Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985S2093

    Beschikking nr. 2093/85/EGKS van de Commissie van 26 juli 1985 tot wijziging van Beschikking nr. 3302/81/EGKS houdende voorschriften met betrekking tot de door de ondernemingen van de staalindustrie ter zake van hun investeringen te verstrekken inlichtingen

    PB L 197 van 27.7.1985, p. 19–20 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 16/10/1991

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1985/2093/oj

    31985S2093

    Beschikking nr. 2093/85/EGKS van de Commissie van 26 juli 1985 tot wijziging van Beschikking nr. 3302/81/EGKS houdende voorschriften met betrekking tot de door de ondernemingen van de staalindustrie ter zake van hun investeringen te verstrekken inlichtingen

    Publicatieblad Nr. L 197 van 27/07/1985 blz. 0019 - 0020
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 08 Deel 3 blz. 0005
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 08 Deel 3 blz. 0005


    *****

    BESCHIKKING Nr. 2093/85/EGKS VAN DE COMMISSIE

    van 26 juli 1985

    tot wijziging van Beschikking nr. 3302/81/EGKS houdende voorschriften met betrekking tot de door de ondernemingen van de staalindustrie ter zake van hun investeringen te verstrekken inlichtingen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, inzonderheid op de artikelen 47 en 54,

    Overwegende dat in Afdeling II van Beschikking nr. 3302/81/EGKS van de Commissie (1) nadere regels worden gegeven ten aanzien van een voorafgaande melding van definitieve of tijdelijke stillegging van produktie-eenheden;

    Overwegende dat de Commissie met het oog op de doelstellingen die zij periodiek vaststelt, een nauwkeurig inzicht dient te hebben in de maximale produktiemogelijkheden van de installaties van de ondernemingen van de staalindustrie, die in bedrijf zijn of weer spoedig in bedrijf kunnen worden gesteld;

    Overwegende dat de Commissie als definitief aangegeven stilleggingen als gevolg van het slopen van bepaalde essentiële onderdelen van de installaties en andere stilleggingen waarbij deze onderdelen niet worden gesloopt, niet op dezelfde wijze kan aanrekenen;

    Overwegende dat er een beschikking nodig is waarin wordt bepaald wat onder definitieve stillegging van installaties wordt verstaan, opdat de Commissie zich ervan kan vergewissen dat de capaciteitsverminderingen die zij als tegenprestatie voor in het raam van Beschikking nr. 2320/81/EGKS van de Commissie (2) goedgekeurde steun verlangt of heeft verlangd, wel degelijk tot definitieve en dus onomkeerbare stilleggingen hebben geleid,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    Beschikking nr. 3302/81/EGKS wordt als volgt gewijzigd:

    1. Artikel 8 wordt gelezen:

    »Artikel 8

    1. De voorafgaande melding heeft betrekking op iedere definitieve stillegging, overdracht of verkoop van installaties ongeacht de omvang van de produktie, alsmede op tijdelijke stilleggingen van installaties die tot een vermindering van de maximale produktiemogelijkheden met ten minste 50 000 ton leiden.

    2. Als definitief stilgelegd worden alleen beschouwd installaties waarvan ten minste de in lid 4 genoemde essentiële onderdelen zijn gesloopt, ten einde de wederinbedrijfstelling onmogelijk te maken, alsmede verkochte installaties of installaties, waarvan anderszins afstand is gedaan.

    3. Iedere melding van een definitieve stillegging verplicht de onderneming on binnen zes maanden na de datum van beëindiging van de produktie de essentiële onderdelen van de betrokken installatie te slopen of deze installatie te verkopen of anderszins af te staan.

    4. De essentiële onderdelen waarvan sloping een voorwaarde vormt om de definitieve stillegging van de installatie te kunnen aanrekenen, zijn:

    - voor warmbandwalserijen: opwarmovens en walstuigen;

    - voor koudbandwalserijen: walstuigen;

    - voor bekledingsinstallaties: op- en afrolhaspels, in- en uitvoermagazijnen, bakken;

    - voor de overige installaties: de delen zonder welke de installatie onbruikbaar wordt, bij voorbeeld het bedieningsmechanisme van een LD-convertor, of de uitstootinstallatie van een cokesoven.

    5. De Commissie behoudt zich het recht voor ter plaatse te controleren of de sloping van de in lid 4 omschreven essentiële onderdelen ten uitvoer wordt gelegd.".

    2. Artikel 9 wordt met het volgende streepje aangevuld:

    »- Wanneer de installatie wordt verkocht of op andere wijze van de hand wordt gedaan: het bedrijf van bestemming van de installaties.".

    3. Aan artikel 15, tweede alinea, wordt de volgende volzin toegevoegd:

    »In de antwoorden op de jaarlijkse enquêtes dient met name opgave te worden gedaan van alle installaties die niet in de zin van artikel 8, lid 2, definitief zijn stilgelegd.".

    Artikel 2

    De onderhavige beschikking treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze beschikking is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 26 juli 1985.

    Voor de Commissie

    Alois PFEIFFER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 333 van 20. 11. 1981, blz. 35.

    (2) PB nr. L 228 van 13. 8. 1981, blz. 14.

    Top