This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31991R3765
Council Regulation (EEC) No 3765/91 of 16 December 1991 opening and providing for the administration of a Community preferential ceiling for certain petroleum products refined in Turkey and establishing Community surveillance for imports thereof (1992)
VERORDENING (EEG) Nr. 3765/91 VAN DE RAAD van 16 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van een preferentieel communautair maximum voor bepaalde in Turkije geraffineerde aardolieprodukten en de instelling van een communautair toezicht op de invoer van deze produkten (1992)
VERORDENING (EEG) Nr. 3765/91 VAN DE RAAD van 16 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van een preferentieel communautair maximum voor bepaalde in Turkije geraffineerde aardolieprodukten en de instelling van een communautair toezicht op de invoer van deze produkten (1992)
PB L 356 van 24.12.1991, p. 14–16
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1992
VERORDENING (EEG) Nr. 3765/91 VAN DE RAAD van 16 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van een preferentieel communautair maximum voor bepaalde in Turkije geraffineerde aardolieprodukten en de instelling van een communautair toezicht op de invoer van deze produkten (1992) -
Publicatieblad Nr. L 356 van 24/12/1991 blz. 0014 - 0016
VERORDENING (EEG) Nr. 3765/91 VAN DE RAAD van 16 december 1991 betreffende de opening en de wijze van beheer van een preferentieel communautair maximum voor bepaalde in Turkije geraffineerde aardolieprodukten en de instelling van een communautair toezicht op de invoer van deze produkten (1992) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat in artikel 7 van het op 30 juni 1973 te Ankara ondertekende Complementair Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije in verband met de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap (1) en dat in werking is getreden op 1 maart 1986 (2) is voorzien in volledige schorsing van de rechten voor bepaalde in Turkije geraffineerde aardolieprodukten van hoofdstuk 27 van het gemeenschappelijk douanetarief, binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent van in totaal 340 000 ton per jaar; dat voor de betrokken produkten voorlopig een aanpassing van de overeengekomen tariefvoordelen tot stand moet worden gebracht, die voornamelijk bestaat in de vervanging van het communautaire tariefcontingent door een communautair maximum waarvan de omvang na successieve verhogingen is gebracht op 740 250 ton, waarboven de ten opzichte van derde landen geldende invoerrechten opnieuw kunnen worden ingesteld; Overwegende dat de Raad Verordening (EEG) nr. 1059/88 van 28 maart 1988 houdende vaststelling van de regeling van toepassing op het handelsverkeer van Griekenland met Turkije (3) heeft vastgesteld; dat de Raad eveneens Verordening (EEG) nr. 2573/87 van 11 augustus 1987 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het handelsverkeer van Spanje en Portugal met Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Tunesië en Turkije (4) heeft vastgesteld; dat de onderhavige verordening derhalve geldt voor de Gemeenschap in haar huidige samenstelling; Overwegende dat de toepassing van de regeling inzake maxima het noodzakelijk maakt dat de Gemeenschap regelmatig op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkeling van de invoer van genoemde in Turkije geraffineerde produkten; dat invoer van deze produkten dientengevolge aan een toezichtregeling dient te worden onderworpen; Overwegende dat dit doel kan worden bereikt via een wijze van beheer waarbij op het niveau van de Gemeenschap de invoer van de betrokken produkten op het maximum wordt afgeboekt naar gelang die produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven; dat deze wijze van beheer in de mogelijkheid dient te voorzien de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw in te stellen zodra het maximum op het niveau van de Gemeenschap is bereikt; Overwegende dat voor deze wijze van beheer een nauwe en bijzonder vlotte samenwerking is vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name moet kunnen volgen welke hoeveelheden op het maximum worden afgeboekt en de Lid-Staten hiervan in kennis moet kunnen stellen; dat deze samenwerking des te nauwer moet zijn omdat de Commissie de passende maatregelen moet kunnen treffen om de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief opnieuw in te stellen wanneer het maximum is bereikt, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Van 1 januari tot en met 31 december 1992 worden, binnen de grenzen van een communautair maximum van 740 250 ton, de rechten voor de invoer in de Gemeenschap van de in lid 2 genoemde, in Turkije geraffineerde aardolieprodukten, volledig geschorst. In het kader van dit maximum passen het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek rechten toe die worden berekend overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2573/87. 2. Lid 1 is van toepassing op de hierna genoemde aardolieprodukten: Volg- nummer GN-code Omschrijving 13.0010 2710 00 Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten die 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan het karakter door deze olie wordt bepaald, elders genoemd noch elders onder begrepen: lichte oliën: bestemd voor ander gebruik: speciale lichte oliën: 2710 00 21 white spirit 13.0010 (vervolg) 2710 00 25 andere andere: motorbenzine: 2710 00 31 vliegtuigbenzine andere, met een loodgehalte van: 2710 00 33 niet meer dan 0,013 g/l 2710 00 35 meer dan 0,013 g/l 2710 00 37 lichte reactiemotorbrandstof 2710 00 39 andere lichte oliën halfzware oliën: bestemd voor ander gebruik: kerosine (lamppetroleum of lampolie): 2710 00 51 reactiemotorbrandstof 2710 00 55 andere 2710 00 59 andere zware oliën: gasolie: 2710 00 69 bestemd voor ander gebruik stookolie: 2710 00 79 bestemd voor ander gebruik smeerolie en andere oliën: 2710 00 95 bestemd om te worden ge- of vermengd als omschreven in aanvullende aantekening 6 (gecombineerde nomenclatuur) op hoofdstuk 27 (1) 2710 00 99 bestemd voor ander gebruik 2711 Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen: vloeibaar gemaakt: 2711 12 propaan: ander: 2711 12 99 bestemd voor ander gebruik 2711 13 butanen: 2711 13 90 bestemd voor ander gebruik 2712 Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, "slack wax", ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen produkten, ook indien gekleurd: 2712 10 vaseline: 2712 10 10 ruwe 2712 10 90 andere 2712 20 00 paraffine bevattende minder dan 0,75 gewichtspercent olie 2712 90 andere: andere: ruwe: 2712 90 39 bestemd voor ander gebruik 2712 90 90 andere 2713 Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen: 2713 90 andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen: 2713 90 90 andere (1) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen. 3. De invoer van de in lid 1 bedoelde aardolieprodukten is aan een communautair toezicht onderworpen. 4. De afboekingen op het maximum geschieden naar gelang de produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven. 5. De mate waarin van het maximum gebruik is gemaakt wordt op het niveau van de Gemeenschap vastgesteld aan de hand van de invoer welke onder de in lid 4 bepaalde voorwaarden wordt afgeboekt. 6. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de op de in dit artikel bedoelde wijze verrichte invoer, met de frequentie en binnen de termijnen die vermeld zijn in artikel 3. Artikel 2 Zodra het in artikel 1, lid 1, vermelde maximum op het niveau van de Gemeenschap is bereikt, kan de Commissie bij verordening de heffing van de gewone rechten tot aan het einde van het kalenderjaar opnieuw instellen. Artikel 3 De Lid-Staten dienen uiterlijk de vijftiende dag van iedere maand aan de Commissie het overzicht van de afboekingen die in de loop van de voorafgaande maand zijn verricht over te leggen. Op verzoek van de Commissie wordt het overzicht van de afboekingen om de tien dagen overgelegd, waarbij dit overzicht binnen vijf volle dagen na afloop van iedere periode van tien dagen moet worden doorgezonden. Artikel 4 De Commissie neemt, in nauwe samenwerking met de Lid-Staten, alle maatregelen die nodig zijn om de toepassing van deze verordening te waarborgen. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1992. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 16 december 1991. Voor de Raad De Voorzitter H. VAN DEN BROEK (1) PB nr. L 361 van 31. 12. 1977, blz. 2. (2) PB nr. L 48 van 26. 2. 1986, blz. 36. (3) PB nr. L 104 van 23. 4. 1988, blz. 4. (4) PB nr. L 250 van 1. 9. 1987, blz. 1.