EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992R0816

Verordening (EEG) nr. 816/92 van de Raad van 31 maart 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

PB L 86 van 1.4.1992, p. 83–84 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1992/816/oj

31992R0816

Verordening (EEG) nr. 816/92 van de Raad van 31 maart 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

Publicatieblad Nr. L 086 van 01/04/1992 blz. 0083 - 0084
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 41 blz. 0183
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 41 blz. 0183


VERORDENING (EEG) Nr. 816/92 VAN DE RAAD van 31 maart 1992 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat de regeling inzake de extra heffing die is ingesteld bij artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 374/92 (4), op 31 maart 1992 afloopt; dat in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een nieuwe regeling dient te worden vastgesteld die tot het jaar 2000 van kracht is; dat de huidige regeling derhalve in de tussenliggende tijd verlengd dient te worden met een negende tijdvak van twaalf maanden; dat, overeenkomstig de voorstellen van de Commissie, de krachtens de onderhavige verordening vastgestelde totale hoeveelheid voor dat tijdvak tegen een vergoeding kan worden verlaagd, om de reeds aangevangen sanering voort te zetten;

Overwegende dat de tijdelijke schorsing van een deel van de referentiehoeveelheden van het vierde tot en met het achtste tijdvak van twaalf maanden, als vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 775/87 (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3643/90 (6), noodzakelijk was in verband met de marktsituatie; dat, wegens de aanhoudende overschotsituatie, 4,5 % van de referentiehoeveelheden voor leveringen niet in aanmerking moeten worden genomen in de gegarandeerde totale hoeveelheden voor het negende tijdvak; dat de Raad in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid definitief zal besluiten wat er met deze hoeveelheden moet gebeuren; dat het, daarvan uitgaande, dienstig is de betrokken hoeveelheid voor elke Lid-Staat te preciseren;

Overwegende dat de toepassing van de regeling tot beheersing van de melkproduktie de herstructurering van de landbouwbedrijven op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek niet in gevaar mag brengen; dat het, gezien de ondervonden moeilijkheden, noodzakelijk is de versoepelingen van de regeling voor genoemd grondgebied met een extra tijdvak te verlengen, waarbij evenwel gewaarborgd dient te worden dat een en ander alleen ten goede zal komen aan dit grondgebied,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 5 quater van Verordening (EEG) nr. 804/68 wordt als volgt gewijzigd:

1. in lid 1, eerste alinea, worden de woorden "gedurende acht opeenvolgende tijdvakken" vervangen door "gedurende negen opeenvolgende tijdvakken";

2. het volgende lid wordt toegevoegd:

"1 ter. Met betrekking tot de bedrijven op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek kan de referentiehoeveelheid voor het negende tijdvak van twaalf maanden voorlopig worden toegekend, op voorwaarde dat de aldus toegekende hoeveelheid in de loop van het tijdvak niet wordt gewijzigd.";

3. aan lid 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

"g) bedraagt de gegarandeerde totale hoeveelheid voor het tijdvak van 1 april 1992 tot en met 31 maart 1993, onverminderd een verlaging, in de loop van het tijdvak, rekening houdend met de voorstellen van de Commissie in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, met 1 % berekend op de in de tweede alinea van dit lid bedoelde hoeveelheden:

(1 000 ton) België 2 881,036 Denemarken 4 369,390 Duitsland 27 154,205 (1) Griekenland 520,615 Spanje 4 361,750 Frankrijk 23 042,430 Ierland 4 725,600 Italië 8 224,210 Luxemburg 237,175 Nederland 10 709,205 Portugal 1 743,420 Verenigd Koninkrijk 13 702 993. De in Verordening (EEG) nr. 775/87 bedoelde hoeveelheden die niet in de eerste alinea zijn opgenomen, luiden als volgt:

(1 000 ton) België 144,495 Denemarken 219,690 Duitsland 1 360,215 (2) Griekenland 24,165 Spanje 209,250 Frankrijk 1 153,530 Ierland 237,600 Italië 395,910 Luxemburg 11,925 Nederland 539,055 Verenigd Koninkrijk 689,831. (1) Waarvan 6 157,620 voor de leveringen aan kopers die gevestigd zijn op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek.

(2) Waarvan 306,18 op het grondgebied van de voormalige Duitse Democratische Republiek.

De Raad zal in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid definitief besluiten wat er met deze hoeveelheden moet gebeuren.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1992.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 maart 1992. Voor de Raad De Voorzitter Arlindo MARQUES CUNHA

Top