EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988R0892

Verordening (EEG) nr. 892/88 van de Raad van 29 maart 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

PB L 89 van 6.4.1988, p. 1–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2005; stilzwijgende opheffing door 32004R0865

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1988/892/oj

31988R0892

Verordening (EEG) nr. 892/88 van de Raad van 29 maart 1988 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

Publicatieblad Nr. L 089 van 06/04/1988 blz. 0001 - 0003
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 26 blz. 0125
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 26 blz. 0125


VERORDENING ( EEG ) Nr . 892/88 VAN DE RAAD van 29 maart 1988 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3994/87 van de Commissie ( 2 ), inzonderheid op artikel 5, lid 4,

Overwegende dat de produktiesteun niet meer uitsluitend geldt voor oppervlakten die vóór bepaalde data met olijfbomen zijn beplant; dat Verordening ( EEG ) nr . 1590/83 van de Raad van 14 juni 1983 tot vaststelling van het olijfboomareaal waarvoor produktiesteun voor olijfolie wordt toegekend ( 3 ) derhalve dient te worden ingetrokken;

Overwegende dat het dienstig is de criteria vast te stellen aan de hand waarvan moet worden bepaald van welke olijventelers de gemiddelde produktie een bepaalde hoeveelheid overschrijdt;

Overwegende dat de producentenorganisaties van bepaalde taken in verband met de controle op de teeltaangiften moeten worden ontslagen, omdat deze taken voortaan door gespecialiseerde instanties worden uitgevoerd; dat het wenselijk is de regels voor de besteding van het bedrag van de voor de producentenorganisaties bestemde inhouding op de produktiesteun te wijzigen;

Overwegende dat een van de bij Verordening ( EEG ) nr . 1915/87 ( 4 ) aangebrachte wijzigingen in de steunregeling voor de produktie van olijfolie voorzag in de invoering van een maximumhoeveelheid voor de toekenning van de produktiesteun voor olijfolie; dat daarbij is bepaald dat, als de werkelijk geproduceerde hoeveelheid de maximumhoeveelheid overschrijdt, het steunbedrag per eenheid wordt verminderd door toepassing van een coëfficiënt; dat, indien de produktie kleiner is dan de maximumhoeveelheid, het verschil wordt opgeteld bij de maximumhoeveelheid voor het volgende verkoopseizoen; dat de eventuele verlaging van de steun per eenheid niet geldt voor kleine producenten; dat regels dienen te worden vastgesteld voor de bepaling van de definitieve steun, de betaling van het voorschot op de steun en de geraamde produktie en de werkelijke produktie; dat voor de toekenning van de steun criteria worden toegepast die verschillen al naar gelang de olijventelers al dan niet zijn aangesloten bij een producentenorganisatie of al naar gelang hun produktie al dan niet een bepaalde hoeveelheid overschrijdt; dat regels dienen te worden vastgesteld om deze hoeveelheid te kunnen gepalen; dat derhalve Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 ( 5 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3763/86 ( 6 ), dient te worden gewijzigd;

Overwegende dat met de regeling inzake de produktiesteun nog niet genoeg ervaring is opgedaan om nu reeds voorstellen voor een herziening van deze regeling te kunnen indienen, ook al omdat deze regeling sedert korte tijd voor twee nieuwe Lid-Staten wordt toegepast; dat de termijn voor de indiening van het verslag betreffende de werking van de regeling inzake de produktiesteun derhalve dient te worden verlengd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1 Verordening ( EEG ) nr . 2261/84 wordt als volgt gewijzigd :

1 . artikel 2, lid 1, wordt vervangen door :

1 . De produktiesteun wordt toegekend voor olijfolie als omschreven in de punten 1 en 4 van de bijlage bij Verordening nr . 136/66/EEG .";

2 . in artikel 2, lid 4, wordt 100" vervangen door 200";

3 . in artikel 2 worden de leden 5 en 6 vervangen door het volgende lid :

5 . De producerende Lid-Staten bepalen welke olijventelers een gemiddelde produktie van ten minste 200 kg olijfolie hebben in de zin van artikel 5, lid 2, van Verordening nr . 136/66/EEG op basis van de gemiddelde olijfolieproduktie waarvoor het recht op steun is erkend in de voorafgaande twee verkoopseizoenen .

Indien de vereiste gegevens ontbreken of niet beschikbaar zijn of de olijventeler in zijn teeltaangifte het produktiepotentieel wijzigt, wordt voor de toepassing van het vorenstaande uitgegaan van het aantal olijfbomen in produktie, vermenigvuldigd met het gemiddelde van de voor de voorafgaande twee verkoopseizoenen overeenkomstig artikel 18 vastgestelde opbrengsten aan olijven en olijfolie .";

4 . artikel 3, lid 1, tweede streepje, wordt vervangen door :

- een afschrift van de met het oog op de opstelling van het olijventeeltkadaster voorgelegde verklaring .";

5 . in artikel 6, lid 1, wordt het tweede streepje geschrapt;

6 . in artikel 8, lid 2, wordt het derde streepje geschrapt;

7 . artikel 10, eerste streepje, wordt vervangen door :

- zij cooerdineren de activiteiten van de aangesloten organisaties en zien erop toe dat deze activiteiten in overeenstemming zijn met deze verordening, en zij verifiëren met name rechtstreeks in een vast te stellen percentage gevallen op welke wijze de in artikel 8 bedoelde controles worden uitgevoerd;";

8 . in artikel 11, lid 1, onder b ), wordt het tweede streepje vervangen door :

- van de hoeveelheid olijfolie waarvoor via elke organisatie steun is toegekend .";

9 . artikel 12, lid 2, wordt vervangen door :

2 . Het in lid 1 bedoelde voorschot mag voor geen enkele olijventeler hoger zijn dan het bedrag dat wordt verkregen door de overeenkomstig artikel 17 bis, lid 1, vastgestelde steun per eenheid te vermenigvuldigen met :

- de hoeveelheid die wordt berekend door toepassing van de overeenkomstig artikel 18 vastgestelde opbrengsten aan olijven en olijfolie op het aantal in de teeltaangifte vermelde olijfbomen in produktie, of - de hoeveelheid die in de aanvraag is vermeld, indien deze hoeveelheid kleiner is dan die welke wordt verkregen bij toepassing van het bepaalde in het eerste streepje .";

10 . het volgende artikel wordt ingevoegd in het hoofdstuk Slotbepalingen ":

Artikel 17 bis 1 . Vóór 1 maart wordt, volgens de in artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde procedure, voor het lopende verkoopseizoen a ) een raming opgesteld van de produktie;

b ) het bedrag vastgesteld van de produktiesteun per eenheid dat mag worden voorgeschoten . Dit bedrag moet zodanig zijn dat, gelet op de produktieomstandigheden van elk verkoopseizoen, elk risico van onverschuldigde betaling aan de olijfolieproducenten wordt vermeden .

2 . Uiterlijk zes maanden na het einde van het verkoopseizoen wordt, volgens de in lid 1 vermelde procedure, voor het afgelopen verkoopseizoen :

a ) de effectieve produktie waarvoor het recht op steun is erkend, vastgesteld;

b ) het bedrag van de in artikel 5, lid 1, vijfde alinea, onder b ), van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde produktiesteun per eenheid vastgesteld dat mag worden toegekend aan de producenten wier gemiddelde produktie ten minste 200 kg per verkoopseizoen bedraagt;

c ) de hoeveelheid vastgesteld die naar het volgende verkoopseizoen moet worden overgedragen, indien de onder a ) bedoelde produktie lager is dan de vastgestelde maximumhoeveelheid .

3 . De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk op 31 januari de gegevens mede met betrekking tot de geraamde olijfolieproduktie voor het lopende verkoopseizoen . De Commissie kan gebruik maken van andere informatiebronnen en eventueel studies of onderzoeken laten uitvoeren met betrekking tot de olijfolieproduktie .";

11 . in artikel 19, tweede alinea, worden de woorden onder a )," geschrapt;

12 . artikel 21 wordt vervangen door :

Artikel 21 Vóór 1 januari 1990 legt de Commissie aan de Raad een verslag voor over het functioneren van de regeling inzake de produktiesteun voor olijfolie, zo nodig vergezeld van een voorstel tot herziening van de regeling .".

Artikel 2 Verordening ( EEG ) nr . 1590/83 wordt ingetrokken .

Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 29 maart 1988 .

Voor de Raad De Voorzitter I . KIECHLE ( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966, blz . 3025/66 .

( 2 ) PB nr . L 377 van 31 . 12 . 1987, blz . 31 .

( 3 ) PB nr . L 163 van 22 . 6 . 1983, blz . 39 .

( 4 ) PB nr . L 183 van 3 . 7 . 1987, blz . 7 .

( 5 ) PB nr . L 208 van 3 . 8 . 1984, blz . 3 .

( 6 ) PB nr . L 349 van 11 . 12 . 1986, blz . 10 .

Top