This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31985R3156
Commission Regulation (EEC) No 3156/85 of 11 November 1985 on transitional measures concerning the application of monetary compensatory amounts
Verordening (EEG) nr. 3156/85 van de Commissie van 11 november 1985 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van monetaire compenserende bedragen
Verordening (EEG) nr. 3156/85 van de Commissie van 11 november 1985 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van monetaire compenserende bedragen
PB L 310 van 21.11.1985, p. 27–33
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(ES, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1993; opgeheven door 31992R3819
Verordening (EEG) nr. 3156/85 van de Commissie van 11 november 1985 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van monetaire compenserende bedragen
Publicatieblad Nr. L 310 van 21/11/1985 blz. 0027 - 0033
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0008
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 39 blz. 0008
VERORDENING (EEG) Nr. 3156/85 VAN DE COMMISSIE van 11 november 1985 houdende overgangsmaatregelen voor de toepassing van monetaire compenserende bedragen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1677/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de monetaire compenserende bedragen in de landbouwsector (1), en met name op artikel 12, Overwegende dat de overgangsmaatregelen voor de toepassing van monetaire compenserende bedragen zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2836/84 van de Commissie (2), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3027/84 (3); dat de Raad op 11 juni 1985 een coherent geheel van bepalingen op agromonetair gebied heeft ingesteld; dat de voorschriften met betrekking tot de overgangsmaatregelen derhalve dienovereenkomstig moeten worden aangepast; Overwegende dat de monetaire compenserende bedragen van sommige Lid-Staten soms aanzienlijke wijzigingen kunnen ondergaan; Overwegende dat met het oog op deze wijzigingen in bepaalde sectoren speculatieve handelsstromen kunnen ontstaan die verleggingen van het handelsverkeer kunnen teweegbrengen; Overwegende dat het dienstig is nu reeds sommige maatregelen vast te stellen die kunnen worden genomen, wanneer zich, bij wijziging van de monetaire compenserende bedragen, dergelijke verleggingen van het handelsverkeer dreigen voor te doen; dat bij elke toepassing van die maatregelen de data, de produkten en de betrokken handelsstromen nauwkeurig moeten worden omschreven; Overwegende dat, om dergelijke verleggingen te voorkomen, dient te worden bepaald dat voor produkten waarmee op deze wijze kan worden gespeculeerd, de monetaire compenserende bedragen die vóór de wijziging ervan van toepassing waren, ook nadien nog voor een beperkte periode op de betrokken produkten van toepassing blijven; dat dit eveneens behoort te gelden wanneer het monetaire compenserende bedrag op een datum na die van de wijziging vooraf is vastgesteld; Overwegende dat, gezien de ervaring met de verwerking van boter, met name voor dit specifieke produkt dient te worden bepaald wat in de zin van deze verordening onder ,,vervaardiging van het produkt'' wordt verstaan; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met de adviezen van alle betrokken Comités van beheer, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:- datum van wijziging: de datum waarop de nieuwe monetaire compenserende bedragen in werking treden;-begindatum: de datum van waaraf speculatieve handelsstromen dreigen te ontstaan. Artikel 2 1. In afwijking van de verordeningen tot vaststelling van de monetaire compenserende bedragen die met ingang van de datum van wijziging gelden, blijven voor de in bijlage I bedoelde produkten de monetaire compenserende bedragen die op de dag vóór die datum golden, gedurende de in die bijlage genoemde periode van toepassing.In afwijking van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 3155/85 van de Commissie (4), blijven voor de in bijlage I bedoelde produkten en gedurende de in die bijlage genoemde periode de monetaire compenserende bedragen die golden op de dag vóór de datum van wijziging, van toepassing voor uitvoer op grond van een certificaat met voorfixatie van de monetaire compenserende bedragen, dat op of na de datum van wijziging is aangevraagd.De bepalingen van dit lid gelden, onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 3, 4, 5 en 6, voor de in de leden 2, 3 en 4 bedoelde invoer en uitvoer. 2. De bepalingen van lid 1 gelden bij uitvoer uit de in bijlage II, sub A, eerste kolom, bedoelde Lid-Staten van de in de tweede kolom vermelde produkten naar de in de derde kolom vermelde bestemmingen, en bij invoer in de in bijlage II, sub B of C, eerste kolom, bedoelde Lid-Staten van de in de tweede kolom vermelde produkten van herkomst uit de in de derde kolom vermelde landen. 3. De bepalingen van lid 1 gelden eveneens bij invoer, in een van de in bijlage II, sub C, eerste kolom, bedoelde Lid-Staten, van produkten die na de begindatum in die Lid-Staat van invoer onder een van de in artikel 2, lid 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 3154/85 van de Commissie (5) bedoelde regelingen zijn geplaatst. 4. De bepalingen van lid 1 gelden eveneens in alle gevallen van invoer van de betrokken produkten in een van de in bijlage II, sub C, eerste kolom, bedoelde Lid-Staten uit een van de in bijlage II, sub B of C, eerste kolom, bedoelde Lid-Staten. 5. Voor uitvoer naar derde landen vanuit de Lid-Staten bedoeld in bijlage II, sub A, blijven ook voor de betrokken produkten de representatieve koers en de in artikel 6, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3153/85 van de Commissie (1) bedoelde monetaire coëfficiënt die golden op de dag vóór de datum van wijziging, van toepassing. Artikel 3 1. Het bepaalde in artikel 2, leden 1 en 5, is niet van toepassing:a) voor de in bijlage II, sub A, eerste kolom, bedoelde uitvoer naar de in de derde kolom bedoelde, daarmee overeenstemmende bestemmingen, nochb)voor de in bijlage II, sub B, eerste kolom, bedoelde invoer uit één van de in de derde kolom bedoelde, daarmee overeenstemmende Lid-Staten, ingeval:- de produkten in de Lid-Staat van uitvoer zijn geoogst of vervaardigd,-de produkten in de Lid-Staat van uitvoer door het slachten van varkens of runderen zijn verkregen,-vóór de uitvoer, de douaneformaliteiten bij invoer vóór de begindatum dan wel op of na de datum van wijziging in de Lid-Staat van uitvoer zijn vervuld.De Lid-Staten gaan na of aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan. In voorkomend geval verlangen zij dat binnen de door hen vastgestelde termijn die, behoudens in geval van overmacht, niet meer dan drie maanden mag bedragen, de nodige bewijsstukken worden overgelegd. 2. Wanneer bij het vervullen van de douaneformaliteiten bij uitvoer kan worden geconstateerd dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan wordt op het document dat het bewijs vormt van het communautaire karakter van de produkten en dat wordt opgemaakt bij uitvoer uit een in bijlage II, sub B, derde kolom, bedoelde Lid-Staat, één van de volgende, met een stempel van het douanekantoor dat de aangifte ten uitvoer heeft aanvaard, gewaarmerkte vermeldingen aangebracht:- ,,Produkter, der opfylder betingelserne i artikel 3, stk. 1 i forordning (EOEF) nr. 3156/85 (overgangsforanstaltninger MUB)'', -,,Die Bedingungen von Artikel 3 Absatz 1 der Verordnung (EWG) Nr. 3156/85 (UEbergangsmassnahmen WAB) erfuellende Erzeugnisse'',-,,Ðñïúueíôá ðïõ ðëçñïýí ôïõò ueñïõò ôïõ UEñèñïõ 3 ðáñUEãñáoeïò 1 ôïõ êáíïíéóìïý (AAÏÊ) áñéè. 3156/85 (ìaaôáâáôéêUE ìÝôñá ÍAAÐ)'',-,,Products which meet the conditions laid down in Article 3 (1) of Regulation (EEC) No 3156/85 (transitional measures: MCA)'',-,,Produits remplissant les conditions de l'article 3 paragraphe 1 du règlement (CEE) n° 3156/85 (mesures transitoires MCM)'',-,,Prodotti che soddisfano alle condizioni dell'articolo 3, paragrafo 1, del regolamento (CEE) n. 3156/85 (misure transitorie ICM)'',-,,Produkten in overeenstemming met de voorwaarden van artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3156/85 (overgangsmaatregelen voor MCB)''.Dit lid is niet van toepassing, wanneer de produkten worden uitgevoerd naar een Lid-Staat waarvoor het monetaire compenserende bedrag door de Lid-Staat van uitvoer wordt toegekend. 3. Bij toepassing van lid 1 wordt het bewijs, dat in de Lid-Staat bedoeld in bijlage II, sub B, eerste kolom, het vanaf de datum van wijziging geldende monetaire compenserende bedrag kan worden toegepast, geleverd:- hetzij met het in lid 2 bedoelde document,-hetzij met het origineel van een in de Lid-Staat van uitvoer afgegeven verklaring dat aan de in bijlage IV vermelde bevoegde instantie van de Lid-Staat van bestemming langs administratieve weg wordt toegezonden. Artikel 4 Het bepaalde in artikel 2, lid 1, is niet van toepassing op de in bijlage II, sub C, eerste kolom, bedoelde invoer met één van de in de derde kolom bedoelde, daarmee overeenstemmende herkomsten, indien:- de produkten niet in de Lid-Staten van invoer zijn geoogst of vervaardigd, of-de produkten niet in de Lid-Staat van invoer door het slachten van varkens of runderen zijn verkregen, of-vóór de invoer, de produkten niet uit de Lid-Staat van invoer na de begindatum en vóór de datum van wijziging zijn uitgevoerd. De Lid-Staten gaan na of aan bovenstaande voorwaarden is voldaan. In voorkomend geval verlangen zij dat binnen de door hen vastgestelde termijn die, behoudens in geval van overmacht, niet meer dan drie maanden mag bedragen, de nodige bewijsstukken worden overgelegd. Artikel 5 Artikel 2, lid 1, geldt niet voor de produkten die voordat ze onder een van de in artikel 2, lid 3, bedoelde regelingen zijn geplaatst, afkomstig waren uit: a) een in bijlage II, sub B of C, eerste kolom, bedoelde Lid-Staat:- voor de produkten waarvoor bij uitvoer uit de Lid-Staat van herkomst monetaire compenserende bedragen zijn toegepast, wanneer vóór de begindatum of op of na de datum van wijziging de douaneformaliteiten voor uitvoer in die Lid-Staat zijn vervuld;-voor de andere produkten, wanneer de voorwaarden van artikel 4, eerste, tweede en derde streepje, zijn vervuld; b)een niet in bijlage II, sub B of C, eerste kolom, bedoeld land, indien is voldaan aan de voorwaarden van:-artikel 3, lid 1, eerste, tweede en derde streepje, wanneer het een Lid-Staat betreft als bedoeld in bijlage II, sub B, derde kolom;-artikel 4, eerste, tweede en derde streepje, in andere gevallen.De Lid-Staten gaan na of aan bovenstaande voorwaarden is voldaan. In voorkomend geval verlangen zij dat binnen de door hen vastgestelde termijn die, behoudens in geval van overmacht, niet meer dan drie maanden mag bedragen, de nodige bewijsstukken worden overgelegd. In het in het eerste streepje bedoelde geval wordt dit bewijs overeenkomstig artikel 3, lid 3, geleverd. Artikel 6 Artikel 2, lid 1, geldt niet voor invoer als bedoeld in artikel 2, lid 4, van:- de produkten waarvoor bij uitvoer uit de Lid-Staat van herkomst monetaire compenserende bedragen zijn toegepast, wanneer vóór de begindatum of op of na de datum van wijziging de douaneformaliteiten voor uitvoer in die Lid-Staat zijn vervuld;-de andere produkten, wanneer de voorwaarden van artikel 4, eerste, tweede en derde streepje, zijn vervuld. De Lid-Staten gaan na of aan bovenstaande voorwaarden is voldaan. In voorkomend geval verlangen zij dat binnen de door hen vastgestelde termijn die, behoudens in geval van overmacht, niet meer dan drie maanden mag bedragen, de nodige bewijsstukken worden overgelegd. Artikel 7 Het bepaalde in artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 3154/85 geldt voor de in bijlage I bedoelde produkten niet gedurende de daar voor elk ervan genoemde periode. Artikel 8 1. Voor uitvoer uit de in bijlage II, sub A, eerste kolom, en sub B of C, derde kolom, bedoelde landen van herkomst van produkten van post 04.03 B van het gemeenschappelijk douanetarief, die zijn vervaardigd van produkten van post 04.03 A van het gemeenschappelijk douanetarief, blijft het monetaire compenserende bedrag dat dat gold op de dag vóór de datum van wijziging van toepassing, indien voor laatstgenoemde produkten niet aan de in artikel 3, lid 1, eerste en derde streepje, of in artikel 4, eerste en derde streepje, genoemde voorwaarden is voldaan. 2. Voor de toepassing van deze verordening worden niet beschouwd als zijnde vervaardigd in de in bijlage II, sub A, eerste kolom, en sub B of C, derde kolom, bedoelde Lid-Staten, de produkten van post 04.03 A van het gemeenschappelijk douanetarief die afkomstig zijn uit een andere Lid-Staat of uit een derde land en die één of meer belangrijke verwerkingen hebben ondergaan in de in bijlage II, sub A, eerste kolom, en sub B of C, derde kolom, bedoelde Lid-Staten. Artikel 9 1. De in artikel 3, lid 3, tweede streepje, bedoelde verklaring bestaat uit een origineel en een kopie en wordt opgesteld op een formulier van het model dat in bijlage III is opgenomen. Het formaat van het formulier is ongeveer 210 × 297 millimeter. Het formulier moet worden vervaardigd van wit papier met een gewicht van ten minste 40 g per vierkante meter. De verklaring wordt gedrukt en ingevuld in één van de officiële talen van de Gemeenschap, die door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staat van uitvoer wordt aangeduid. De verklaring wordt ingevuld met de schrijfmachine of met de hand. In het laatstgenoemde geval moet de verklaring in drukletters worden ingevuld.Iedere verklaring moet worden geïndividualiseerd door middel van een volgnummer dat door de instantie van afgifte wordt toegekend. De instantie van afgifte bewaart van elke verklaring een kopie. 2. Bij twijfel omtrent de echtheid van de verklaring of de daarop aangebrachte vermeldingen en visa wordt het betwiste document of een fotokopie daarvan door de bevoegde nationale diensten aan de instantie van afgifte voor controle teruggezonden. Dit kan ook gebeuren in het kader van een steekproefcontrole; in dat geval wordt uitsluitend een fotokopie van de verklaring teruggezonden. Artikel 10 Op uitvoer- of op voorfixatiecertificaten met vaststelling vooraf van het monetaire compenserende bedrag, die op of na de datum van wijziging tot de in bijlage I ge noemde datum worden afgegeven, moet in vak 18a één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:- ,,MUB er forudfastat, jf. dog bestemmelserne i forordning (EOEF) nr. 3156/85'',-,,Vorausfestsetzung des WAB vorbehaltlich der Verordnung (EWG) Nr. 3156/85'',-,,Ðñïêáèïñéóìueò ôïõ ÍAAÐ, ìaa ôçí aaðéoeýëáîç ôïõ êáíïíéóìïý (AAÏÊ) áñéè. 3156/85'',-,,Advance fixing of MCA, subject to Regulation (EEC) No 3156/85'',-,,Préfixation du MCM, sous réserve du règlement (CEE) n° 3156/85'',-,,Fissazione anticipata dell'ICM, fatto salvo il disposto del regolamento (CEE) n. 3156/85'',-,,Voorfixatie van het MCB, onverminderd de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3156/85''. Artikel 11 Voor de toepassing van deze verordening worden:- de datum van wijziging en de begindatum,-de produkten en de periodes, bedoeld in bijlage I,-de handelsstromen en de betrokken produkten, bedoeld in bijlage II,en-de instanties bedoeld in bijlage IV, bepaald volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad (1), of, naar gelang van het geval, in de overeenkomstige artikelen van de andere verordeningen houdende de totstandbrenging van de gemeenschappelijke landbouwmarkten. Afwijkingen of aanvullingen van het bepaalde in deze verordening kunnen volgens dezelfde procedure worden vastgesteld. Artikel 12 Verordening (EEG) nr. 2836/84 wordt ingetrokken. Artikel 13 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986. Zij is slechts geldig voor de volgens de in artikel 11 bedoelde procedure te bepalen periodes. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 11 november 1985. Voor de Commissie Frans ANDRIESSEN Vice-Voorzitter (1) PB nr. L 164 van 24. 6. 1985, blz. 6. (2) PB nr. L 268 van 9. 10. 1984, blz. 11. (3) PB nr. L 287 van 31. 10. 1984, blz. 8. (4) Zie blz. 22 van dit Publikatieblad. (5) Zie blz. 9 van dit Publikatieblad. (1) Zie blz. 4 van dit Publikatieblad. (1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.