Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R3481

    VERORDENING (EEG) Nr. 3481/90 VAN DE COMMISSIE van 30 november 1990 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1272/88 ten aanzien van de specifieke steunregeling voor het gebruik van bouwland voor niet-voedingsdoeleinden

    PB L 336 van 1.12.1990, p. 71–74 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1994

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/3481/oj

    31990R3481

    VERORDENING (EEG) Nr. 3481/90 VAN DE COMMISSIE van 30 november 1990 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1272/88 ten aanzien van de specifieke steunregeling voor het gebruik van bouwland voor niet-voedingsdoeleinden

    Publicatieblad Nr. L 336 van 01/12/1990 blz. 0071 - 0074


    *****

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 3481/90 VAN DE COMMISSIE

    van 30 november 1990

    houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1272/88 ten aanzien van de specifieke steunregeling voor het gebruik van bouwland voor niet-voedingsdoeleinden

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 797/85 van de Raad van 12 maart 1985 betreffende de verbetering van de doeltreffendheid van de landbouwstructuur ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2176/90 ( 2 ), en met name op artikel 1 bis, lid 7,

    Overwegende dat de Raad bij Verordening ( EEG ) nr . 2176/90 een specifieke steunregeling voor het gebruik van bouwland voor niet-voedingsdoeleinden heeft ingevoerd; dat Verordening ( EEG ) nr . 1272/88 van de Commissie van 29 april 1988 tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van de steunregeling ter bevordering van het uit produktie nemen van bouwland ( 3 ), gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3981/89 ( 4 ), derhalve aanvulling behoeft;

    Overwegende dat, om met name te voorkomen dat in het kader van deze regeling geproduceerde hoeveelheden graan voor voedingsdoeleinden worden verkocht, geen steun dient te worden verleend voor de teelt van dezelfde soort graan als die waarvoor de specifieke steun geldt, buiten de voor die steun in aanmerking komende oppervlakte; dat echter van deze regel mag worden afgeweken, voor zover de betrokken Lid-Staat in staat is bijkomende controles uit te voeren om dit risico te vermijden;

    Overwegende dat dient te worden bepaald dat al het graan dat op de voor de specifieke steun in aanmerking komende oppervlakten wordt voortgebracht, voor de vervaardiging van niet-voedingsmiddelen moet worden geleverd; dat deze hoeveelheid kan worden geraamd aan de hand van de indicatieve opbrengst van het betrokken gebied en tevens aan de hand van de resultaten van het betrokken bedrijf; dat tevens rekening moet worden gehouden met de onvermijdelijke schommelingen in het aanbod;

    Overwegende dat nader moet worden aangegeven voor welke niet-voedingsdoeleinden de specifieke steun kan worden verleend; dat deze lijst zodanig moet worden opgesteld dat daarin geen levensmiddelen worden opgenomen en tussen sectoren met een soortgelijke industriële activiteit concurrentiedistorsies worden voorkomen; dat voorts doeltreffende controlevoorschriften moeten worden vastgesteld om te voorkomen dat de specifieke steun wordt gecumuleerd met de steun als bedoeld in artikel 11 bis of 11 ter van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen ( 5 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1340/90 ( 6 ); dat de verwerker met het oog op deze controle voor elk eindprodukt moet verklaren voor welke steunregeling hij kiest; dat de overgang van de ene naar de andere regeling onder bepaalde voorwaarden kan worden toegestaan; dat bijkomende controles nodig zijn, daar dezelfde verwerker zowel voor de ene als voor de andere steunregeling in aanmerking kan komen;

    Overwegende dat voor de goede werking van de specifieke steunregeling de in het contract tussen producent en verwerker op te nemen voorwaarden moeten worden bepaald;

    Overwegende dat dient te worden voorgeschreven dat de producent, wanneer hij gebruik wil maken van de mogelijkheid om buiten de voor de specifieke steun in aanmerking komende oppervlakten graan van dezelfde soort maar van een ander ras te verbouwen, een teeltaangifte met een aantal nadere gegevens moet indienen; dat voorts de verwerker als waarborg voor de goede uitvoering van het contract zekerheid moet stellen;

    Overwegende dat voor de producent tijdens de looptijd van zijn oorspronkelijke verbintenis de overgang van de steunregeling voor het uit produktie nemen van grond naar de specifieke steunregeling dient te worden vergemakkelijkt;

    Overwegende dat het wegens de bijzondere kenmerken van de regeling onontbeerlijk is een specifieke controleregeling vast te stellen om ervoor te kunnen zorg dragen dat de belangrijkste doelstellinge

    van de regeling worden bereikt;

    Overwegende dat het Comité voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Verordening ( EEG ) nr . 1272/88 wordt als volgt gewijzigd :

    1 . Aan artikel 3, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd :

    "Voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 worden de percentages bouwland van de betrokken bedrijven op het tijdstip van de indiening van de aanvraag voor de specifieke steun vastgesteld .".

    2 . In artikel 4 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd :

    "1 bis . Voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 is het bepaalde in lid 1, punt b ), tweede en derde streepje, van toepassing .".

    3 . Een artikel 6 bis wordt ingevoegd dat luidt als volgt :

    "Artikel 6 bis

    1 . Om voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 in aanmerking te komen, mag de producent tijdens de looptijd van een van de in artikel 7, lid 5, van de onderhavige verordening bedoelde contracten buiten de oppervlakte waarvoor het contract geldt, geen graan van dezelfde soort als die waarop het contract betrekking heeft, telen, noch dergelijk graan verkopen of gebruiken .

    De soorten zijn omschreven in artikel 1, punt a ), van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 van de Raad (*).

    De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat mogen echter de producent toestaan om ander graan van dezelfde soort, maar van een ander ras, te telen, indien dit ras zodanige kenmerken heeft dat het bij de teelt en in opslag op zijn bedrijf van het ras waarvoor het in artikel 7, lid 5, bedoelde contract is gesloten, kan worden onderscheiden .

    De Lid-Staat die voornemens is van de in de vorige alinea bedoelde mogelijkheid gebruik te maken, deelt dit uiterlijk twee maanden voor het begin van het betrokken verkoopseizoen en, wat het verkoopseizoen 1990/1991 betreft, uiterlijk voor 1 februari 1991, aan de Commissie mede en verstrekt haar tevens de controlebepalingen aan de hand waarvan het gelijktijdig gebruik van verschillende rassen van een zelfde graansoort kan worden nagegaan .

    2 . Het in een verkoopseizoen op de oppervlakte die voor de in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 bedoelde steunregeling in aanmerking komt, geteelde graan geeft recht op steun op voorwaarde dat de totale hoeveelheid ervan voor de vervaardiging van niet-voedingsmiddelen wordt geleverd .

    In dit verband worden onder de sector van niet-voedingsmiddelen alle produkten van de gecombineerde nomenclatuur begrepen, met uitzondering van :

    _ dextrines en ander gemodificeerd zetmeel van GN-code ex 3505 10;

    _ produkten op basis van zetmeel of van zetmeelhoudende stoffen van de GN-codes 3809 10 en 3809 20;

    _ alle produkten van de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van gedenatureerde ethylalcohol van GN-code 2207 20 00 voor rechtstreeks gebruik in motorbrandstoffen of voor verwerking met het oog op gebruik in motorbrandstoffen;

    _ mannitol en sorbitol van de GN-codes 2905 43 00, 2905 44 en 3823 60 .

    3 . De keuze tussen deze regeling en die bedoeld in de artikelen 11 bis en 11 ter van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 dient door de verwerker voor elk onder een GN-code begrepen eindprodukt ten minste één maand voor de overgang naar de voor elk onder een GN-code begrepen produkt, gekozen nieuwe regeling aan de bevoegde nationale autoriteiten te worden medegedeeld .

    Een begunstigde van de huidige steunregeling komt eerst voor de in de artikelen 11 bis en 11 ter van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 bedoelde steun in aanmerking nadat hij al het door hem krachtens de in artikel 7, lid 5, bedoelde contracten verkregen graan volledig heeft verwerkt .

    (*) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975, blz . 1 .".

    4 . Aan artikel 7 wordt het volgende lid 5 toegevoegd :

    "5 . Om voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 in aanmerking te komen, legt de producent, voor de eerste inzaai van de betrokken granen, ter staving van zijn aanvraag een met een verwerker gesloten contract over waarin ten minste zijn vermeld :

    _ de looptijd ervan;

    _ de betrokken

    oppervlakten en de ligging van de percelen;

    _ de betrokken graansoort of, in voorkomend geval, het ras van de graansoort;

    _ de verwachte opbrengst, de wijze van betaling, alsmede de eventuele voorwaarden voor de levering van de werkelijk geproduceerde granen;

    _ het uiteindelijke gebruik van de granen, de secondaire en de bijprodukten, alsmede de hoeveelheden ervan;

    _ de verplichting voor de producent om alle op de betrokken oppervlakten geteelde granen te leveren en die van de verwerker om al deze granen af te nemen en ervoor te zorgen dat deze op het grondgebied van de Gemeenschap voor niet-voedingsdoeleinden worden gebruikt;

    _ de verplichting voor de verwerker om de in de zesde alinea bedoelde zekerheid te stellen;

    _ de termijn voor de verwerking van de produkten .

    Voor groepen producenten als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, vierde alinea, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 moeten de in de eerste alinea bedoelde gegevens voor elk van de contracterende partijen worden vermeld .

    In het jaar waarin de regeling voor het eerst wordt ingevoerd, mag de producent na de inzaai zijn contract sluiten .

    Wanneer een producent voornemens is om, zoals bedoeld in artikel 6 bis, lid 1, derde alinea, twee rassen van een zelfde graansoort te telen, dient hij bij de bevoegde autoriteit jaarlijks een teeltaangifte in waarin voor elk ras worden vermeld :

    _ de naam ervan,

    _ de daarvoor bestemde oppervlakte,

    _ de verwachte opbrengst .

    De Lid-Staten mogen bepalen dat een aanvrager niet meer dan één leveringscontract mag afsluiten .

    Voor de overname van de produkten waarop het contract betrekking heeft, stelt de verwerker voor diens goede uitvoering van het contract, een zekerheid die overeenkomt met 120 % van het voor de oppervlakten waarop het contract betrekking heeft, werkelijk jaarlijks verleende steunbedrag . Deze zekerheid wordt gesteld bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat van verwerking . Wanneer de verwerking in een andere Lid-Staat geschiedt dan in die waar de granen zijn geteeld, zendt de bevoegde instantie van de Lid-Staat van verwerking aan die van de Lid-Staat van de teelt een verklaring waarin wordt bevestigd dat deze zekerheid is gesteld . De verwerking van de in het contract vermelde hoeveelheden geldt als een primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening ( EEG ) nr . 2220/85 van de Commissie (*).

    De verwerker deelt de bevoegde instantie mee op welke data de verwerking werd begonnen, respectievelijk beëindigd of onderbroken, alsmede de voor ieder contract werkelijk geleverde hoeveelheden, het gebruik daarvan uitgesplitst naar eindprodukt, de hoeveelheden eindprodukt, secundair produkt en bijprodukt en de respectieve bestemming daarvan .

    (*) PB nr . L 205 van 3 . 8 . 1985, blz . 5 .".

    5 . Aan artikel 12, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd :

    "De begunstigde kan te allen tijde vragen om zijn verbintenis inzake het uit produktie nemen van grond aan te passen om aan de eisen van de steunregeling bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 te kunnen voldoen . Deze aanpassing kan met name bestaan in een vergroting van de oppervlakte, en in een verlenging van de verbintenis zodat deze de looptijd van het verwerkingscontract bestrijkt .".

    6 . In artikel 14 wordt :

    a ) in lid 3 het volgende streepje toegevoegd :

    "_ voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85, een onderzoek naar de hoeveelheden opgeslagen en/of geteeld graan, en een controle op de naleving van de in artikel 6 bis, lid 1, bedoelde verplichtingen;";

    b ) het volgende lid 4 toegevoegd :

    "4 . Voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 :

    a ) voeren de verwerkers een voorraadadministratie volgens het door de bevoegde autoriteiten voorgeschreven model, waarin dagelijks ten minste worden geregistreerd : de ingeslagen hoeveelheden, gespecificeerd per contract, de verwerkte hoeveelheden, de verkregen eind - en bijprodukten, de produktieverliezen en de uitgeslagen goederen . Zij stellen ten minste eenmaal per maand een voorraadstaat op;

    b ) controleren de bevoegde autoriteiten steekproefsgewijs bij ten minste 10 % van de contracten, of de werkelijk geleverde hoeveelheden overeenstemmen met de in punt d ) bedoelde indicatieve opbrengsten . Bij anomalieën wordt een controle op het bedrijf van de producent uitgevoerd;

    c ) voeren de bevoegde autoriteiten onaangekondigd in de verwerkingsbedrijven de volgende controles uit :

    _ jaarlijks, een grondige controle op de voorraadadministratie,

    _ een onderzoek van de voorraadadministratie en een fysieke controle op de goederen, die bij eind - en bijprodukten ook het nemen van monsters omvat . Per verkoopseizoen is het aantal controlebezoeken ten minste gelijk aan 5 % van de produktiedagen van het betrokken bedrijf, doch niet geringer dan acht per jaar .

    Wanneer een verwerker in hetzelfde verkoopseizoen zowel op grond van deze regeling als op grond van die van artikel 11 bis of artikel 11 ter van Verordening ( EEG ) nr . 2727/75 steun ontvangt, wordt het aantal controlebezoeken tot ten minste 10 % van de produktiedagen van het betrokken bedrijf verhoogd;

    d ) bepalen de Lid-Staten voor ieder verkoopseizoen, in voorkomend

    geval regionaal of lokaal, de indicatieve opbrengst per soort of, zo nodig, per ras waarvoor contracten zijn gesloten .

    Al deze controles moeten zodanig worden uitgevoerd dat wordt gewaarborgd dat

    _ de geleverde hoeveelheden granen enerzijds, en de hoeveelheden eind - en bijprodukt anderzijds, met elkaar in overeenstemming zijn .

    De betrokken verhoudingen worden met name beoordeeld aan de hand van de technische coëfficiënten voor de verwerking van granen, rekening houdend met de bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 1999/85 van de Raad (*). Deze coëfficiënten moeten aan de Commissie worden gemeld;

    _ de produkten en bijprodukten voor het uiteindelijke gebruiksdoel zijn gebruikt;

    _ de specifieke steun niet met andere steun van de Gemeenschap wordt gecumuleerd .

    In geval van :

    _ significante onregelmatigheden die op meer dan 3 % van de gecontroleerde werkzaamheden betrekking hebben,

    _ significante verschillen ten opzichte van de vroegere activiteiten van de begunstigde,

    _ ontdekking van een verwerkingsproces waarmee bijprodukten worden verkregen in een hoeveelheid of van een waarde die sterk van de in de vorige alinea bedoelde coëfficiënten afwijkt,

    verscherpen de Lid-Staten de bedoelde controles en stellen zij tevens de Commissie van die feiten in kennis .

    (*) PB nr . L 188 van 20 . 7 . 1985, blz . 1 .".

    7 . In artikel 15 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd :

    "1 . bis . Voor de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 wordt een producent die tijdens de looptijd van zijn contract graan teelt van een soort of, in voorkomend geval, van een ras dat niet van dat waarop het contract betrekking heeft, is te onderscheiden, of dat verkoopt dan wel op zijn bedrijf gebruikt, geacht in strijd te handelen met de in artikel 6 bis bedoelde verplichting . Voor de door de verwerker aangegane verbintenissen geldt dat de verwerker tevens is onderworpen aan het bepaalde in lid 1 .".

    8 . Aan artikel 16, lid 2, wordt het volgende punt e ) toegevoegd :

    "e ) en bovendien, met betrekking tot de specifieke steun als bedoeld in artikel 1 bis, lid 3 bis, van Verordening ( EEG ) nr . 797/85 :

    _ het aantal contracten, gegroepeerd naar de duur ervan,

    _ een samenvattend overzicht van de gegevens in de teeltaangiften,

    _ de oppervlakte per contract evenals de geografische ligging per landbouwgebied,

    _ het uiteindelijke gebruik van de granen naar type van eindprodukt,

    _ de hoeveelheden eindprodukt, secundaire en bijprodukten alsmede de bestemming daarvan .".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel, 30 november 1990 .

    Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    ( 1 ) PB nr . L 93 van 30 . 3 . 1985, blz . 1 .

    ( 2 ) PB nr . L 198 van 28 . 7 . 1990, blz . 6 .

    ( 3 ) PB nr . L 121 van 11 . 5 . 1988, blz . 36 .

    ( 4 ) PB nr . L 380 van 29 . 12 . 1989, blz . 22 .

    ( 5 ) PB nr . L 281 van 1 . 11 . 1975, blz . 1 .

    ( 6 ) PB nr . L 134 van 28 . 5 . 1990, blz . 1 .

    Top