Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R3788

    Verordening (EEG) nr. 3788/85 van de Raad van 20 december 1985 tot aanpassing, in verband met de toetreding van Spanje en Portugal, van een aantal verordeningen voor de sector oliën en vetten

    PB L 367 van 31.12.1985, p. 1–3 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2005; stilzwijgende opheffing door 32004R0865

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/3788/oj

    31985R3788

    Verordening (EEG) nr. 3788/85 van de Raad van 20 december 1985 tot aanpassing, in verband met de toetreding van Spanje en Portugal, van een aantal verordeningen voor de sector oliën en vetten

    Publicatieblad Nr. L 367 van 31/12/1985 blz. 0001 - 0003
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 40 blz. 0003
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 40 blz. 0003
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 20 blz. 0033
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 20 blz. 0033


    VERORDENING (EEG) Nr. 3788/85 VAN DE RAAD

    van 20 december 1985

    tot aanpassing, in verband met de toetreding van Spanje en Portugal, van een aantal verordeningen voor de sector oliën en vetten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 396, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat, in verband met de toetreding van Spanje en Portugal een aantal technische aanpassingen moeten worden aangebracht in de volgende verordeningen in de sector oliën en vetten:

    - Verordening (EEG) nr. 2164/70 van de Raad van 27 oktober 1970 betreffende de invoer van olijfolie uit Spanje (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2277/71 (2),

    - Verordening (EEG) nr. 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende Lid-Staten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3453/80 (4),

    - Verordening (EEG) nr. 3089/78 van de Raad van 19 december 1978 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van consumptiesteun voor olijfolie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2762/80 (6),

    - Verordening (EEG) nr. 591/79 van de Raad van 26 maart 1979 houdende algemene voorschriften betreffende de restitutie bij de produktie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3176/84 (8),

    - Verordening (EEG) nr. 1590/83 van de Raad van 14 juni 1983 tot vaststelling van het olijfbomenareaal waarvoor produktiesteun voor olijfolie wordt toegekend (9),

    - Verordening (EEG) nr. 2261/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende algemene voorschriften inzake de toekenning van de produktiesteun voor olijfolie en de steun aan de producentenorganisaties (10),

    - Verordening (EEG) nr. 2262/84 van de Raad van 17 juli 1984 houdende bijzondere maatregelen in de sector olijfolie (11);

    Overwegende dat de Instellingen van de Gemeenschap krachtens artikel 2, lid 3, van het Toetredingsverdrag, vóór de toetreding de in aritkel 396 van de Akte bedoelde maatregelen kunnen vaststellen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EEG) nr. 2164/70 wordt per 1 maart 1986 ingetrokken.

    Artikel 2

    Verordening (EEG) nr. 154/75 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 1, lid 2, wordt de derde alinea vervangen door:

    "De sub a) en b) bedoelde termijnen gaan in op:

    - 1 november 1982 voor het opstellen van het olijfoliedossier in Griekenland,

    - 1 november 1986 voor het opstellen van het olijfoliedossier in Spanje en Portugal.'';

    2. in artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd:

    "2 ter. De bevoegde instanties van Spanje en Portugal die belast zijn met de betaling van de in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde produktiesteun, verminderen deze, bij de betaling, met 0,96 Ecu per 100 kg. Deze vermindering wordt toegepast op de steun voor de verkoopseizoenen 1986/1987 tot en met 1989/1990.''.

    Artikel 3

    Verordening (EEG) nr. 3089/78 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 9:

    a) wordt aan lid 1 de volgende alinea toegevoegd:

    "Wanneer olijfolie in Spanje of Portugal in het vrije verkeer wordt gebracht, moet dezelfde waarborg worden gesteld als in de rest van de Gemeenschap.'';

    b) wordt aan lid 2 de volgende alinea toegevoegd:

    "Bij verzending, van 1 maart 1986 tot en met 31 oktober 1995, van de betrokken olijfolie uit de Gemeenschap in haar samensteling per 31 december 1985 naar Spanje of Portugal, moet de belanghebbende bovendien bewijzen dat het monetaire compenserende bedrag "toetreding'', dat bij het betrokken handelsverkeer werkelijk is toegepast, het bedrag is dat geldt voor oliën van oorsprong uit derde landen.'';

    2. artikel 11, tweede alinea, wordt vervangen door:

    "Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1979. De artikelen 1,2 en 3 zijn ten aanzien van Spanje en Portugal evenwel pas van toepassing met ingang van 1 januari 1991.''.

    Artikel 4

    Verordening (EEG) nr. 591/79 wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 4, lid 1, wordt vervangen door:

    "1. Onder voorbehoud van artikel 6 is het bedrag van de restitutie gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van het variable element van de heffingen die bij invoer van olijfolie van post 15.07 A II a) van het gemeenschappelijk douanetarief worden toegepast tijdens de twee maanden voorafgaande aan die waarin de restitutie van toepassing wordt, gecorrigeerd respectievelijk in Spanje en Portugal ten belope van het compenserende bedrag "toetreding'', dat bij invoer in elk van deze twee Lid-Staten uit derde landen van toepassing is.

    Indien de voor de vervaardiging van conserven gebruikte olijfolie in de Gemeenschap is geproduceerd, is de restitutie evenwel gelijk aan het bovengenoemde gemiddelde, verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de consumptiesteun die geldt op de dag waarop de restitutie van toepassing wordt.''.

    Voor Spanje en Portugal wordt de verhoging slechts toegepast vanaf 1 januari 1991. Vanaf die datum komt deze verhoging overeen met die welke in de andere Lid-Staten van toepassing is en het aldus verkregen resitutiebedrag wordt gecorrigeerd ten belope van het verschil tussen de interventieprijzen die in de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1985, respectievelijk in Spanje en Portugal van toepassing zijn.'';

    2. in artikel 5

    a) wordt lid 1, tweede alinea, vervangen door:

    "De overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde restitutie bij de produktie wordt in Spanje, respectie-velijk in Portugal, gecorrigeerd ten belope van het compenserende bedrag "toetreding'' dat bij invoer in elk van deze twee Lid-Staten uit derde landen van toepassing is.'';

    b) wordt lid 2 vervangen door:

    "2. Indien de voor de vervaardiging van conserven gebruikte olijfolie in de Gemeenschap is geproduceerd, wordt het overeenkomstig lid 1, eerste alinea, bepaalde bedrag evenwel verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de consumptiesteun die geldt op de dag waarop de restitutie van toepassing wordt.

    Voor Spanje en Portugal wordt de verhoging pas vanaf 1 januari 1991 toegepast. Vanaf die datum is deze verhoging gelijk aan die welke in de andere Lid-Staten wordt toegepast en wordt het aldus verkregen restitutiebedrag gecorrigeerd ten belope van het verschil tussen de interventieprijzen die in de Gemeenschap in haar samenstelling per 31 december 1985, respectievelijk in Spanje en in Portugal van toepassing zijn.''.

    Artikel 5

    Artikel 1 van verordening (EEG) nr. 1590/83 wordt vervangen door:

    "Artikel 1

    1. De produktiesteun voor olijfolie wordt aan de olijfproducenten slechts toegekend voor het

    - in Frankrijk en Italië op 31 oktober 1978,

    - in Griekenland op 1 januari 1981,

    - in Spanje op 1 januari 1984

    bestaande olijfbomenareaal waarvan melding is gemaakt:

    a) voor Italië, in de teeltaangifte voor het verkoopseizoen 1980/1981 of, bij gebreke daarvan, in de laatste beschikbare teeltaangifte;

    b) voor Frankrijk, in de laatste beschikbare teeltaangifte voorafgaande aan het verkoopseizoen 1982/1983;

    c) voor Griekenland, in de teeltaangifte voor het verkoopseizoen 1980/1981 of 1981/1982;

    d) voor Spanje, in de teeltaangifte voor het verkoopseizoen 1986/1987 of 1987/1988.

    Voor Portugal wordt de steun toegekend voor de hoeveelheden die kunnen zijn geproduceerd op het areaal dat op 1 januari 1984 werkelijk produktief was en waarvan melding is gemaakt in de teeltaangifte voor het verkoopseizoen 1986/1987 of 1987/1988.

    Wanneer evenwel het op de in de voorgaande alinea's genoemde data bestaande olijfbomenareaal niet is vermeld in de betrokken teeltaangifte, kan voor dat areaal slechts produktiesteun worden toegekend op voorwaarde dat de belanghebbende daarvoor vóór 30 juni 1984 of voor Spanje en Portugal vóór 30 juni 1988 een aanvullende teeltaangifte bij de bevoegde nationale instanties indient.

    2. Indien na 31 oktober 1978 in Frankrijk en in Italië, na 1 januari 1981 in Griekenland en na 1 januari 1984 in Spanje en Portugal, in het kader van een tot het bedrijf of een bepaald produktiegebied beperkt project voor herstructureringsmaatregelen, nieuwe olijfbomen worden aangeplant, wordt voor het betrokken olijfbomenareaal ook steun verleend op voorwaarde dat

    - het herstructureringsproject is goedgekeurd door de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staat,

    - binnen de grenzen van elk herstructureringsgebied het totale olijfbomenareaal na de herstructurering niet groter is dan het areaal per 31 oktober 1978 in Frankrijk en Italië, per 1 januari 1981 in Griekenland en per 1 januari 1984 in Spanje en Portugal.

    Voor Portugal mag de produktie na de herstructurering niet groter zijn dan de hoeveelheid die kan worden geproduceerd op het op 1 januari 1984 werkelijk produktieve areaal.''.

    Artikel 6

    Verordening (EEG) nr. 2261/84 wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 1 wordt vervangen door:

    "Artikel 1

    Met ingang van het verkoopseizoen 1984/1985 zijn de in deze verordening vastgestelde algemene voorschriften van toepassing op de toekenning van de in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde steun voor de produktie van olijfolie. Voor Spanje en Portugal zijn zij evenwel slechts van toepassing vanaf het verkoopseizoen 1986/1987.'';

    2. artikel 3, lid 1, tweede streepje, wordt vervangen door:

    "- vergezeld gaat van een kopie van de aangifte die is ingediend met het oog op de totstandbrenging van het olijventeeltkadaster. Voor Griekenland, Spanje en Portugal kan deze aangifte, totdat het olijventeeltkadaster in die landen tot stand is gebracht, worden vervangen door de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1590/83 bedoelde teeltaangifte.'';

    3. in artikel 13, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

    "3. Tijdens de verkoopseizoenen 1984/1985 en 1985/1986 kan de betrokken Lid-Staat een voorlopige erkenning aan de betrokken oliefabriek verlenen, zodra deze haar erkenningsaanvraag indient met opgave van de in lid 1 bedoelde gegevens.

    Spanje en Portugal kunnen ook in het verkoopseizoen 1986/1987 van deze mogelijkheid gebruik maken.''.

    Artikel 7

    Artikel 1, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 2262/84 wordt vervangen door:

    "5. Gedurende een periode van drie jaar, die ingaat op 1 november 1984, worden de werkelijke uitgaven van het bureau gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen naar rato van:

    - 100 % voor de eerste twee jaar, tot een totaalbedrag van 14 miljoen Ecu voor de in Italië opgerichte bureaus en 7 miljoen Ecu voor het in Griekenland opgerichte bureau;

    - 50 % voor het derde jaar.

    Voor Spanje en Portugal zullen de werkelijke uitgaven van het bureau, die tussen 1 maart 1986 en 31 oktober 1987 worden gedaan, worden gefinancierd naar rato van 100 % tot een totaalbedrag van 7 miljoen Ecu voor Spanje en 3,5 miljoen Ecu voor Portugal.

    De Lid-Staten mogen, op volgens de procedure van artikel 38 van Verordening nr. 136/66/EEG te bepalen voorwaarden, een deel van de financiële lasten die voor hun rekening komen, bekostigen uit een inhouding op de in de sector olijfolie verleende communautaire steun.

    Vóór 1 januari 1987 stelt de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de methode vast voor de financiering van de betrokken uitgaven vanaf het verkoopseizoen 1987/1988.''.

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1986, onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Spanje en Portugal.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 20 december 1985.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    R. STEICHEN

    (1) PB nr. L 238 van 29. 10. 1970, blz. 3.

    (2) PB nr. L 241 van 27. 10. 1971, blz. 2.

    (3) PB nr. L 19 van 24. 1. 1975, blz. 1.

    (4) PB nr. L 360 van 31. 12. 1980, blz. 15.

    (5) PB nr. L 369 van 29. 12. 1978, blz. 12.

    (6) PB nr. L 287 van 30. 10. 1980, blz. 2 (7) PB nr. L 78 van 30. 3. 1979, blz. 2 (8) PB nr. L 298 van 16. 11. 1984, blz. 4.

    (9) PB nr. L 163 van 22. 6. 1983, blz. 39.

    (10) PB nr. L 208 van 3. 8. 1984, blz. 3.

    (11) PB nr. L 208 van 3. 8. 1984, blz. 11.

    Top