EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989R2838

Verordening (EEG) nr. 2838/89 van de Raad van 18 september 1989 betreffende de toepassing van Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking en tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van de aan Besluit nr. 1/88 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk gehechte gemeenschappelijke verklaring - Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk van 20 juli 1989 tot wijziging van bijlage III bij Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking

PB L 278 van 27.9.1989, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1994

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1989/2838/oj

31989R2838

Verordening (EEG) nr. 2838/89 van de Raad van 18 september 1989 betreffende de toepassing van Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking en tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van de aan Besluit nr. 1/88 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk gehechte gemeenschappelijke verklaring - Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk van 20 juli 1989 tot wijziging van bijlage III bij Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong" en de methoden van administratieve samenwerking

Publicatieblad Nr. L 278 van 27/09/1989 blz. 0001 - 0002


VERORDENING (EEG) Nr. 2838/89 VAN DE RAAD

van 18 september 1989

betreffende de toepassing van Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk tot wijziging van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong'' en de methoden van administratieve samenwerking en tot vaststelling van de bepalingen voor de toepassing van de aan Besluit nr. 1/88 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk gehechte gemeenschappelijke verklaring

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Oostenrijk, die op 22 juli 1972 werd ondertekend, op 1 januari 1973 in werking is getreden;

Overwegende dat enerzijds het Gemengd Comité, krachtens artikel 28 van Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip "produkten van oorsprong'' en de methoden van administratieve samenwerking, welk Protocol een integrerend bestanddeel van genoemde Overeenkomst vormt, Besluit nr. 1/89 tot wijziging van Protocol nr. 3 heeft aangenomen;

Overwegende dat anderzijds in de aan Besluit nr. 1/88 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk gehechte gemeenschappelijke verklaring, die krachtens Verordening (EEG) nr. 1598/88 (1) in de Gemeenschap van toepassing is, wordt bepaald dat onder bepaalde voorwaarden een herziening plaatsvindt van de wijzigingen die zijn aangebracht in de regels betreffende de oorsprong ten gevolge van de invoering van het geharmoniseerde systeem; dat het Gemengd Comité op grond van deze gemeenschappelijke verklaring gedurende een periode van drie maanden met ingang van de datum waarop het verzoek hem door een van beide partijen bij de Overeenkomst is voorgelegd, dient te beslissen;

Overwegende dat deze herziening de gevallen betreft waarin de omzetting van de bestaande regels betreffende de oorsprong in het geharmoniseerde systeem niet volledig neutraal was en waarin het noodzakelijk blijkt het effect van de vorige regels betreffende de oorsprong te herstellen;

Overwegende dat het met het oog op de dienaangaande door het Gemengd Comité te nemen besluiten noodzakelijk is tot een gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap te komen; dat het daarna noodzakelijk is deze besluiten van het Gemengd Comité in de Gemeenschap van toepassing te doen zijn;

Overwegende dat dit besluitvormingsproces niet de mogelijkheid biedt de in de gemeenschappelijke verklaring vastgestelde termijn van drie maanden na te leven; dat het derhalve wenselijk is de procedure te bespoedigen en te bepalen dat het gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap door de Commissie wordt vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 802/68 van de Raad van 27 juni 1968 betreffende de gemeenschappelijke definitie van het begrip "oorsprong van goederen'' (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3860/87 van de Commissie (3); dat het tevens wenselijk is de Commissie te machtigen om de noodzakelijke maatregelen vast te stellen om de besluiten van het Gemengd Comité in de Gemeenschap van toepassing te doen zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit nr. 1/89 van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk is van toepassing in de Gemeenschap.

De tekst van het besluit is aan deze verordening gehecht.

Artikel 2

Volgens de procedure bedoeld in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 802/68 worden vastgesteld:

a) het gemeenschappelijk standpunt van de Gemeenschap met het oog op de besluiten van het Gemengd Comité EEG-Oostenrijk betreffende een herziening van de wijzigingen die zijn aangebracht in de regels betreffende

de oorsprong ten gevolge van de invoering van het geharmoniseerde systeem in het kader van de aan Besluit nr. 1/88 van genoemd Gemengd Comité gehechte gemeenschappelijke verklaring;

b) de toepassing in de Gemeenschap van de onder a) bedoelde besluiten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 1 is van toepassing vanaf 1 januari 1988.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 september 1989.

Voor de Raad

De Voorzitter

H. CURIEN

(1) PB nr. L 149 van 15. 6. 1988, blz. 1.

(2) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 1.

(3) PB nr. L 363 van 23. 12. 1987, blz. 30.

Top