EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991H0004

91/4/Euratom: Aanbeveling van de Commissie van 7 december 1990 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag

PB L 6 van 9.1.1991, p. 16–24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/12/1999; vervangen door 399X0829

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/1991/4/oj

31991H0004

91/4/Euratom: Aanbeveling van de Commissie van 7 december 1990 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag

Publicatieblad Nr. L 006 van 09/01/1991 blz. 0016 - 0024


AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 7 december 1990 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag ( 91/4/Euratom )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op de artikelen 37 en 124,

Na raadpleging van de ingevolge artikel 31 van het Verdrag door het Wetenschappelijk en Technisch Comité aangewezen deskundigen,

Overwegende dat iedere Lid-Staat krachtens artikel 37 gehouden is aan de Commissie de algemene gegevens te verstrekken van elk plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen, in welke vorm ook, om vast te kunnen stellen of de uitvoering van dat plan een radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere Lid-Staat ten gevolge zou kunnen hebben; dat de Commissie na raadpleging van de in artikel 31 bedoelde groep van deskundigen binnen zes maanden haar advies uitbrengt;

Gezien de ervaring die als gevolg van de Aanbevelingen van de Commissie van 16 november 1960 ( 1 ) en 82/181/Euratom ( 2 ) met de toepassing van artikel 37 van het Verdrag is opgedaan;

Overwegende dat luidens het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zaak 187/87 ( 3 ):

"artikel 37 van het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aldus moet worden uitgelegd, dat de algemene gegevens van een plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen aan de Commissie moeten worden verstrekt voordat de bevoegde autoriteiten van de betrokken Lid-Staat vergunning voor die lozingen verlenen";

Overwegende dat het Hof in genoemd arrest heeft gesteld dat :

". . ., wanneer een Lid-Staat voor de lozing van radioactieve afvalstoffen een vergunning vereist, het advies van de Commissie, om volledig effect te hebben, vóór de afgifte van die vergunning ter kennis van de betrokken Lid-Staat moet worden gebracht";

Overwegende dat het, om zorg te dragen voor een uniforme toepassing van de veiligheidsnormen betreffende de gezondheidsbescherming van de bevolking en om tot een consequente beoordeling van de lozingsplannen te komen, noodzakelijk is de te verstrekken inlichtingen nader te omschrijven,

BEVEELT AAN :

1 . dat onder "lozing van radioactieve afvalstoffen" in de zin van artikel 37 van het Verdrag wordt verstaan elke voorziene of onvoorziene lozing van radioactieve stoffen, afkomstig van de in de drie, hieronder vermelde categorieën genoemde werkzaamheden :

CATEGORIE 1

1 . het in bedrijf hebben van kernreactoren,

2 . opwerking van bestraalde splijtstof;

CATEGORIE 2

1 . winning, zuivering en omzetting van uranium en thorium,

2 . verrijking van uranium in U-235,

3 . vervaardiging van splijtstof,

4 . behandeling en opslag ( 4 ) van radioactieve afvalstoffen, afkomstig van werkzaamheden van de categorieën 1 en 2,

5 . storting in zee van radioactieve afvalstoffen, afkomstig van werkzaamheden van de categorieën 1 en 2,

6 . het in de grond of in de zeebodem begraven van radioactieve afvalstoffen, afkomstig van werkzaamheden van de categorieën 1 en 2,

7 . opslag ( 5 ) van bestraalde splijtstof in andere installaties dan die waarmee werkzaamheden van categorie 1 zijn gemoeid,

8 . het ontmantelen ( 6 ) van installaties waarmee werkzaamheden van categorie 1 zijn gemoeid,

9 . "handling" of verwerking van radioactieve stoffen op industriële schaal;

CATEGORIE 3

alle andere werkzaamheden waarbij radioactieve afvalstoffen vrijkomen;

2 . dat onder "algemene gegevens" in de zin van artikel 37 van het Verdrag wordt verstaan :

- voor de werkzaamheden van categorie 1, de in de bijlagen 1A en 2 bedoelde gegevens;

- voor de werkzaamheden van categorie 2, uitgezonderd die onder de nummers 5 en 6, de in bijlage 1A bedoelde gegevens, en voor de werkzaamheden onder de nummers 5 en 6, de in bijlage 1B bedoelde gegevens;

- voor de werkzaamheden van categorie 3, de in punt 8, onder b ), bedoelde gegevens;

3 . dat voor plannen waarmee onder categorie 1 en categorie 2 vallende werkzaamheden zijn gemoeid, de in bijlage 1A of 1B genoemde "algemene gegevens", voor zover deze van toepassing zijn, ter kennis van de Commissie dienen te worden gebracht, zo mogelijk één jaar doch ten minste zes maanden voordat :

- door de bevoegde autoriteiten een vergunning voor de lozing van radioactieve afvalstoffen wordt afgegeven,

of

- met de in categorie 2 genoemde werkzaamheden waarvoor geen lozingsvergunning is vereist, wordt begonnen;

4 . dat voor plannen waarmee onder categorie 1 vallende werkzaamheden zijn gemoeid, de in bijlage 2 opgesomde voorlopige "algemene gegevens" aan de Commissie dienen te worden verstrekt alvorens door de bevoegde autoriteiten een bouwvergunning wordt verleend;

5 . dat een Lid-Staat desgewenst de Commissie over elk plan voor lozing van radioactief afval op zijn grondgebied, ook indien dat niet in deze aanbeveling wordt verlangd, om advies kan vragen;

6 . dat, indien een wijziging van een plan voor lozing van radioactief afval waarvoor reeds een advies krachtens artikel 37 is verstrekt, een aanmerkelijke toeneming van de blootstelling van de bevolking van een andere Lid-Staat tot gevolg kan hebben, de desbetreffende "algemene gegevens" zo mogelijk één jaar, doch ten minste zes maanden voordat door de bevoegde autoriteiten een nieuwe vergunning voor de lozing van radioactief afval wordt afgegeven, ter kennis van de Commissie dienen te worden gebracht;

7 . dat, gezien het feit dat de mededeling van een plan voor lozing van radioactieve afvalstoffen onder de verantwoordelijkheid van de betrokken Lid-Staat valt, deze Lid-Staat de verantwoordelijkheid aanvaardt voor alle aan de Commissie ter zake verstrekte gegevens;

8 . dat aan de Commissie dienen te worden toegezonden :

a ) om de twee jaar : een opgave van de lozingen van radioactieve afvalstoffen, afkomstig van elk van de installaties waarmee onder categorie 1 of 2 vallende werkzaamheden zijn gemoeid;

b ) om de vijf jaar : een schatting van alle lozingen van vloeibare radioactieve afvalstoffen, afkomstig van alle werkzaamheden van categorie 3, in een zelfde aquatisch milieu ( bij voorbeeld hydrografisch bekken, zee, enz .). Deze schatting mag aan de hand van de gegevens over de per installatie verrichte lozingen worden gemaakt of aan de hand van in het aquatisch milieu waarin is geloosd, uitgevoerde metingen;

c ) vóór elke lozingsoperatie van radioactieve afvalstoffen in zee : een afschrift van de aan andere internationale lichamen gezonden kennisgeving;

9 . dat de betrokken Regering de Commissie in kennis stelt van de maatregelen die zij ingevolge een in een advies van de Commissie over een lozingsplan vervatte aanbeveling voornemens is te treffen;

10 . dat de Lid-Staten de Commissie ter informatie de vergunning(en ) voor de lozing van radioactief afval dienen mede te delen .

Deze aanbeveling is gericht tot de Lid-Staten .

Zij vervangt Aanbeveling 82/181/Euratom .

Gedaan te Brussel, 7 december 1990 .

Voor de Commissie

Carlo RIPA DI MEANA

Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr . 81 van 21 . 12 . 1960, blz . 1893/60 . ( 2 )

PB nr . L 83 van 29 . 3 . 1982, blz . 15 . ( 3 )

Jurispr . 1988, blz . 5013 . ( 4 )

Voor zover deze werkzaamheid niet in een onder een andere indeling vallend plan is opgenomen . ( 5 )

Voor zover deze werkzaamheid niet in een onder een andere indeling vallend plan is opgenomen . ( 6 )

Fase 2 of 3, zoals omschreven door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ( Safety Series No 52, IAEA, Wenen, 1980 ).

BIJLAGE 1A "ALGEMENE GEGEVENS"vereist voor de werkzaamheden onder de categorieën 1 en 2, uitgezonderd ( 5 ) en ( 6 )

INLEIDING

Algemene beschrijving van het project .

1 . VESTIGINGSPLAATS EN OMGEVING

1.1 . Geografische en topografische situatie van de vestigingsplaats, met

- kaart van de streek met aanduiding van de plaats waar de installatie wordt gevestigd;

- ligging ten opzichte van de andere bestaande of op te richten nucleaire installaties op dezelfde plaats of op andere plaatsen, waarvan de lozingen kunnen interfereren met die van de betrokken installatie;

- ligging ten opzichte van de andere Lid-Staten, met opgave van de afstanden tot de grenzen en tot de dichtstbij liggende stedelijke agglomeraties .

1.2 . Geologie - Seismologie

Beknopte beschrijving

- van de belangrijkste geologische kenmerken van de streek;

- van de seismiciteit in dit gebied; vermoedelijke maximale seismische intensiteit en bouwtechnische eisen in verband met aardbevingen .

1 .3 . Hydrologie

Voor aan een waterloop gelegen installatie

Beschrijving van de waterloop :

- algemene beschrijving ( belangrijke voorzieningen, belangrijkste zijstromen, uitmonding in zee . . .);

- gemiddeld debiet bij de vestigingsplaats;

- hoogste en laagste waterdebiet met frequentie en periode waarin deze zich voordoen .

Wanneer de rivier door een of meer stroomafwaarts gelegen Lid-Staten stroomt, soortgelijke gegevens voor dit land c.q . deze landen .

Voor een aan zee gelegen installatie

Algemene beschrijving van de kuststrook met

- getijverschillen;

- richting en sterkte van de zeestromingen zowel op lokaal als regionaal niveau .

In beide gevallen

- overstromingsgevaar en beveiliging van de vestigingsplaats;

- grondwaterspiegel en stroomrichting van het grondwater .

1.4 . Meteorologie en klimatologie

- regionale klimatologie rekening houdend met de orografie ( vlakte, dalen, bergmassieven );

- plaatselijke klimatologie met frequentieverdeling van

- windrichting en windsnelheid;

- intensiteit en duur van de neerslag,

- voor elke windrichtingssector, atmosferische verdunningscondities en tijdsduur van temperatuurinversies .

1.5 . Natuurlijke hulpbronnen

Beknopte beschrijving

- van de bodemkundige en ecologische kenmerken van de streek;

- van het watergebruik in de streek, als drinkwater, voor bevloeiing enzovoort;

- belangrijkste bronnen voor de voedselvoorziening; omvang van de produktie, toegepaste methoden; teelt van voedingsgewassen; veeteelt, visserij, jacht; bij lozing in zee gegevens over de visvangst in territoriale en buitenterritoriale wateren;

- distributie van de voedingsmiddelen; vooral export naar andere landen van de Gemeenschap van uit de betrokken gebieden afkomstige produkten van de landbouw, de veeteelt, de visserij of de jacht .

1.6 . Andere activiteiten in de nabije omgeving

- militaire of bedrijfsinstallaties, transport over land, over zee en door de lucht; transport via buisleidingen;

- mogelijke invloed hiervan op de installatie; beveiligingsmaatregelen;

- voorschriften voor industriële en andere activiteiten .

1.7 . Bevolking

- spreiding van de betrokken bevolking in andere Lid-Staten;

- levensomstandigheden en voedingswijze van deze bevolkingsgroepen;

De te verstrekken gegevens hebben betrekking op de spreiding van de bevolking ( dichtheid ), de aanwezigheid van stedelijke agglomeraties en alle speciale kenmerken die in verband met het bestralingsrisico als gevolg van de lozingen over de belangrijke bestralingswegen van belang zijn .

2 . INSTALLATIE

2.1 . Belangrijkste kenmerken van de installatie

Beknopte beschrijving van de installatie, speciaal de aard, het doel en de belangrijkste kenmerken ervan

- in geval van een reactor : belangrijkste kenmerken van de reactor, het reactorgebouw, de hulpinstallaties, de opslaginstallaties van gebruikte splijtstof, de veiligheidsvoorzieningen, enzovoort;

- in geval van laboratoria en andere installaties : belangrijkste kenmerken van de toegepaste procédés, de radioactieve stoffen en splijtstof, de installaties waaruit het geheel bestaat, de veiligheidsvoorzieningen, enzovoort .

2.2 . Ventilatiesysteem

Schema's en beknopte beschrijving waarin vermeld : taak van deze systemen bij normaal bedrijf en bij ongevallen, luchtdebiet, relatieve onderdruk in de bedrijfsruimten en hoogte van de lozingspunten; beknopte gegevens over filters, rendement, testmethoden en periodiciteit van de tests .

2.3 . Lekdichte omhullingen

Beknopte beschrijving en belangrijkste kenmerken; testmethoden voor controle op lekdichtheid en periodiciteit van de tests .

2.4 . Tijdschema

- proeffase en tijdstip van inbedrijfstelling van de installatie;

- huidig stadium van de procedure voor de vergunningsverlening .

2.5. Buitengebruikstelling en ontmanteling van de installatie

Beknopte gegevens over de technische en administratieve maatregelen .

3 . LOZING VAN RADIOACTIEVE AFVALSTOFFEN IN DE ATMOSFEER BIJ NORMAAL BEDRIJF

3.1 . Vergunningsprocedure

- overzicht van de ter zake geldende procedure;

- door de autoriteiten voorziene lozingslimieten ( indien niet beschikbaar, verwachte maximale lozingen ).

3.2 . Technische aspecten

- oorsprong van de gasvormige radioactieve afvalstoffen, samenstelling en fysisch -chemische vormen;

- zuivering en tijdelijke retentie van deze afvalstoffen, wegen waarlangs het radioactief afval wordt geloosd en wijze van lozing .

3.3 . Toezicht op de lozingen

- bemonstering, meting en analyses van de lozingen;

- belangrijkste kenmerken van de meetapparatuur;

- alarmniveaus, veiligheidsmaatregelen ( handbediende en automatische ).

3.4 . Evaluatie van de overdracht op de mens

3.4.1 . toegepaste modellen en parameters bij de berekening :

- van de verspreiding in de atmosfeer van de geloosde afvalstoffen;

- van de depositie op de bodem en de resuspensie;

- van de overdracht via de voedselketens;

- van de bestralingsniveaus via de belangrijke bestralingswegen .

3.4.2 . evaluatie van de concentraties en bestralingsniveaus bij de onder 3.1 . genoemde lozingen

- bij routinelozingen :

jaarlijkse gemiddelde activiteitsconcentraties in de lucht op bodemniveau en oppervlaktebesmetting .

- bij discontinue lozingen en bij opzettelijke buitengewone lozingen :

over de tijd geïntegreerde concentraties in de lucht op bodemniveau en oppervlaktebesmetting .

Deze gegevens te verstrekken voor de meest blootgestelde plaatsen in de nabije omgeving van de installatie en voor de betrokken gebieden in de andere Lid-Staten;

- overeenkomstige bestralingsniveaus ( 1 ): dosisequivalenten welke de in de betrokken gebieden van de andere Lid-Staten wonende personen ontvangen, rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen .

3.5 . Lozingen van radioactieve afvalstoffen in de atmosfeer door de onder 1.1 vermelde installaties

Eventueel regels voor het cooerdineren van de lozingen met die van andere installaties, bij mogelijke superpositie van de bestralingsniveaus .

4 . LOZING VAN VLOEIBARE RADIOACTIEVE AFVALSTOFFEN BIJ NORMAAL BEDRIJF

4.1 . Vergunningsprocedure

- overzicht van de ter zake geldende algemene procedure;

- door de autoriteiten voorziene lozingslimieten ( indien niet beschikbaar, verwachte maximale lozingen ).

4.2 . Technische aspecten

- oorsprong van de vloeibare radioactieve afvalstoffen, samenstelling en fysisch-chemische vormen;

- behandeling van deze afvalstoffen, opslagcapaciteit, wijze van lozing en lozingswegen .

4.3 . Bewaking van de lozingen

- bemonstering, meting en analyses van de lozingen;

- belangrijkste kenmerken van de meetapparatuur;

- alarmniveaus, veiligheidsmaatregelen ( al of niet automatisch).

4.4 . Evaluatie van de overdracht op de mens

4.4.1 . toegepaste modellen en parameters bij de berekening

- van de verspreiding van de lozingen in waterig milieu;

- van de overdracht door depositie en ionenuitwisseling;

- van de overdracht via de voedselketens;

- van de bestralingsniveaus via de belangrijkste bestralingswegen .

4.4.2 . evaluatie van de bestralingsniveaus ( 2 ) bij de onder 4.1 genoemde lozingen : dosisequivalenten welke de in de betrokken gebieden van de andere Lid-Staten wonende personen ontvangen, rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen .

4.5 . Lozingen van radioactieve afvalstoffen in dezelfde waterloop door andere installaties

Eventueel regels voor het cooerdineren van de lozingen met die van andere installaties, bij een mogelijke superpositie van de bestralingsniveaus .

5 . VERWIJDERING VAN VASTE RADIOACTIEVE AFVALSTOFFEN

5.1 . Aard van de vaste radioactieve afvalstoffen en verwachte produktie

5.2 . Behandeling en conditionering van deze afvalstoffen

5.3 . Voorlopige opslag : wijze van opslag en opslagcapaciteit, stralingsgevaar voor de omgeving, genomen voorzorgsmaatregelen

6 . ONGEWILDE LOZINGEN VAN RADIOACTIEVE AFVALSTOFFEN

6.1 . Overzicht van de interne en externe ongevallen die tot ongewilde lozingen van radioactieve stoffen kunnen leiden

Lijst van de in het veiligheidsrapport bestudeerde ongevallen .

6.2 . Referentie-ongeval(len ) waarvan door de betrokken autoriteiten wordt uitgegaan bij de beoordeling van de mogelijke radiologische gevolgen bij ongewilde lozingen

Beknopte beschrijving van de gekozen ongevallen en motivering van de keuze .

6.3 . Evaluatie van de radiologische gevolgen van de referentie-ongevallen

6.3.1 . die lozingen in de atmosfeer tot gevolg hebben

- hypothese toegepast bij de berekening van de atmosferische lozingen;

- lozingswegen; verloop van de lozing in de tijd;

- hoeveelheden en fysisch-chemische vormen van de geloosde radionucliden die uit gezondheidsoogpunt belangrijk zijn;

- modellen en parameters toegepast bij de berekening van de atmosferische spreiding van de lozingen, de depositie op de bodem en de overdracht via de voedselketens, alsmede bij de berekening van de bestralingsniveaus via de belangrijke bestralingswegen;

- maximale concentraties, geïntegreerd over de tijd, van de activiteit in de atmosfeer op bodemniveau en maximale depositie op de bodem ( bij droog weer en bij regen ) voor de meest blootgestelde plaatsen in de nabije omgeving van de installatie en voor de betrokken gebieden in de andere Lid-Staten;

- overeenkomstige bestralingsniveaus ( 3 ): dosisequivalenten welke in de betrokken gebieden van de andere Lid-Staten wonende personen ontvangen, rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen .

6.3.2 . die lozingen in een waterig milieu tot gevolg hebben

- hypothesen toegepast bij de berekening van de lozing van vloeibare afvalstoffen;

- lozingswegen, verloop van de lozing in de tijd;

- hoeveelheden en fysisch-chemische vormen van de geloosde radionucliden die uit gezondheidsoogpunt belangrijk zijn;

- modellen en parameters toegepast bij de berekening van de verspreiding van de afvalstoffen in een waterig milieu, de overdracht door depositie en ionenuitwisseling en overdracht via de voedselketens alsmede bij de berekening van de bestralingsniveaus via de belangrijke bestralingswegen;

- overeenkomstige bestralingsniveaus ( 1 ): dosisequivalenten welke de in de betrokken gebieden van de andere Lid-Staten wonende personen ontvangen, rekening houdend met alle belangrijke bestralingswegen .

6.4 . Bij ongevallen te treffen maatregelen en voorzieningen; overeenkomsten met andere Lid-Staten

Beknopte beschrijving van de interventiegebieden, de dosisreferentiewaarden waarbij maatregelen worden overwogen, de bilaterale of multilaterale overeenkomsten inzake grensoverschrijdende verbindingen en wederzijdse hulpverlening, de oefeningen, de herzieningen en het bijwerken van de noodplannen .

7 . OMGEVINGSMETINGEN

- uitwendige bestraling

- radioactiviteit van de atmosfeer, het water, de bodem en de voedselketen .

Onder verwijzing naar de punten 3.1 en 4.1, door de nationale bevoegde autoriteiten goedgekeurd programma voor de omgevingscontrole, organisatie, wijze van bemonstering en frequentie van de bemonstering, type van meetinstrumenten gebruikt bij normaal bedrijf en bij ongevallen . Zo nodig bijzonderheden over de in dit verband tot stand gekomen samenwerking met de naburige Lid-Staten . ( 1 ) Uit de waarden moet blijken dat het slechts om orden van grootte gaat; gegevensverstrekking met een illusoire nauwkeurigheid is in dit verband niet zinvol . ( 2 )

Uit de waarden moet blijken dat het slechts om orden van grootte gaat; gegevensverstrekking met een illusoire nauwkeurigheid is in dit verband niet zinvol . ( 3 )

Uit de waarden moet blijken dat het slechts om orden van grootte gaat; gegevensverstrekking met een illusoire nauwkeurigheid is in dit verband niet zinvol .

BIJLAGE 1B "ALGEMENE GEGEVENS"betreffende de werkzaamheden van ( 5 ) en ( 6 ) van categorie 2

( plannen met betrekking tot nieuwe lozingsplaatsen )

1 . Plaats en omgeving

Ligging, diepte, geologie, seismologie, en

bij storting in zee : kenmerken van de zeebodem ( waaronder aanwezigheid van pijpleidingen en onderzeese kabels ), stromingen en andere verdunningsmechanismen, belangrijke biologische gegevens, eventuele verstoringen ( bij voorbeeld door exploitatie van de onderzeese hulpbronnen, door storting van andere afvalstoffen . . .),

bij begraving in de bodem : hydrologie, gebruik van de bodem of het grondwater, wijze van afvoer, waaronder veiligheidsaspecten en opslagcapaciteit, administratieve controle van de plaats op lange termijn .

2 . Afvalstoffen

Hoeveelheid, aanwezige radionucliden, activiteiten, verboden afval, conditionering en verpakking, veronderstelde leksnelheid en, zo nodig, warmteontwikkeling .

3 . Invloed op de omgeving

Beoordeling van de radiologische gevolgen voor de omgeving .

4 . Afvoerprocedure

Waaronder te treffen maatregelen bij ongevallen .

5 . Toezicht

Programma voor radiologisch toezicht .

BIJLAGE 2 VOORLOPIGE "ALGEMENE GEGEVENS"

betreffende de werkzaamheden onder categorie 1

1 . Vestigingsplaats en omgeving

- kaart van het gebied waarop de ligging van de installatie is aangegeven ten opzichte van de naburige kerninstallaties en van de andere Lid-Staten;

- belangrijkste seismologische kenmerken van het gebied;

- belangrijkste kenmerken van de waterbron waarin de radioactieve afvalstoffen worden geloosd;

- belangrijkste klimatologische kenmerken van het gebied;

- industriële en militaire activiteiten in de omgeving van de installatie;

- geografische spreiding van de bevolking in de naburige gebieden van andere betrokken Lid-Staten .

2 . Installatie

- korte beschrijving van de installatie en de belangrijkste veiligheidsvoorzieningen;

- tijdschema voor de bouw van de installatie .

3 . Te verwachten lozingen van radioactieve afvalstoffen

- schatting van de jaarlijkse radioactieve lozingen en de radiologische gevolgen daarvan .

4 . Ongewilde lozingen van radioactieve afvalstoffen

- lijst van de in het voorlopige veiligheidsrapport onderzochte ongevallen;

- voorlopige evaluatie van de radiologische gevolgen van de referentieongevallen .

Top