Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988D0064

88/64/EGKS: Beschikking van de Commissie van 22 december 1987 tot goedkeuring van steunmaatregelen van de Bondsrepubliek Duitsland in 1988 ten behoeve van de kolenindustrie (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

PB L 33 van 5.2.1988, p. 34–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1993

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1988/64/oj

31988D0064

88/64/EGKS: Beschikking van de Commissie van 22 december 1987 tot goedkeuring van steunmaatregelen van de Bondsrepubliek Duitsland in 1988 ten behoeve van de kolenindustrie (Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

Publicatieblad Nr. L 033 van 05/02/1988 blz. 0034 - 0036


*****

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 22 december 1987

tot goedkeuring van steunmaatregelen van de Bondsrepubliek Duitsland in 1988 ten behoeve van de kolenindustrie

(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)

(88/64/EGKS)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,

Gelet op Beschikking nr. 2064/86/EGKS van de Commissie van 30 juni 1986 tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de Staten ten behoeve van de kolenindustrie (1),

Overwegende hetgeen volgt:

I

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland heeft de Commissie bij schrijven van 30 september 1987 overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Beschikking nr. 2064/86/EGKS in kennis gesteld van financiële maatregelen die zij voornemens is in 1988 rechtstreeks of onrechtstreeks ten behoeve van de kolenindustrie te treffen. De volgende financiële maatregelen werden de Commissie overeenkomstig de genoemde beschikking ter goedkeuring voorgelegd:

1.2 // // (in miljoen DM) // - steun voor de afzet van steenkool en cokes aan de ijzer- en staalindustrie van de Gemeenschap // 3 500 // - investeringssteun // 115 // - premie voor ploegendienst ondergronds (»Bergmannspraemie") // 175 // - steun voor vervroegde afschrijvingen in het kader van rationaliseringen // 20 // - steun ter dekking van het verschil tussen de daadwerkelijke en de gemiddelde sociale lasten // 337 // - maatregel in het kader van de tweede en derde Wet inzake de elektriciteitswinning uit steenkool // in bespreking.

Overeenkomstig artikel 12 van de beschikking mogen de kolenmijnondernemingen, indien nodig, voor de cokeskolen, cokes en in de hoogovens te injecteren poederkool die zij in de ijzer- en staalindustrie van de Gemeenschap in het kader van een langlopend contract leveren, kortingen ten opzichte van hun prijsschaal of produktiekosten toepassen. De kortingen mogen niet ertoe leiden dat de franco prijzen voor steenkool en cokes uit de Gemeenschap lager komen te liggen dan die welke voor steenkool uit derde landen en voor uit cokeskolen uit derde landen vervaardigde cokes zouden gelden.

Volgens de Regering van de Bondsrepubliek dient de steun, ten belope van in totaal 3 500 miljoen DM, voor de afzet van cokeskolen, cokes en in de hoogovens te injecteren poederkool voor de ijzer- en staalindustrie in de Gemeenschap het verschil tussen de prijs op de wereldmarkt en de produktiekosten voor een produktie van 22,5 miljoen ton te compenseren. De steun is deswege in overeenstemming met artikel 4 van de beschikking.

De steun voor de afzet van cokeskolen, cokes en in de hoogovens te injecteren poederkool voor de ijzer- en staalindustrie van de Gemeenschap heeft ten doel de sluitingen van bepaalde schachten te spreiden. Daarmee

wordt een bijdrage geleverd tot de oplossing van de uit de ontwikkeling in de kolenindustrie voortvloeiende sociale en regionale problemen overeenkomstig artikel 2, lid 1, derde streepje, van de beschikking.

De investeringssteun ten bedrage van 115 miljoen DM is bedoeld voor investeringsprojecten in mijnen, cokesfabrieken, briketteringsbedrijven en mijncentrales; de steun beloopt 2,9 % van het totale investeringsbedrag van 3 900 miljoen DM en is derhalve in overeenstemming met de bepalingen van artikel 5, leden 1 en 2, van de beschikking voor elk kolenbekken.

In het kader van de richtlijnen voor het steenkolenbeleid van de Gemeenschap moet de investeringssteun voor 1988 als positief worden beoordeeld omdat hierdoor het concurrentievermogen van de kolenindustrie wordt bevorderd overeenkomstig artikel 2, lid 1, eerste streepje, van de beschikking.

Volgens het bepaalde in artikel 5, lid 3, van de beschikking is de Regering van de Bondsrepubliek verplicht de Commissie ten minste eens per jaar met betrekking tot de afzonderlijke projecten opgave te doen van de daarmee beoogde doelstellingen, de voor de verschillende investeringsprojecten uitgetrokken bedragen alsmede de dienovereenkomstige steunbedragen.

De steun van 175 miljoen DM ter financiering van de mijnwerkerspremies (»Bergmannspraemie" van 10 DM voor ploegendienst ondergronds) helpt de steenkoolindustrie bij het behoud van geschoold personeel. Deze steun vormt een sinds verscheidene jaren bestaande specifieke maatregel (belastingvermindering voor mijnwerkersinkomens) die afzonderlijk van de steunmaatregelen ingevolge de artikelen 3 tot en met 5 van de beschikking dient te worden aangemeld; deze steun is derhalve in overeenstemming met artikel 6 van de beschikking.

Met de mijnwerkerspremie (»Bergmannspraemie") wordt beoogd een passende personeelsbezetting in het kader van rationaliseringsmaatregelen in de kolenindustrie te behouden om daardoor haar concurrentievermogen ingevolge artikel 2, lid 1, eerste streepje, van de beschikking te verbeteren.

De Regering van de Bondsrepubliek is voornemens in 1988 een speciale afschrijvingsregeling toe te passen voor uitbreiding en rationalisatie in de ondergrondse mijnbouw. Met deze speciale regeling, die reeds vele jaren bestaat en door de Commissie destijds als algemene maatregel in de zin van artikel 67 van het EGKS-Verdrag was aanvaard, is in totaal 20 miljoen DM gemoeid.

De regeling is gebaseerd op artikel 51 van de Wet op de inkomstenbelasting en op artikel 81 van de desbetreffende uitvoeringsverordening en zal niet leiden tot mededingingsvoordelen voor de Duitse steenkolenindustrie ten opzichte van de andere steenkolenproducenten.

De maatregel zal bijdragen tot een verdere rationalisatie en tot verbetering van het concurrentievermogen overeenkomstig artikel 2, lid 1, eerste streepje, van de beschikking.

Uit de kennisgeving van de Regering van de Bondsrepubliek aan de Commissie omtrent de financiering van sociale maatregelen in de kolenindustrie blijkt dat door de overheidssteun voor sociale voorzieningen in de mijnbouwindustrie de daadwerkelijke sociale lasten in de mijnbouw in hun geheel lager komen te liggen dan de gemiddelde lasten die de ondernemingen zouden moeten dragen overeenkomstig artikel 7 van de beschikking. Het verschil voor de mijnindustrie in haar geheel bedraagt 421 miljoen DM waarvan rond 80 % (of 337 miljoen DM) de kolenindustrie betreft.

De in artikel 7 van de beschikking gestelde grenzen worden derhalve met dit bedrag overschreden zodat hier sprake is van indirecte steun voor de lopende produktie. De produktiekosten van de ondernemingen worden door lage sociale lasten (4,40 DM per ton of 1,6 % van de totale produktiekosten) verminderd.

De Staatssteun voor sociale voorzieningen in de mijnindustrie in haar geheel betreft alle vormen van mijnbouw (steenkool, erts, zout enz.) en vormt derhalve een algemene maatregel in de zin van artikel 67 van het EGKS-Verdrag. Een vergelijking met de andere kolenproducenten in de Gemeenschap toont aan dat de vermindering van de produktiekosten met 1,6 % geen bijzondere concurrentievoordelen voor de Duitse steenkolenindustrie inhoudt aangezien de opbrengsten niet de produktiekosten dekken. Overschrijding van de in artikel 7 van de beschikking gestelde grenzen met 337 miljoen DM kan derhalve worden goedgekeurd als algemene maatregel uit hoofde van artikel 67 van het EGKS-Verdrag, mede omdat daardoor wordt bijgedragen tot een oplossing van de sociale problemen overeenkomstig artikel 2, lid 1, derde streepje, van de beschikking.

Wat de tweede en derde Wet inzake de elektriciteitswinning uit kolen betreft is de Regering van de Bondsrepubliek nog niet in staat te beoordelen, welk bedrag in 1988 aan de elektriciteitsproducenten als compensatie voor het gebruik van kolen uit de Gemeenschap zal worden uitgekeerd.

De Commissie kan zich derhalve niet over deze maatregel uitspreken, waarvoor derhalve later, overeenkomstig artikel 9, lid 3, van deze beschikking, kennis zal moeten worden gegeven.

II

Met betrekking tot de verenigbaarheid van de voorgenomen steunmaatregelen voor de lopende produktie met de goede werking van de gemeenschappelijke markt kan worden vastgesteld dat: - er, gezien de kolen- en cokesvoorraden, bij de mijnen voor 1988 geen bevoorradingsmoeilijkheden te verwachten zijn,

- de leveranties van Duitse kolen naar andere landen van de Gemeenschap in 1988 lager zullen liggen dan in 1987,

- in 1988 waarschijnlijk nauwelijks aanpassingen van de prijzen aan die van andere producenten in de Gemeenschap zullen plaatsvinden,

- de Duitse kolenprijzen in 1988 in beginsel niet tot onrechtstreekse steun aan industriële kolenverbruikers behoeven te leiden.

Derhalve kan worden gesteld dat de voor 1988 aangemelde steunmaatregelen voor de lopende produktie van de Duitse kolenindustrie met de goede werking van de gemeenschappelijke markt verenigbaar zijn.

III

De Commissie dient zich overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de beschikking ervan te vergewissen dat de door haar goedgekeurde rechtstreekse steun voor de lopende produktie uitsluitend wordt gebruikt voor de in de artikelen 3 tot en met 6 van de beschikking vastgestelde doeleinden. Zij dient daarom in het bijzonder op de hoogte te worden gebracht van de omvang en de verdeling van de uitgekeerde bedragen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Bondsrepubliek Duitsland wordt gemachtigd aan de Duitse steenkolenmijnbouw met ingang van 1 januari 1988 voor het kalenderjaar 1988 steun ten bedrage van 4 147 miljoen DM te verlenen. Het totale bedrag omvat:

1. steun tot een bedrag van 3 500 miljoen DM voor de afzet van steenkool en cokes aan de ijzer- en staalindustrie van de Gemeenschap;

2. investeringssteun tot een bedrag van 115 miljoen DM;

3. een mijnwerkerspremie voor elke ploegendienst ondergronds (»Bergmannspraemie") tot een bedrag van 175 miljoen DM;

4. steun tot een bedrag van 20 miljoen DM voor de speciale afschrijvingsregeling in het kader van rationalisatiemaatregelen;

5. steun tot een bedrag van 337 miljoen DM ter dekking van het verschil tussen de daadwerkelijke en de gemiddelde sociale lasten.

Artikel 2

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland stelt de Commissie overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Beschikking nr. 2064/86/EGKS twee maanden vóór de voorgenomen datum van tenuitvoerlegging van de maatregel in kennis van het voor 1988 geraamde bedrag van de uit hoofde van de tweede en derde Wet inzake de elektriciteitswinning uit steenkool verleende compensatie.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland deelt de Commissie uiterlijk op 30 juni 1989 mede, welke steunbedragen in 1988 daadwerkelijk zijn uitgekeerd.

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 22 december 1987.

Voor de Commissie

Nicolas MOSAR

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 177 van 1. 7. 1986, blz. 1.

Top