EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988R0785

Verordening (EEG) nr. 785/88 van de Raad van 14 maart 1988 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1988)

PB L 81 van 26.3.1988, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1988

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1988/785/oj

31988R0785

Verordening (EEG) nr. 785/88 van de Raad van 14 maart 1988 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1988)

Publicatieblad Nr. L 081 van 26/03/1988 blz. 0001 - 0004


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 785/88 VAN DE RAAD

van 14 maart 1988

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van autonome communautaire tariefcontingenten voor bepaalde visserijprodukten (1988)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de bevoorrading van de Gemeenschap met vis van bepaalde soorten of filets en vlees van deze vis momenteel van invoer uit derde landen afhankelijk is; dat het in het belang is van de Gemeenschap de douanerechten voor de betrokken produkten binnen de grenzen van passende communautaire tariefcontingenten gedeeltelijk te schorsen; dat het, ten einde de vooruitzichten van de groei van deze produktie in de Gemeenschap niet te schaden en om een toereikende voorziening van de verwerkende industrie te verzekeren, dienstig is deze contingenten te openen voor het tijdvak dat loopt tot en met 31 december 1988 tegen douanerechten die variëren al naar gelang van de gevoeligheid van de verschillende produkten op de markt van de Gemeenschap;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van de door bedoelde contingenten geboden mogelijkheden en dat het aan deze contingenten verbonden recht zonder onderbreking wordt toegepast op alle invoer van de betrokken produkten, totdat de contingenten zijn uitgeput; dat een systeem voor de benutting van de communautaire tariefcontingenten, gebaseerd op een verdeling over de Lid-Staten, in overeenstemming lijkt te zijn met het communautaire karakter van deze contingenten in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen; dat die verdeling, om zo goed mogelijk bij de werkelijke ontwikkeling op de markt voor de betrokken produkten aan te sluiten, zou moeten geschieden naar verhouding van de behoeften van de Lid-Staten, berekend enerzijds aan de hand van de statistische gegevens betreffende de invoer uit derde landen gedurende een representatieve referentieperiode en anderzijds op basis van de economische vooruitzichten voor de betrokken contingentsperiode;

Overwegende dat, daar er in het onderhavige geval geen statistische gegevens per kwaliteit van de desbetreffende produkten bestaan en het hier autonome communautaire tariefcontingenten betreft ter voorziening in invoerbehoeften van de Gemeenschap, een verdeling van de contingenten op basis van de voorlopige, door ieder van de Lid-Staten geraamde behoeften aan import uit derde landen kan worden geaccepteerd; dat deze wijze van verdeling tevens de uniformiteit van de inning van de van toepassing zijnde rechten waarborgt;

Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de eventuele ontwikkeling van de invoer van de betrokken produkten, de contingenten in twee gedeelten moeten worden gesplitst, waarbij het eerste gedeelte over bepaalde Lid-Staten wordt verdeeld, terwijl het tweede gedeelte een reserve vormt ter voorziening in de verdere behoeften van deze Lid-Staten wanneer zij hun aanvankelijke quotum hebben verbruikt, alsmede in de behoeften die zich in de overige Lid-Staten voordoen; dat het, ten einde aan de importeurs van de Lid-Staten enige zekerheid te verschaffen, dienstig is het eerste gedeelte van de communautaire tariefcontingenten op een betrekkelijk hoog niveau vast te stellen, dat in het onderhavige geval 67 % van de contingenten kan bedragen;

Overwegende dat de aanvankelijke quota van de Lid-Staten meer of minder spoedig kunnen zijn verbruikt; dat het, ten einde hiermede rekening te houden en elke onderbreking te voorkomen, van belang is dat iedere Lid-Staat die een van zijn aanvankelijke quota heeft benut, een extra quotum uit de overeenkomstige reserve opneemt; dat dergelijke opnemingen door iedere Lid-Staat dienen te worden verricht wanneer elk van zijn extra quota nagenoeg geheel is benut, en wel zo vaak als de reserve dit toelaat; dat de aanvankelijke en de extra quota moeten gelden tot aan het einde van de contingentsperiode; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de benuttingsgraad van de contingenten moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening en tot en met 31 december 1988 worden de douanerechten voor de hierna vermelde produkten geschorst tot de niveaus en binnen de grenzen van de communautaire tariefcontingenten die voor ieder van deze produkten zijn aangegeven:

1.2.3.4.5 // // // // // // Volg- nummer // GN-code // Omschrijving // Omvang van het contingent (in ton) // Contingent- recht (in %) // // // // // // // // // // // 09.2722 // ex 0304 20 99 ex 0304 90 99 // Filets en vlees van Alaska koolvis (Theragra chalcogramma), bevroren, bestemd om te worden verwerkt (1) // 20 000 // 5 // 09.2724 // ex 0304 20 57 ex 0304 90 47 // Filets en vlees van heek (Merluccius spp., met uitzondering van Merluccius merluccius, Merluccius bilinearis en Merluccius carpensis), bevroren, bestemd om te worden verwerkt (1) // 25 000 // 5 // 09.2751 // ex 0304 20 19 ex 0304 90 10 // Filets en vlees van snoek, bevroren, bestemd om te worden verwerkt (1) // 500 // 0 // 09.2753 // ex 0302 50 ex 0302 69 35 ex 0303 60 ex 0303 79 41 ex 0304 10 99 ex 0304 90 35 ex 0304 90 37 // Kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus), vis van de soort Boreogadus saida, met uitzondering van levers, hom en kuit en filets, en vlees van deze vis, vers, gekoeld of bevroren aangeboden en bestemd om te worden verwerkt (1) // 45 000 // 3,7 // 09.2755 // ex 0302 63 00 ex 0303 73 00 ex 0304 10 99 ex 0304 90 41 // Koolvis (Pollachius virens), met uitzondering van levers, hom en kuit en filets, en vlees van deze vis, vers, gekoeld of bevroren aangeboden en bestemd om te worden verwerkt (1) // 15 000 // 3,7 // 09.2757 // ex 0302 62 00 ex 0303 72 00 ex 0304 10 99 ex 0304 90 45 // Schelvis (Melanogrammus aeglefinus), met uitzondering van levers, hom en kuit en filets, en vlees van deze vis, vers, gekoeld of bevroren aangeboden en bestemd om te worden verwerkt (1) // 4 000 // 3,7 // 09.2759 // ex 0304 20 21 ex 0304 20 29 // Bevroren filets van kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en vis van de soort Boreogadus saida, bestemd om te worden verwerkt (1) // 12 500 // 0 // 09.2761 // ex 0304 20 31 // Bevroren filets van koolvis (Pollachius virens), bestemd om te worden verwerkt (1) // 12 500 // 0 // 09.2763 // ex 0304 20 33 // Bevroren filets van schelvis (Melanogrammus aeglefinus), bestemd om te worden verwerkt (1) // 3 000 // 0 // 09.2765 // 0305 62 00 0305 69 10 // Kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en vis van de soort Boreogadus saida, gezouten of gepekeld, doch niet gedroogd of gerookt // 52 500 // 5 // 09.2767 // 0305 51 10 0305 59 11 // Kabeljauw (Gadus morhua, Gadus ogac, Gadus macrocephalus) en vis van de soort Boreogadus saida, gedroogd, ongezouten // 1 000 // 10 // // // // //

(1) De controle op het gebruik van de produkten voor de voorgeschreven bijzondere bestemming geschiedt door toepassing van de communautaire bepalingen ter zake.

2. Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten passen het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek rechten toe die berekend worden overeenkomstig de in de Toetredingsakte vastgestelde bepalingen ter zake.

3. De invoer van bedoelde produkten kan slechts in aanmerking komen voor de in lid 1 bedoelde contingenten, indien de prijs franco grens vastgesteld door de Lid-Staten overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 (1) op zijn minst gelijk is aan de door de Gemeenschap vastgestelde of vast te stellen referentieprijs voor de betrokken produkten of categorieën van produkten.

Artikel 2

1. De in artikel 1 genoemde communautaire tariefcontingenten worden in twee gedeelten gesplitst.

2. Een eerste gedeelte van elk van deze contingenten wordt verdeeld over bepaalde Lid-Staten; de quota die, behoudens het bepaalde in artikel 5, gelden tot en met 31 december 1988, bedragen de onderstaande in ton aangegeven hoeveelheden:

1.2,12 // // // // Volgnummer // // // // // // // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.1 2 // // 09.2722 // 09.2724 // 09.2751 // 09.2753 // 09.2755 // 09.2757 // 09.2759 // 09.2761 // 09.2763 // 09.2765 // 09.2767 // // // // // // // // // // // // // Benelux // 828 // 303 // - // - // 80 // - // 105 // 42 // - // - // - // Denemarken // 18 // - // - // 13 659 // 7 424 // 1 458 // 44 // 2 394 // - // - // - // Duitsland // 7 602 // 7 444 // - // 4 770 // 1 236 // 184 // 2 229 // 3 913 // 369 // - // - // Griekenland // - // - // - // - // - // - // - // - // - // 2 198 // - // Spanje // 91 // 1 787 // - // 1 908 // - // - // - // - // - // 4 281 // - // Frankrijk // 3 946 // 5 834 // 335 // - // 1 200 // 26 // 1 675 // 2 026 // 87 // 704 // 26 // Ierland // - // - // - // - // - // - // - // - // - // - // - // Italië // - // - // - // - // - // - // - // - // - // 1 558 // 636 // Portugal // - // - // - // - // - // - // - // - // - // 26 434 // - // Verenigd Koninkrijk // 915 // 1 382 // - // 9 663 // 60 // 1 012 // 4 322 // - // 1 494 // - // 8 // // // // // // // // // // // // // // 13 400 // 16 750 // 335 // 30 000 // 10 000 // 2 680 // 8 375 // 8 375 // 1 950 // 35 175 // 670 // // // // // // // // // // // //

3. Het tweede gedeelte van elk contingent, te weten voor:

- volgnummer 09.2722: 6 600 ton

- volgnummer 09.2724: 8 250 ton

- volgnummer 09.2751: 165 ton

- volgnummer 09.2753: 15 000 ton

- volgnummer 09.2755: 5 000 ton

- volgnummer 09.2757: 1 320 ton

- volgnummer 09.2759: 4 125 ton

- volgnummer 09.2761: 4 125 ton

- volgnummer 09.2763: 1 050 ton

- volgnummer 09.2765: 17 325 ton

- volgnummer 09.2767: 330 ton,

vormt de overeenkomstige reserve.

4. Indien een importeur melding maakt van op handen zijnde invoer van het betrokken produkt in een Lid-Staat die niet deelneemt in de aanvankelijke verdeling en indien hij verzoekt om voor het contingent in aanmerking te komen, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming van een hoeveelheid die overeenstemt met deze behoeften, voor zover het beschikbare saldo van de reserve zulks toelaat.

Artikel 3

1. Indien het aanvankelijk aan een Lid-Staat toegekende quotum, zoals dat in artikel 2, lid 2, is vastgesteld, dan wel dat zelfde quotum verminderd met het krachtens artikel 5 in de reserve teruggestorte gedeelte, voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat door middel van een kennisgeving aan de Commissie onverwijld over tot opneming, voor zover de reserve zulks toelaat, van een tweede quotum, gelijk aan 10 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond.

2. Indien, na uitputting van zijn aanvankelijke quotum, ook het tweede door een Lid-Staat opgenomen quotum voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat onder de in lid 1 genoemde voorwaarden onverwijld over tot opneming van een derde quotum, gelijk aan 5 % van zijn aanvankelijke quotum, eventueel op de volgende eenheid naar boven afgerond.

3. Indien, na uitputting van zijn tweede quotum, ook het derde door een Lid-Staat opgenomen quotum voor 90 % of meer is benut, gaat deze Lid-Staat onder de in lid 1 genoemde voorwaarden over tot opneming van een vierde quotum, dat gelijk is aan het derde.

Deze handelwijze wordt toegepast totdat de reserve is uitgeput.

4. In afwijking van de leden 1, 2 en 3 kan elke Lid-Staat overgaan tot opneming van kleinere quota dan in die leden is bepaald, indien er redenen zijn om aan te nemen dat deze wellicht niet zullen worden uitgeput. Hij deelt aan de Commissie de redenen mede die tot toepassing van de bepalingen van dit lid hebben geleid.

Artikel 4

De overeenkomstig artikel 3 opgenomen extra quota gelden tot en met 31 december 1988.

Artikel 5

De Lid-Staten storten uiterlijk op 1 oktober 1988 van het niet benutte gedeelte van hun aanvankelijke quotum dat deel in de reserve terug dat op 15 september 1988 20 % van het aanvankelijke quotum te boven gaat. Zij kunnen een grotere hoeveelheid terugstorten, indien er redenen zijn om aan te nemen dat deze wellicht niet zal worden benut.

Elke Lid-Staat doet de Commissie uiterlijk op 1 oktober 1988 mededeling van de totale invoer van de betrokken produkten die tot en met 15 september 1988 heeft plaatsgevonden en op de communautaire tariefcontingenten is afgeboekt, alsmede eventueel van het gedeelte van zijn aanvankelijke quotum, dat hij in de reserve terugstort.

Artikel 6

De Commissie boekt de hoeveelheden van de door de Lid-Staten overeenkomstig de artikelen 2 en 3 geopende quota en brengt elke Lid-Staat, zodra de opgaven haar bereiken, op de hoogte van de uitputtingsgraad van de reserve. Zij stelt de Lid-Staten uiterlijk op 5 oktober 1988 in kennis van de omvang van de reserve na de overeenkomstig artikel 5 verrichte terugstortingen.

Zij draagt er zorg voor dat de opneming uit een van de reserves tot de nog beschikbare hoeveelheid beperkt blijft en deelt daartoe aan de Lid-Staat die deze laatste opneming verricht, mede hoeveel dit saldo bedraagt.

Artikel 7

1. De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen opdat bij opening van de met toepassing van artikel 3 door hen opgenomen extra quota, de door hen ingevoerde hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerde aandeel in de communautaire contingenten.

2. De Lid-Staten waarborgen aan de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot de hun toegekende quota.

3. De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden af op hun quota naargelang de betrokken produkten met een aangifte voor het vrije verkeer bij de douane worden aangeboden.

4. De benuttingsgraad van de quota van de Lid-Staten wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden, die onder de in lid 3 bepaalde voorwaarden worden afgeboekt.

Artikel 8

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 9

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 14 maart 1988.

Voor de Raad

De Voorzitter

J. WARNKE

(1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.

ARTIKEL 6

DE COMMISSIE BOEKT DE HOEVEELHEDEN VAN DE DOOR DE LID-STATEN OVEREENKOMSTIG DE ARTIKELEN 2 EN 3 GEOPENDE QUOTA EN BRENGT ELKE LID-STAAT, ZODRA DE OPGAVEN HAAR BEREIKEN, OP DE HOOGTE VAN DE UITPUTTINGSGRAAD VAN DE RESERVE .

ZIJ STELT DE LID-STATEN UITERLIJK OP 5 OKTOBER 1988 IN KENNIS VAN DE OMVANG VAN DE RESERVE NA DE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 5 VERRICHTE TERUGSTORTINGEN .

ZIJ DRAAGT ER ZORG VOOR DAT DE OPNEMING UIT EEN VAN DE RESERVES TOT DE NOG BESCHIKBARE HOEVEELHEID BEPERKT BLIJFT EN DEELT DAARTOE AAN DE LID-STAAT DIE DEZE LAATSTE OPNEMING VERRICHT, MEDE HOEVEEL DIT SALDO BEDRAAGT .

ARTIKEL 7

1 . DE LID-STATEN NEMEN ALLE DIENSTIGE MAATREGELEN OPDAT BIJ OPENING VAN DE MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 3 DOOR HEN OPGENOMEN EXTRA QUOTA, DE DOOR HEN INGEVOERDE HOEVEELHEDEN ZONDER ONDERBREKING KUNNEN WORDEN AFGEBOEKT OP HUN GECUMULEERDE AANDEEL IN DE COMMUNAUTAIRE CONTINGENTEN .

2 . DE LID-STATEN WAARBORGEN AAN DE IMPORTEURS VAN DE BETROKKEN PRODUKTEN VRIJE TOEGANG TOT DE HUN TOEGEKENDE QUOTA .

3 . DE LID-STATEN BOEKEN DE INGEVOERDE HOEVEELHEDEN AF OP HUN QUOTA NAARGELANG DE BETROKKEN PRODUKTEN MET EEN AANGIFTE VOOR HET VRIJE VERKEER BIJ DE DOUANE WORDEN AANGEBODEN .

4 . DE BENUTTINGSGRAAD VAN DE QUOTA VAN DE LID-STATEN WORDT VASTGESTELD OP GROND VAN DE INGEVOERDE HOEVEELHEDEN, DIE ONDER DE IN LID 3 BEPAALDE VOORWAARDEN WORDEN AFGEBOEKT .

ARTIKEL 8

DE LID-STATEN EN DE COMMISSIE WERKEN NAUW SAMEN OM TE BEREIKEN DAT DEZE VERORDENING WORDT NAGEKOMEN .

ARTIKEL 9

DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .

DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .

GEDAAN TE BRUSSEL, 14 MAART 1988 .

VOOR DE RAAD

DE VOORZITTER

J . WARNKE

( 1 ) PB NR . L 379 VAN 31 . 12 . 1981, BLZ . 1 .

Top