EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990D0298

90/298/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1989 betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap ten behoeve van Berlijn in de Bondsrepubliek Duitsland, dat onder doelstelling 2 valt (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

PB L 155 van 21.6.1990, p. 43–44 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1991

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1990/298/oj

31990D0298

90/298/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1989 betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap ten behoeve van Berlijn in de Bondsrepubliek Duitsland, dat onder doelstelling 2 valt (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 155 van 21/06/1990 blz. 0043 - 0044


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 20 december 1989

betreffende de vaststelling van het communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap ten behoeve van Berlijn in de Bondsrepubliek Duitsland, dat onder doelstelling 2 valt

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(90/298/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de cooerdinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (1), inzonderheid op artikel 9, lid 9,

Overwegende dat de Commissie krachtens artikel 9, lid 9, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 op basis van de door de Lid-Staten ingediende plannen voor regionale en sociale omschakeling, in het kader van het partnerschap en met instemming van de betrokken Lid-Staat, communautaire bestekken voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap vaststelt;

Overwegende dat het communautaire bestek krachtens de tweede alinea van deze bepaling met name het volgende omvat: de prioritaire zwaartepunten, de vormen van bijstandsverlening, het indicatieve financieringsplan, met vermelding van het bedrag en de bronnen van de bijstandsverlening, alsmede de duur van deze bijstandsverlening;

Overwegende dat titel III, artikel 8 en volgende, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de cooerdinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (2), de voorwaarden behelst voor de opstelling en de uitvoering van de communautaire bestekken;

Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland op 31 maart 1989 bij de Commissie het in artikel 9, lid 8, van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde plan voor regionale en sociale omschakeling heeft ingediend ten behoeve van Berlijn, dat onder doelstelling 2 valt en door de Commissie bij Beschikking 89/288/EEG (3) overeenkomstig de procedure van artikel 9, lid 5, van deze verordening als zodanig is aangewezen;

Overwegende dat het door de betrokken Lid-Staat ingediende plan een beschrijving van de gekozen zwaartepunten en aanwijzingen over het bij de verwezenlijking van het plan beoogde gebruik van de bijstand van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), het Europees Sociaal Fonds (ESF), de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere financieringsinstrumenten bevat;

Overwegende dat het communautaire bestek met instemming van de betrokken Lid-Staat in het kader van het in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2052/88 bedoelde partnerschap is vastgesteld;

Overwegende dat overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4253/88 ook de EIB bij de opstelling van het communautaire bestek betrokken is geweest; dat zij zich bereid heeft verklaard om tot de verwezenlijking van dit bestek bij te dragen op basis van de in deze beschikking aangegeven ramingen van de bedragen voor leningen en overeenkomstig de voor haar geldende statutaire bepalingen;

Overwegende dat de Commissie bereid is na te gaan of de andere communautaire leningsinstrumenten volgens de daarvoor geldende specifieke bepalingen kunnen bijdragen in de financiering van dit bestek;

Overwegende dat deze beschikking in overeenstemming is met het advies van het Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's en van het Comité van het Europees Sociaal Fonds;

Overwegende dat deze beschikking, krachtens artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88, als verklaring van intentie aan de betrokken Lid-Staat wordt toegezonden;

Overwegende dat krachtens artikel 20, leden 1 en 2, van Verordening (EEG) nr. 4253/88 de betalingsverplichtingen met betrekking tot de bijdrage van de Structuurfondsen ter financiering van de onder de communautaire bestekken vallende bijstandsmaatregelen worden aangegaan nadat de Commissie een besluit tot goedkeuring van de betrokken acties heeft genomen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

Het voor de periode van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1991 uitgewerkte communautaire bestek voor de structurele bijstandsverlening van de Gemeenschap ten behoeve van Berlijn in de Bondsrepubliek Duitsland, dat onder doelstelling 2 valt, wordt goedgekeurd.

De Commissie verklaart voornemens te zijn tot de verwezenlijking van dit communautaire bestek bij te dragen volgens de daarin vervatte gedetailleerde bepalingen en in overeenstemming met de voorschriften en richtsnoeren van de Structuurfondsen en de andere bestaande financieringsinstrumenten.

Artikel 2

Het communautaire bestek behelst de volgende hoofdpunten:

a) de voor de gezamenlijke actie in aanmerking genomen zwaartepunten:

- opnieuw bruikbaar maken van industrieterreinen,

- verbetering en bescherming van het milieu,

- aantrekkelijkheid als conferentie- en jaarbeurscentrum,

- bevordering van het particuliere initiatief,

- voorbereidende en begeleidende maatregelen en evaluatie;

b) een overzicht van de hoofdzakelijk in de vorm van operationele programma's toe te passen vormen van bijstandsverlening;

c) een indicatief financieringsplan met de tegen constante prijzen van 1989 berekende totale kosten voor de prioritaire zwaartepunten van de gezamenlijke actie van de Gemeenschap en de betrokken Lid-Staat alsook voor de bestaande meerjarige nationale initiatieven ten bedrage van 130,8 miljoen ecu voor de gehele periode, alsmede de beschikbaar te stellen bijstand van de Gemeenschap met de volgende onderverdeling:

(in miljoen ecu)

1.2 // // // EFRO // 39,0 // ESF // 21,0 // // // Totaal Structuurfondsen // 60,0 // Andere subsidie-instrumenten // - // // // Totaal subsidies // 60,0 // //

Voor het in dit verband op te brengen nationale aandeel in de financiering, namelijk ongeveer 70,0 miljoen ecu voor de openbare sector en 0,8 miljoen ecu voor de particuliere sector, kan gedeeltelijk gebruik worden gemaakt van communautaire leningen via de Europese Investeringsbank en de andere leningsinstrumenten.

Artikel 3

Deze verklaring van intentie is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 20 december 1989.

Voor de Commissie

Bruce MILLAN

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 185 van 15. 7. 1988, blz. 9.

(2) PB nr. L 374 van 31. 12. 1988, blz. 1.

(3) PB nr. L 112 van 25. 4. 1989, blz. 19.

Top