Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991R0803

    Verordening (EEG) Nr. 803/91 van de Commissie van 27 maart 1991 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    PB L 82 van 28.3.1991, p. 35–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1991/803/oj

    31991R0803

    Verordening (EEG) Nr. 803/91 van de Commissie van 27 maart 1991 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    Publicatieblad Nr. L 082 van 28/03/1991 blz. 0035 - 0036


    VERORDENING ( EEG ) Nr . 803/91 VAN DE COMMISSIE van 27 maart 1991 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 513 /91 van de Raad van 25 februari 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië ( 1 ), en met name op artikel 3,

    Overwegende dat krachtens het bepaalde in de artikelen 1 en 2 van Verordening ( EEG ) nr . 513/91, het tempo van de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië dient te worden bepaald; dat de vastgestelde hoeveelheid op grond van de huidige en de te verwachten voorzieningssituatie voor de olijfoliemarkt in de Gemeenschap zonder gevaar voor verstoring van de markt kan worden afgezet, indien de invoer niet op een korte periode van elk verkoopseizoen wordt geconcentreerd; dat het dienstig is voor te schrijven dat de invoercertificaten in een nader aan te geven maandelijks tempo worden afgegeven;

    Overwegende dat voorschriften voor de afgifte van de invoercertificaten dienen te worden vastgesteld om te waarborgen dat de importeurs van olijfolie op voet van gelijkheid van dit contingent gebruik kunnen maken;

    Overwegende dat op grond van artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 513/91 de nodige maatregelen moeten worden vastgesteld om verleggingen van het handelsverkeer te voorkomen en om met name te garanderen dat, indien deze olie in Spanje of Portugal tot verbruik wordt ingevoerd, de overeenkomstig de artikelen 97 en 295 van de Toetredingsakte berekende heffing voor Spanje en Portugal wordt toegepast;

    Overwegende dat de invoer van olie uit Tunesië een bepaalde hoeveelheid niet mag overschrijden; dat de tolerantie bedoeld in artikel 8 van Verordening ( EEG ) nr . 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer -, uitvoer - en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten ( 2 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1599/90 ( 3 ), derhalve niet mag worden toegestaan;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1

    1 . Niet-behandelde olijfolie van de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90, die volledig in Tunesië is verkregen en rechtstreeks van dat land naar de Gemeenschap wordt vervoerd en waarvoor de bijzondere heffing bedoeld in artikel 4 van het Aanvullend Protocol bij de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië of de overeenkomstig de artikelen 97 en 295 van de Toetredingsakte berekende heffing voor Spanje en Portugal geldt, mag vanaf 1 maart van elk verkoopseizoen worden ingevoerd . De invoercertificaten worden afgegeven voor een hoeveelheid van maximaal 46 000 ton per verkoopseizoen .

    2 . Onder de bij deze verordening vastgestelde voorwaarden mogen certificaten worden afgegeven voor een hoeveelheid van maximaal 5 000 ton per maand voor maart, april en oktober en maximaal 10 000 ton per maand voor de maanden mei tot en met september . Indien de voor een bepaalde maand toegestane hoeveelheid in die maand niet volledig wordt opgebruikt, wordt de resterende hoeveelheid bij de hoeveelheid voor de volgende maand gevoegd, zonder mogelijkheid tot verdere overboeking . Artikel 2

    1 . Met het oog op de toepassing van de in artikel 1 bedoelde bijzondere heffing of van de op grond daarvan berekende heffing voor Spanje en Portugal moeten de importeurs bij de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten een invoercertificaat aanvragen . De aanvraag moet vergezeld gaan van een afschrift van het met de Tunesische exporteur gesloten koopcontract .

    2 . De aanvragen voor invoercertificaten moeten wekelijks op maandag en op dinsdag worden ingediend . De Lid -Staten doen iedere woensdag aan de Commissie mededeling van de in de ontvangen certificaataanvragen vermelde gegevens . Er mogen evenwel in de maanden november tot en met februari geen certificaataanvragen worden ingediend .

    3 . De Commissie boekt wekelijks de hoeveelheden waarvoor aanvragen voor invoercertificaten zijn ingediend . Zij staat de Lid-Staten toe certificaten af te geven totdat het maandcontingent is opgenomen; indien het contingent opgebruikt dreigt te geraken, staat zij de Lid-Staten toe naar evenredigheid van de beschikbare hoeveelheid certificaten af te geven .

    4 . Zodra de in het Aanvullend Protocol bepaalde maximumhoeveelheid is bereikt, stelt de Commissie de Lid-Staten daarvan in kennis .

    5 . Voor de toepassing van dit artikel wordt een week waarin een nieuwe maand begint, gerekend bij de maand waarin de donderdag van die week valt . Artikel 3

    De in artikel 2 bedoelde invoercertificaten zijn geldig gedurende zestig dagen te rekenen vanaf de datum van de afgifte, maar tot uiterlijk 31 oktober van elk verkoopseizoen .

    De in Verordening ( EEG ) nr . 2041/75 van de Commissie ( 4 ) opgenomen bepalingen inzake invoercertificaten zonder vaststelling vooraf van de heffing zijn van toepassing op de zekerheden en de termijn voor de afgifte van de certificaten . Artikel 4

    1 . De Lid-Staten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 31 december 1985 waarin uit Tunesië afkomstige olijfolie in het vrije verkeer wordt gebracht onder de in artikel 1 bedoelde voorwaarden, stellen een controlesysteem in . Daarbij dient te worden bepaald dat, onverminderd de toepassing van lid 2, bij verzending van olijfolie vallend onder de GN-codes 1509 10 10 en 1509 10 90 in onmiddellijke verpakkingen met een netto-inhoud van meer dan 5 liter of onverpakt, naar een andere Lid-Staat, de handelaar ten genoegen van deze Lid-Staten moet aantonen dat deze olie niet van oorsprong is uit Tunesië .

    2 . Ingeval olijfolie die overeenkomstig lid 1 in het vrije verkeer is gebracht, naar een andere Lid-Staat wordt verzonden, moet in het document waaruit het communautaire karakter van het produkt blijkt, de heffing die bij het in het vrije verkeer brengen van de produkten is toegepast, alsook één van de volgende aanduidingen worden vermeld :

    - Aceite de oliva importado de Túnez - Reglamento ( CEE ) no 513/91,

    - Olivenolie indfoert fra Tunesien - Forordning ( EOEF ) nr . 513/91,

    - Olivenoel, eingefuehrt aus Tunesien - Verordnung ( EWG ) Nr . 513 /91,

    - Elaiolado eisachthen apo tin Tynisia - Kanonismos ( EOK ) arith . 513/91,

    - Olive oil imported from Tunisia - Regulation ( EEC ) No 513/91,

    - Huile d'olive importée de Tunisie - Règlement ( CEE ) no 513/91,

    - Olio d'oliva importato dalla Tunisia - Regolamento ( CEE ) n . 513/91,

    - Olijfolie ingevoerd uit Tunesië - Verordening ( EEG ) nr . 513/91,

    - Azeite importado da Tunísia - Regulamento ( CEE ) no 513/91 .

    3 . In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening ( EEG ) nr . 3719/88 mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de hoeveelheid die is vermeld in de vakken 10 en 11 van het invoercertificaat . In vak 22 van bedoeld certificaat moet daarom het cijfer 0 worden ingevuld .

    4 . Wanneer olijfolie waarvoor het in lid 2 bedoelde document wordt overgelegd waaruit het communautaire karakter van de goederen blijkt, in Spanje of Portugal tot verbruik wordt ingevoerd, wordt in die Lid-Staten een bedrag geheven dat wordt berekend door het verschil tussen de op de dag van aanvaarding van de aangifte ten invoer tot verbruik geldende minimumheffing en de heffing die wordt toegepast bij het in het vrije verkeer brengen van de goederen in de Gemeenschap, te vermenigvuldigen met het in artikel 97 of artikel 295 van de Toetredingsakte bedoelde percentage . Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel, 27 maart 1991 . Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr. L 56 van 2 . 3 . 1991, blz . 1 . ( 2 ) PB nr . L 331 van 2 . 12 . 1988, blz . 1 . ( 3 ) PB nr . L 151 van 15 . 6 . 1990, blz . 29 . ( 4 ) PB nr . L 213 van 11 . 8 . 1975, blz . 1 .

    Top