Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31989R0673

    VERORDENING (EEG) Nr. 673/89 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1989 tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1989

    PB L 73 van 17.3.1989, p. 12–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/1989

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1989/673/oj

    31989R0673

    VERORDENING (EEG) Nr. 673/89 VAN DE COMMISSIE van 16 maart 1989 tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1989

    Publicatieblad Nr. L 073 van 17/03/1989 blz. 0012 - 0013


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 673/89 VAN DE COMMISSIE

    van 16 maart 1989

    tot vaststelling van de referentieprijzen voor aubergines voor het verkoopseizoen 1989

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2238/88 (2), en met name op artikel 27, lid 1,

    Overwegende dat luidens artikel 23, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 jaarlijks, vóór het begin van het verkoopseizoen, referentieprijzen worden vastgesteld die voor de gehele Gemeenschap gelden;

    Overwegende dat, in verband met de betekenis van de produktie van aubergines in de Gemeenschap, voor dit produkt een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

    Overwegende dat de in een bepaald produktieseizoen geoogste aubergines worden afgezet over een periode die zich uitstrekt van januari tot en met december; dat de kleine hoeveelheden die van 1 januari tot en met 31 maart alsmede tijdens de maanden november en december worden geoogst, de vaststelling van referentieprijzen voor deze perioden niet rechtvaardigen; dat bijgevolg slechts voor de periode van 1 april tot en met 31 oktober referentieprijzen moeten worden vastgesteld;

    Overwegende dat krachtens artikel 23, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1035/72 de referentieprijzen worden vastgesteld op een peil dat gelijk is aan dat van het voorafgaande verkoopseizoen, verhoogd, na aftrek van het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het voorafgaande verkoopseizoen die op de communautaire produkten drukken vanaf de produktiegebieden tot de verbruikscentra van de Gemeenschap,

    - met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit,

    - met het forfaitair bedrag van de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen;

    dat het aldus verkregen peil evenwel niet hoger mag zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met de vervoerkosten voor het betrokken verkoopseizoen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten, verminderd met de stijging van de produktiviteit; dat de referentieprijs voorts niet lager mag zijn dan de voor het voorafgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs;

    Overwegende dat, om rekening te houden met de seizoenverschillen in de prijzen, het verkoopseizoen in verscheidene perioden dient te worden verdeeld en voor elke periode een referentieprijs dient te worden vastgesteld;

    Overwegende dat de producentenprijzen gelijk zijn aan het gemiddelde van de prijzen die in de drie jaren voorafgaande aan de datum van vaststelling van de referentieprijs, voor een binnenlands produkt waarvan de handelskenmerken zijn bepaald, op de representatieve markt of markten in de produktiegebieden met de laagste prijzen zijn genoteerd voor de produkten of variëteiten die een aanzienlijk deel uitmaken van de in het gehele jaar of gedurende een deel daarvan in de handel gebrachte produktie en die qua verpakking aan bepaalde eisen voldoen; dat voor de vaststelling van het gemiddelde voor elke representatieve markt de prijzen die, gelet op de op de betrokken markt geconstateerde normale schommelingen, uitzonderlijk hoog of uitzonderlijk laag kunnen worden geacht, buiten beschouwing moeten worden gelaten;

    Overwegende dat, overeenkomstig artikel 140, lid 2, en artikel 272, lid 3, van de Toetredingsakte, tijdens de eerste fase voor Spanje, respectievelijk de eerste etappe voor Portugal, voor de berekening van de referentieprijzen geen rekening wordt gehouden met de prijzen van Spaanse, respectievelijk Portugese produkten;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor het verkoopseizoen 1989 worden de referentieprijzen voor aubergines (GN-code 0709 30 00), uitgedrukt in ecu per 100 kg nettogewicht, voor de produkten van kwaliteitsklasse I, alle groottesorteringen, in verpakking, als volgt vastgesteld:

    - april: 87,72,

    - mei: 82,00,

    - juni: 78,58,

    - juli: 69,85,

    - augustus: 46,72,

    - september: 50,09,

    - oktober: 54,13.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 april 1989.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 16 maart 1989.

    Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

    (2) PB nr. L 198 van 26. 7. 1988, blz. 1.

    Top