Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R3885

    Verordening (EEG) nr. 3885/92 van de Commissie van 22 december 1992 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van de bijzondere regeling voor de invoer van boter uit Nieuw- Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

    PB L 391 van 31.12.1992, p. 18–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/12/1993; opgeheven door 393R3618

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/3885/oj

    31992R3885

    Verordening (EEG) nr. 3885/92 van de Commissie van 22 december 1992 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van de bijzondere regeling voor de invoer van boter uit Nieuw- Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

    Publicatieblad Nr. L 391 van 31/12/1992 blz. 0018 - 0019


    VERORDENING (EEG) Nr. 3885/92 VAN DE COMMISSIE van 22 december 1992 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen van de bijzondere regeling voor de invoer van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op de Toetredingsakte van 1972, en met name op artikel 5, lid 2, van Protocol nr. 18,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3841/92 van de Raad van 17 december 1992 inzake de voortzetting van de invoer, onder bijzondere voorwaarden, van boter uit Nieuw-Zeeland in het Verenigd Koninkrijk (1), en met name op artikel 6,

    Overwegende dat uitvoeringsbepalingen moeten worden vastgesteld, met name inzake de controle op de oorsprong en bestemming van de boter, alsmede de door het Verenigd Koninkrijk te verstrekken mededelingen; dat Verordening (EEG) nr. 3038/89 van de Commissie (2) derhalve moet worden ingetrokken;

    Overwegende dat het Comité van beheer voor melk en zuvielprodukten geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3841/92 bedoelde certificaat:

    a) is een genummerd certificaat afgegeven door de bevoegde autoriteiten van Nieuw-Zeeland,

    b) beantwoordt aan de door het Verenigd Koninkrijk vastgestelde bijkomende voorwaarden met het oog op de identificatie van de betrokken boter en de juistheid van de gegevens die in het certificaat zijn vermeld, en

    c) wordt aan de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk voorgelegd bij de aanvaarding van de invoeraangifte.

    2. Om er zeker van te zijn dat de boter op de datum waarop de invoeraangifte wordt aanvaard de voorgeschreven minimumouderdom heeft, wordt op het certificaat de datum vermeld waarop de betrokken boter is vervaardigd.

    3. Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die krachtens lid 1, onder b), worden genomen.

    Artikel 2

    1. Met betrekking tot de controle van de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3841/92 bedoelde maximumhoeveelheden wordt rekening gehouden met alle hoeveelheden waarvoor in de betrokken periode invoeraangiften werden aanvaard.

    2. Bij wijziging van het in ecu of in de nationale munteenheid uitgedrukte bedrag van de speciale heffing, moet de koers in aanmerking worden genomen die gold op de dag waarop de invoeraangifte werd aanvaard.

    Artikel 3

    1. Op de Nieuwzeelandse boter die in het kader van Verordening (EEG) nr. 3841/92 in het Verenigd Koninkrijk is ingevoerd, moet in alle handelsstadia de vermelding staan dat zij van oorsprong uit Nieuw-Zeeland is.

    2. Wanneer de Nieuwzeelandse boter evenwel wordt vermengd met boter uit de Gemeenschap, die bestemd is voor direct verbruik, is het bepaalde in lid 1 slechts van toepassing tot het stadium van de verpakking in kleine verpakkingen.

    Het Verenigd Koninkrijk stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die te dien einde zijn genomen.

    Artikel 4

    Voor boter waarvoor de in Verordening (EEG) nr. 3841/92 vervatte bijzondere invoerregeling geldt of heeft gegolden, deelt het Verenigd Koninkrijk uiterlijk aan het einde van iedere week aan de Commissie het volgende mede:

    a) de in de voorafgaande week in het Verenigd Koninkrijk binnengekomen hoeveelheden:

    - waarvoor de invoeraangiften werden aanvaard,

    - waarvoor deze aangiften nog niet werden aanvaard;

    b) de in het Verenigd Koninkrijk opgeslagen hoeveelheden die op de jongste datum bekend zijn:

    - waarvoor de invoeraangiften werden aanvaard,

    - waarvoor deze aangiften nog niet werden aanvaard;

    c) de in de voorafgaande week op de Britse markt verkochte hoeveelheden:

    - bestemd voor direct verbruik,

    - vermengd met boter uit de Gemeenschap, die bestemd is voor direct verbruik,

    - bestemd voor andere doeleinden;

    d) de cumulatieve hoeveelheden vanaf 1 januari van ieder jaar die op de jongste datum bekend zijn:

    - waarvoor de invoeraangiften werden anvaard,

    - waarvoor de invoeraangiften nog niet werden aanvaard,

    - die zijn verkocht op de Britse markt en onderverdeeld als vermeld onder c);

    e) de hoeveelheden die onderweg zijn tussen Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk, met aanduiding van hun vermoedelijke datum van aankomst;

    f) de in het eerste verkoopstadium toegepaste verkoopprijzen.

    Artikel 5

    Verordening (EEG) nr. 3038/89 wordt ingetrokken.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing vanaf 1 januari 1993. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 22 december 1992. Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 390 van 31. 12. 1992, blz. 1. (2) PB nr. L 291 van 10. 10. 1989, blz. 45.

    Top