastgestelde eisen voldoet;

    Overwegende dat België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk derhalve moeten worden gemachtigd om tot en met 31 juli 1993 toe te staan dat zaad van bovengenoemde soort, waaraan minder strenge eisen zijn gesteld, in de handel wordt gebracht;

    Overwegende bovendien dat andere Lid-Staten die dergelijk zaad dat niet aan de eisen van bovengenoemde richtlijn voldoet, aan België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk kunnen leveren, moeten worden gemachtigd om dat zaad tot de handel toe te laten, op voorwaarde dat het uitsluitend is bestemd voor België, Denemarken, Duitsland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. België wordt gemachtigd om, tot en met 31 juli 1993, 200 ton zaad van vroege rassen van paardebonen en veldbonen (Vicia faba L. (partim)) van de categorie "gecertificeerd zaad van de eerste generatie", dat niet voldoet aan de in bijlage II bij Richtlijn 66/401/EEG ten aanzien van de minimumkiemkracht vastgestelde eisen, tot de handel toe te laten op voorwaarde dat:

    a) de minimumkiemkracht ten minste 75 % bedraagt van die van zuiver zaad;

    b) op het officiële etiket de volgende vermelding is aangebracht: "Minimumkiemkracht 75 %; uitsluitend bestemd voor België".

    2. Denemarken wordt gemachtigd om, tot en met 31 juli 1993, 40 ton zaad van vroege rassen van paardebonen en veldbonen (Vicia faba L. (partim)) van de categorie "gecertificeerd zaad van de tweede generatie", dat niet voldoet aan de in bijlage II bij Richtlijn 66/401/EEG ten aanzien van de minimumkiemkracht vastgestelde eisen, tot de handel toe te laten op voorwaarde dat:

    a) de minimumkiemkracht ten minste 75 % bedraagt van die van zuiver zaad;

    b) op het officiële etiket de volgende vermelding is aangebracht: "Minimumkiemkracht 75 %; uitsluitend bestemd voor Denemarken".

    3. Duitsland wordt gemachtigd om, tot en met 31 juli 1993, 1 000 ton zaad van vroege rassen van paardebonen en veldbonen (Vicia faba L. (partim)) van de categorie "gecertificeerd zaad van de eerste generatie", dat niet voldoet aan de in bijlage II bij Richtlijn 66/401/EEG ten aanzien van de minimumkiemkracht vastgestelde eisen, tot de handel toe te laten op voorwaarde dat:

    a) de minimumkiemkracht ten minste 80 % bedraagt van die van zuiver zaad;

    b) op het officiële etiket de volgende vermelding is aangebracht: "Minimumkiemkracht 80 %; uitsluitend bestemd voor Duitsland".

    4. Ierland wordt gemachtigd om, tot en met 31 juli 1993, 20 ton zaad van vroege tannine-arme rassen van paardebonen en veldbonen (Vicia faba L. (partim)) van de categorie "gecertificeerd zaad van de eerste generatie", dat niet voldoet aan de in bijlage II bij Richtlijn 66/401/EEG ten aanzien van de minimumkiemkracht vastgestelde eisen, tot de handel toe te laten op voorwaarde dat:

    a) de minimumkiemkracht ten minste 75 % bedraagt van die van zuiver zaad;

    b) op het officiële etiket de volgende vermelding is aangebracht: "Minimumkiemkracht 75 %; uitsluitend bestemd voor Ierland".

    5. Het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd om, tot en met 31 juli 1993, 3 000 ton zaad van vroege tannine-arme rassen van paardebonen en veldbonen (Vicia faba L. (partim)) van de categorie "gecertificeerd zaad van de tweede generatie", dat niet voldoet aan de in bijlage II bij Richtlijn 66/401/EEG ten aanzien van de minimumkiemkracht vastgestelde eisen, tot de handel toe te laten op voorwaarde dat:

    a) de minimumkiemkracht ten minste 75 % bedraagt van die van zuiver zaad;

    b) op het officiële etiket de volgende vermelding is aangebracht: "Minimumkiemkracht 75 %; uitsluitend bestemd voor het Verenigd Koninkrijk".

    Artikel 2

    1. De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1, lid 1, vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 200 ton zaad van paardebonen en veldbonen in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor België. Op het officiële etiket moet de in artikel 1, lid 1, onder b), aangegeven vermelding worden aangebracht.

    2. De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1, lid 2, vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 40 ton zaad van paardebonen en veldbonen in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor Denemarken. Op het officiële etiket moet de in artikel 1, lid 2, onder b), aangegeven vermelding worden aangebracht.

    3. De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1, lid 3, vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 1 000 ton zaad van paardebonen en veldbonen in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor Duitsland. Op het officiële etiket moet de in artikel 1, lid 3, onder b), aangegeven vermelding worden aangebracht.

    4. De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1, lid 4, vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 20 ton zaad van paardebonen en veldbonen in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor Ierland. Op het officiële etiket moet de in artikel 1, lid 4, onder b), aangegeven vermelding worden aangebracht.

    5. De andere Lid-Staten worden gemachtigd om, onder de in artikel 1, lid 5, vastgestelde voorwaarden, toe te staan dat op hun grondgebied ten hoogste 3 000 ton zaad van paardebonen en veldbonen in de handel wordt gebracht, voor zover dat zaad uitsluitend bestemd is voor het Verenigd Koninkrijk. Op het officiële etiket moet de in artikel 1, lid 5, onder b), aangegeven vermelding worden aangebracht.

    Artikel 3

    De Lid-Staten delen de Commissie vóór 30 september 1993 mee hoeveel zaad op grond van deze beschikking op hun grondgebied in de handel is gebracht. De Commissie deelt deze gegevens mee aan de andere Lid-Staten.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 15 juni 1993.

    Voor de Commissie

    René STEICHEN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. 125 van 11. 7. 1966, blz. 2298/66.

    (2) PB nr. L 104 van 22. 4. 1992, blz. 61.

    Top