Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991D0391

    91/391/EEG: Beschikking van de Commissie van 26 maart 1991 betreffende steun van de Duitse Regering aan de onderneming Deggendorf GmbH, fabrikant van polyamide- en polyestergarens te Deggendorf (Beieren) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

    PB L 215 van 2.8.1991, p. 16–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1991/391/oj

    31991D0391

    91/391/EEG: Beschikking van de Commissie van 26 maart 1991 betreffende steun van de Duitse Regering aan de onderneming Deggendorf GmbH, fabrikant van polyamide- en polyestergarens te Deggendorf (Beieren) (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

    Publicatieblad Nr. L 215 van 02/08/1991 blz. 0016 - 0018


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 26 maart 1991 betreffende steun van de Duitse Regering aan de onderneming Deggendorf GmbH, fabrikant van polyamide - en polyestergarens te Deggendorf ( Beieren ) ( Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek ) ( 91/391/EEG )

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 93, lid 2, eerste alinea,

    Na belanghebbenden overeenkomstig artikel 93 te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken,

    Overwegende hetgeen volgt :

    I

    Op 31 oktober 1989 stelde de Permanente Vertegenwoordiging van Duitsland, overeenkomstig artikel 93, lid 3, van het Verdrag en overeenkomstig de in de communautaire steuncode voor synthetische vezels vervatte eisen, de Commissie in kennis van een voornemen van de Duitse autoriteiten om steun te verlenen in de vorm van een subsidie en twee zachte leningen voor de investeringen van de onderneming Deggendorf GmbH in de jaren 1987-1989 .

    Op verzoek van de Commissie werd op 9 maart 1990 nadere informatie over de steun en over de kandidaatontvanger ervan verstrekt .

    De kennisgeving had betrekking op het verlenen van steun in verschillende vormen voor investeringen door de ontvanger van de steun tot een beloop van 45,2 miljoen DM voor de produktie van kousen en tussenprodukten ( 24 miljoen DM ) en voor de voorbereiding van gecombineerde ( polyurethaan - en polyamide -) elastische garens ( 21,2 miljoen DM ).

    De steun bestaat uit een subsidie van 10 % ( 4,52 miljoen DM ) die op grond van de door de Commissie bij schrijven van 7 december 1987 goedgekeurde "Investitionszulagengesetz" wordt verleend en tevens uit twee leningen van, respectievelijk, 6 miljoen en 14 miljoen DM ten laste van de begroting van de Vrijstaat Beieren op grond van het door de Commissie bij schrijven van 27 december 1988 goedgekeurde Beierse regionale steunprogramma . De twee leningen hebben een looptijd van, respectievelijk, twaalf en acht jaar, met een aflossingsvrije periode van twee jaar en een rentevoet van 5 %.

    Gezien het totale, met de investeringen gemoeide bedrag, beloopt de netto-subsidie-equivalent van deze steunmaatregelen 12,6 %.

    Steun aan de bedrijfstak synthetische vezels valt onder een in 1977 ingevoerde sectoriële steuncode die sedertdien om de twee jaar is verlengd, laatstelijk in 1989 ( mededeling aan de Lid-Staten van 6 juli 1989 ). De voornaamste produkten van

    Deggendorf GmbH, namelijk polyamide - en polyestergarens, vallen onder de werkingssfeer van deze steuncode waarin wordt verlangd dat alle steunvoornemens, ongeacht

    de vorm waarin steun wordt verleend, voor ondernemingen die in de sector synthetische vezels en garens werkzaam zijn, op een zodanig tijdstip ter kennis van de Commissie worden gebracht dat deze voldoende tijd heeft om haar opmerkingen te maken en eventueel de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag ten aanzien van de steunvoornemens in te leiden.

    Op grond van deze steuncode wordt het aantal aanvaardbare uitzonderingen op het algemene verbod op steunmaatregelen van de Staten beperkt tot slechts het geval van stimulering van desinvestering voor omschakeling naar andere sectoren, terwijl ten aanzien van alle maatregelen die uitbreiding van de netto-produktiecapaciteit van synthetische vezels tot gevolg hebben, een algemeen afwijzend standpunt geldt .

    Op grond van de door de Duitse autoriteiten verstrekte gegevens is de Commissie tot het oordeel gekomen dat, hoewel geen van de bij de investeringen betrokken produkten rechtstreeks onder de steuncode voor synthetische vezels valt, daar deze code betrekking heeft op de vervaardiging van halffabrikaten ( polyamidegarens ), er toch gevaar bestaat dat de steun onrechtstreeks gevolgen heeft voor de synthetische-vezelproduktie van de onderneming, wegens onder meer de invloed van de steun op de totale ondernemingsmiddelen .

    Voorts kon op basis van de toen beschikbare gegevens niet worden uitgemaakt of er al dan niet een duidelijk onderscheid kon worden gemaakt tussen de synthetische-vezelvervaardiging en de nieuwe investering .

    Ook heeft de Commissie in haar overwegingen betrokken dat zij op 21 maart 1986 een afwijzende beschikking heeft gegeven ten aanzien van ten behoeve van dezelfde onderneming tussen 1981 en 1983 getroffen onverenigbare steunmaatregelen . Bij die beschikking werd terugvordering van een subsidie van 6,12 miljoen DM en van een als zachte lening verstrekt bedrag van 11 miljoen DM gelast ( 1 ). Deze bedragen zijn nog niet terugbetaald en daarom is Deggendorf GmbH nog steeds in het genot van de onverenigbare steun, waardoor haar concurrentievermogen op kunstmatige wijze wordt vergroot .

    Ten slotte was de Commissie van mening dat de mededinging door de betrokken steun, in een gemeenschappelijke markt voor polyamide - en polyestergarens, welke door een scherpe concurrentie, doordat verscheidene fabrikanten op de markten van alle Lid-Staten werkzaam zijn, een stagnerende

    vraag, kapitaalintensieve investeringen en geringe winstmarges wordt gekenmerkt, kan worden vervalst en het handelsverkeer tussen de Lid-Staten nadelig kan worden beïnvloed, om welke redenen de steun onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag .

    Voorts was de Commissie van oordeel dat de steun niet aan de voorwaarden voldeed om voor een van de in artikel 92 genoemde uitzonderingen in aanmerking te komen, om welke reden zij de procedure van artikel 93, lid 2, eerste alinea, van het Verdrag heeft ingeleid .

    Bij schrijven van 10 mei 1990 heeft zij de Duitse Regering aangemaand haar opmerkingen kenbaar te maken . De andere Lid-Staten en de andere belanghebbenden werden van een en ander in kennis gesteld door bekendmaking van de mededeling aan de Duitse Regering in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen ( 2 ).

    II

    De Duitse Regering is in de opmerkingen die zij in het kader van de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag bij schrijven van 28 juni 1990 kenbaar heeft gemaakt, bij haar standpunt gebleven dat zij reeds bij de kennisgeving had medegedeeld, namelijk dat het bij de produktie waarop de investeringen betrekking hebben - het breien en vervaardigen van kousen en dergelijke artikelen, alsmede het bekleden van garens - om een geheel andere bewerking als de produktie van vezels gaat.

    Ten aanzien van de mogelijkheid van een onrechtstreeks positief financieel effect van de beruste steunmaatregelen op de begroting van de onderneming, zijn de Duitse autoriteiten van oordeel dat dit risico slechts zeer gering is .

    Een federatie van bedrijven uit de bedrijfstak maakte haar opmerkingen in het kader van de procedure kenbaar .

    Deze opmerkingen werden op 18 oktober 1990 doorgegeven aan de Duitse autoriteiten, van wie op dit punt geen nadere opmerkingen zijn ontvangen .

    III

    De aan Deggendorf GmbH op grond van de "Investitionszulagengesetz" ( waaraan de Commissie bij schrijven van 7 december 1987 haar goedkeuring verleende ) en op grond van het Beierse regionale steunprogramma ( goedgekeurd bij schrijven van 27 december 1988 ) verstrekte financiële bijstand is steun in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag, omdat deze onderneming hierdoor in staat wordt gesteld te investeren zonder dat zij daarvoor alle uitgaven zelf behoeft te dragen .

    Deze steunmaatregelen dienen overeenkomstig artikel 93, lid 3, van het Verdrag ter kennis van de Commissie te worden gebracht, omdat de Commissie op grond van de steuncode voor synthetische vezels en garens voorafgaande kennisgeving verlangt voor alle steunvoornemens, ongeacht van welke aard, ten behoeve van ondernemingen in de sector synthetische vezels en garens .

    IV

    De communautaire steuncode voor synthetische vezels heeft betrekking op alle in die sector werkzame ondernemingen die

    van de overheid steun ontvangen, ongeacht onder welke regeling of voor welk doel, doch deze code verhindert steun slechts wanneer deze tot uitbreiding van de totale specifieke produktiecapaciteit van vezels en garens leidt .

    In het onderhavige geval kon de Commissie zich ervan vergewissen dat er geen rechtstreeks technisch verband bestaat tussen de produktie van garens, die onder de steuncode vallen, en die van kousen en elastiekdraad; het voornemen heeft betrekking op steun voor investeringen in de laatstgenoemde produktie . De Commissie is zelfs van mening dat de extra verwerkingscapaciteit van deze "afgeleide" produkten een bijkomende afzetmogelijkheid is voor de produktie van garens, waardoor het algemene overaanbod in deze sector wordt verminderd .

    De steunmaatregelen ten behoeve van Deggendorf GmbH vallen onder twee regionale steunmaatregelen die - zoals reeds gezegd - uitdrukkelijk door de Commissie zijn goedgekeurd, ten einde de ontwikkeling van bepaalde regio's in de Gemeenschap te stimuleren . Deze maatregelen voldoen aan de voorwaarden en dienen de doelstellingen van deze regelingen, doordat de werkgelegenheid in deze regio met een 140-tal nieuwe voltijdse arbeidsplaatsen toeneemt . Hierdoor komen de maatregelen voor toepassing van de in artikel 92, lid 3, punt c ), genoemde uitzonderingen in aanmerking .

    V

    Voor ze besluit of op een steunmaatregel een van de in artikel 92, lid 3, van het Verdrag genoemde uitzonderingen kan worden toegepast, moet de Commissie acht slaan op alle ter zake dienende omstandigheden welke op de gevolgen van de steunmaatregel voor de voorwaarden waaronder het handelsverkeer in de Gemeenschap geschiedt, van invloed kunnen zijn .

    Zoals in de onderdelen II en III van de overwegingen van de onderhavige beschikking is uiteengezet, gaf de Commissie op 21 mei 1986 een negatieve beschikking ten aanzien van tussen 1981 en 1983 onrechtmatig verleende steun aan deze onderneming waarbij terugvordering van een subsidie van 6,12 miljoen DM en van een als zachte leningen verstrekt bedrag van in totaal 11 miljoen DM werd verlangd . De afwijzende beschikking is voor het Hof niet aangevochten en is daarmee rechtens verbindend .

    In een dergelijk geval, dat steun aan een andere Duitse fabrikant van synthetische vezels ( Deufil ) betrof, is de beschikking van de Commissie wel voor het Hof van Justitie aangevochten ( zaak 310/85 ) ( 3 ). Het Hof sprak zich ten gunste van de Commissie uit en beschikte afwijzend op de vordering van de onderneming om op grond van gewettigd vertrouwen de steun te mogen behouden .

    Ondanks de afwijzende beschikking van de Commissie en de uitspraak van het Hof in een vrijwel identieke zaak, heeft Deggendorf GmbH de ontvangen steun nog niet terugbetaald .

    Deggendorf GmbH kan evenwel zich niet op gewettigd vertrouwen beroepen, aangezien de Commissie haar reeds, bij haar besluit in 1985 om de procedure in te leiden, uitdrukkelijk voor het onzekere karakter van onrechtmatig toegekende steun had gewaarschuwd.

    Tevens zij erop gewezen dat, volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie, welke laatstelijk in het arrest van 20 september 1990 in zaak C5/89 ( BUG-Alutechnik ) ( 4 ) werd bevestigd, "de terugvordering van een onrechtmatig toegekende steun in principe moet plaatsvinden volgens de daarop betrekking hebbende bepalingen van het nationale recht, zij het echter dat deze bepalingen op een zodanige wijze toegepast dienen te worden dat de door het Gemeenschapsrecht verlangde terugvordering niet praktisch onmogelijk wordt gemaakt ". Hoewel de Duitse autoriteiten in dit geval de onrechtmatig ontvangen steunbedragen met een beroep op de bevoegde nationale rechter hebben teruggevorderd, is terugbetaling van deze steun nog niet gevolgd .

    Het cumulerende effect van de onrechtmatige steun die Deggendorf GmbH sinds 1986 weigert terug te betalen en de nieuwe investeringssteun zou aan deze onderneming een overdreven groot onrechtmatig voordeel verschaffen, waardoor de voorwaarden waaronder het handelsverkeer geschiedt, zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad .

    Dit onrechtmatige voordeel zou tot gevolg hebben dat Deggendorf GmbH - tot de datum van terugbetaling van de tussen 1981 en 1983 onrechtmatig toegekende onverenigbare steun - in het genot zou zijn geweest van een steunintensiteit van 29 % NSE van de bewuste investering . Deze intensiteit zou aanzienlijk hoger hebben gelegen, indien de aan de terug te betalen steun verbonden moratoire interessen mede in beschouwing worden genomen .

    Hierdoor zou deze ongerechtvaardigde verrijking worden voortgezet tot de datum waarop de onrechtmatig toegekende steun daadwerkelijk wordt terugbetaald .

    Daarom is de Commissie van oordeel dat, ook indien de thans overwogen steun ten bedrage van 13,41 miljoen DM als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt moet worden beschouwd, er aanleiding is de uitbetaling daarvan op te schorten totdat de terugbetaling van de onverenigbare steun, als bedoeld in de beschikking van 1986, is geschied . Deze toestand is teweeggebracht door het weinig diligente optreden van de Duitse Regering en van Deggendorf GmbH, welke beide in strijd met de dwingende voorschriften van artikel 93, lid 3, hebben gehandeld .

    Anderzijds beschikt de Commissie over geen enkel middel om haar beschikking van 1986 te doen uitvoeren of de uitvoering daarvan te bespoedigen, waardoor opschorting van de uitbetaling van de thans aan de orde zijnde steun des te klemmender wordt .

    Bovendien zij erop gewezen dat de Commissie bij haar mededeling in de zin van artikel 93, lid 2, reeds melding heeft gemaakt van de tweeledige gevolgen van de vervalsing van de mededinging welke door het uitblijven van terugbetaling van de vorige onverenigbare steun door Deggendorf GmbH is ontstaan . De Duitse Regering noch Deggendorf GmbH hebben dit punt betwist of ten aanzien daarvan bijzondere opmerkingen naar voren gebracht .

    Bijgevolg luidt de gevolgtrekking dat de steun ten bedrage van 13,41 miljoen DM die de Duitse Regering voornemens is toe te kennen aan Deggendorf GmbH weliswaar verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, doch eerst kan worden toegekend na terugbetaling van de door Deggendorf GmbH tussen 1981 en 1983 onrechtmatig ontvangen steun, ten aanzien waarvan de Commissie Beschikking 86/509/EEG heeft gegeven,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

    Artikel 1

    De steun in de vorm van een subsidie van 4 520 000 DM en van twee gesubsidieerde leningen van 6 miljoen DM en 14 miljoen DM, met een looptijd van twaalf, respectievelijk acht jaar, een rente van 5 % en een aflossingsvrije periode van twee jaar ten behoeve van de onderneming Deggendorf GmbH, welke bij brief van 31 oktober 1989 van de Duitse autoriteiten ter kennis van de Commissie is gebracht, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 92 van het EEG-Verdrag .

    Artikel 2

    De Duitse autoriteiten dienen de uitbetaling van de in artikel 1 van deze beschikking bedoelde steun aan de onderneming Deggendorf GmbH op te schorten totdat de onverenigbare steun als bedoeld in artikel 1 van Beschikking 86/509/EEG daadwerkelijk is terugbetaald .

    Artikel 3

    De Duitse Regering dient de Commissie binnen twee maanden na dagtekening van de kennisgeving van deze beschikking mededeling doen van de maatregelen die zij heeft getroffen om aan deze beschikking te voldoen .

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland .

    Gedaan te Brussel, 26 maart 1991 .

    Voor de Commissie

    Leon BRITTAN

    Vice-Voorzitter

    ( 1 ) PB nr . L 300 van 24 . 10 . 1986, blz . 34.(2) PB nr . C 158 van 28 . 6 . 1990, blz . 4.(3 ) Jurispr . 1987, blz . 901.(4 ) Nog niet gepubliceerd .

    Top