EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988R3496

Verordening (EEG) nr. 3496/88 van de Commissie van 9 november 1988 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2658/80 en (EEG) nr. 2659/80 ten aanzien van de voorwaarden voor interventieaankoop en toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector schape- en geitevlees

PB L 306 van 11.11.1988, p. 28–29 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1988/3496/oj

31988R3496

Verordening (EEG) nr. 3496/88 van de Commissie van 9 november 1988 tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2658/80 en (EEG) nr. 2659/80 ten aanzien van de voorwaarden voor interventieaankoop en toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector schape- en geitevlees

Publicatieblad Nr. L 306 van 11/11/1988 blz. 0028 - 0029
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 27 blz. 0197
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 27 blz. 0197


Verordening (EEG) nr. 3496/88 van de Commissie

van 9 november 1988

tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2658/80 en (EEG) nr. 2659/80 ten aanzien van de voorwaarden voor interventieaankoop en toekenning van steun voor de particuliere opslag in de sector schape- en geitevlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1837/80 van de Raad van 27 juni 1980 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schape- en geitevlees [1], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1115/88 [2], en met name op artikel 7, lid 7, onder a) en c),

Overwegende dat via interventie of particuliere opslag produkten voorlopig uit de markt moeten kunnen worden genomen als het marktevenwicht is verstoord en deze weer op de markt moeten kunnen worden gebracht zodra de markt zich heeft hersteld; dat daarom de voor interventie aangeboden of opgeslagen produkten al naar gelang van het geval geschikt moeten zijn voor menselijke consumptie of diervoeding;

Overwegende dat in Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar [3] de procedure is vastgelegd die in geval van stralingsgevaar moet worden gevolgd voor de bepaling van de toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders die op de markt worden gebracht; dat bijgevolg landbouwprodukten met een hogere radioactieve besmetting niet voor interventieaankoop in aanmerking komen en daarvoor geen opslagcontracten mogen worden gesloten;

Overwegende dat bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1707/86 van de Raad van 30 mei 1986 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tchernobyl [4], laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 624/87 [5], maximale toleranties voor radioactiviteit zijn vastgesteld; dat na het verstrijken van de geldigheidsduur van Verordening (EEG) nr. 1707/86 de betrokken toleranties zijn overgenomen in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad [6], die Verordening (EEG) nr. 1707/86 vervangt; dat landbouwprodukten waarbij deze maximale toleranties worden overschreden niet kunnen worden beschouwd als van gezonde handelskwaliteit;

Overwegende dat is geconstateerd dat als gevolg van het bovengenoemde ongeluk de communautaire landbouwproduktie voor een deel en in verschillende mate radioactief is besmet; dat dient te worden bepaald dat communautaire landbouwprodukten waarvan de radioactiviteit de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 vastgestelde waarden overschrijdt niet voor interventieaankoop in aanmerking komen en voor deze produkten geen opslagcontracten mogen worden gesloten;

Overwegende dat bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2658/80 van de Commissie [7] de voorwaarden zijn vastgesteld voor de aankoop bij interventie; dat in artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2659/80 van de Commissie [8] de voorwaarden voor het sluiten van opslagcontracten zijn vastgesteld; dat deze voorwaarden moeten worden gepreciseerd; dat de betrokken verordeningen derhalve moeten worden gewijzigd;

Overwegende dat de mate van radioactieve besmetting van levensmiddelen ten gevolge van een situatie waarin stralingsgevaar bestaat, verschilt al naar gelang van de kenmerken van het ongeluk en het type produkt; dat het besluit over de noodzaak van een controle alsmede inzake controlemaatregelen derhalve aan elke situatie dient te worden aangepast en daarbij bij voorbeeld rekening moet worden gehouden met de kenmerken van de betrokken gebieden, produkten en radionucleïden;

Overwegende dat het Comité van beheer "schapen en geiten" geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Aan artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 2658/80 wordt de volgende letter h) toegevoegd:

"h) de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus van radioactiviteit niet overschrijden. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad [] vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 1837/80."

.

2. Aan artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2659/80 wordt de volgende alinea toegevoegd:

"Voorts kan voor de produkten geen opslagcontract worden gesloten wanneer de radioactieve besmetting ervan de in de communautaire wetgeving vastgestelde maximaal toelaatbare niveaus overschrijdt. Voor produkten van oorsprong uit de Gemeenschap die zijn besmet als gevolg van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl, gelden de in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3955/87 van de Raad [*] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14. vastgestelde niveaus. Alleen als de situatie het vereist, wordt het produkt gedurende de periode waarin het nodig is gecontroleerd op de mate van radioactieve besmetting. De geldigheidsduur en de draagwijdte van de controlemaatregelen worden zo nodig vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 1837/80."

.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 9 november 1988.

Voor de Commissie

Frans Andriessen

Vice-voorzitter

[1] PB nr. L 183 van 16. 7. 1980, blz. 1.

[2] PB nr. L 110 van 29. 4. 1988, blz. 36.

[3] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 11.

[4] PB nr. L 146 van 31. 5. 1986, blz. 88.

[5] PB nr. L 58 van 28. 2. 1987, blz. 101.

[6] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.

[7] PB nr. L 276 van 20. 10. 1980, blz. 9.

[8] PB nr. L 276 van 20. 10. 1980, blz. 12.

[] PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.

--------------------------------------------------

Top