Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R2585

    VERORDENING ( EEG ) NR. 2585/85 VAN DE RAAD VAN 12 SEPTEMBER 1985 TOT WIJZIGING VAN VERORDENING ( EEG ) NR. 3439/80 HOUDENDE INSTELLING VAN EEN DEFINITIEF ANTI-DUMPINGRECHT OP DE INVOER VAN BEPAALDE POLYESTERGARENS VAN OORSPRONG UIT DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

    PB L 246 van 13.9.1985, p. 57–59 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/09/1990

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/2585/oj

    31985R2585

    VERORDENING ( EEG ) NR. 2585/85 VAN DE RAAD VAN 12 SEPTEMBER 1985 TOT WIJZIGING VAN VERORDENING ( EEG ) NR. 3439/80 HOUDENDE INSTELLING VAN EEN DEFINITIEF ANTI-DUMPINGRECHT OP DE INVOER VAN BEPAALDE POLYESTERGARENS VAN OORSPRONG UIT DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA

    Publicatieblad Nr. L 246 van 13/09/1985 blz. 0057 - 0059
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 28 blz. 0237
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 28 blz. 0240


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 2585/85 VAN DE RAAD

    van 12 september 1985

    tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3439/80 houdende instelling van een definitief anti-dumpingrecht op de invoer van bepaalde polyestergarens van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op artikel 14,

    Gezien het voorstel dat door de Commissie is ingediend na overleg in het kader van het in genoemde verordening bedoelde Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. Procedure

    (1) De Raad heeft bij Verordening (EEG) nr. 3439/80 (2) definitieve anti-dumpingrechten ingesteld op de invoer van bepaalde polyestergarens van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.

    Genoemde verordening werd vervolgens gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3198/81 (3) ten einde bepaalde soorten garens van de toepassing van de rechten uit te sluiten en, na een nieuwe herzieningsprocedure, bij Verordening (EEG) nr. 407/83 (4).

    (2) Het betrokken produkt is polyestergaren, zowel getextureerd als niet getextureerd, van post ex 51.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief, overeenkomende met NIMEXE-codes 51.01-29 en 30 voor getextureerde garens en 51.01-ex 02, ex 32, ex 34, ex 38, ex 41 en ex 42 voor niet-getextureerde garens.

    (3) De Commissie heeft sindsdien een verzoek ontvangen van een exporteur uit de Verenigde Staten, Macfield Texturing Incorporated, Madison, North Carolina, hierna »Macfield" genoemd, om herziening van het recht voor zover het van toepassing is op garens vervaardigd door dit bedrijf.

    (4) Aangezien dit verzoek voldoende bewijsmateriaal bevatte om een herziening van de procedure te rechtvaardigen, kondigde de Commissie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (5) de herziening van de definitieve anti-dumpingrechten op de invoer van polyestergarens van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika aan en begon met een onderzoek op communautair niveau.

    In het bericht van heropening bood de Commissie alle belanghebbende partijen de gelegenheid om bewijsmateriaal inzake wijzigingen in hun bijzondere omstandigheden over te leggen dat voldoende zou zijn om hun opneming in de heropeningsprocedure te rechtvaardigen.

    (5) De Commissie heeft Macfield en de vertegenwoordigers van het land van uitvoer officieel in kennis gesteld van de heropening van de procedure.

    Macfield maakte van de door de Commissie geboden gelegenheid gebruik om schriftelijke en mondelinge opmerkingen in te dienen.

    (6) Het verzoek om herziening werd gedaan door één exporteur van getextureerd polyestergaren uit de Verenigde Staten van Amerika, Macfield. Geen andere exporteur, importeur of producent in de Gemeenschap heeft voldoende bewijsmateriaal voorgelegd om herziening van de anti-dumpingrechten op getextureerde of niet-getextureerde polyestergarens te rechtvaardigen en de Commissie beperkte derhalve haar onderzoek tot een herziening van het recht op getextureerde polyestergarens vervaardigd door Macfield.

    (7) De Commissie heeft alle gegevens die zij met het oog op het nieuwe onderzoek nodig achtte verzameld en geverifieerd en een onderzoek ingesteld ten kantore van Macfield.

    Enkele producenten uit de Verenigde Staten verzochten hun produkten uit te sluiten van de thans van kracht zijnde rechten. Aangezien deze producenten in de referentieperiode niet naar de Gemeenschap hebben uitgevoerd werd bijgevolg geen verder onderzoek met betrekking tot deze bedrijven ingesteld en hun verzoek om herziening werd niet ingewilligd.

    De Commissie koos het tijdvak van 1 september 1983 tot 31 augustus 1984 als periode waarop het onderzoek betrekking heeft.

    B. Normale waarde

    (8) De normale waarden werden voor het betrokken bedrijf vastgesteld door de gewogen gemiddelde prijzen van de binnenlandse verkopen van de verschillende soorten garens te nemen die in de referentieperiode door Macfield werden uitgevoerd.

    De Commissie heeft zich ervan vergewist dat Macfield's binnenlandse verkopen van het betrokken produkt over het algemeen winstgevend waren.

    (9) Bij het berekenen van de normale waarden heeft de Commissie uitgesloten de verkopen van Macfield aan in de Verenigde Staten van Amerika gelegen ondernemingen die voor uitvoer waren bestemd en derhalve niet konden worden beschouwd als tot stand te zijn gekomen in normale handelstransacties voor verbruik in het land van uitvoer.

    Op bepaalde verkopen van de betrokken garens werd op de binnenlandse markt tijdens de referentieperiode verlies geleden en ook deze werden uitgesloten voor het vaststellen van de normale waarde aangezien zij niet tot stand zijn gekomen in een gewone handelstransactie bestemd voor verbruik in het land van uitvoer.

    C. Prijs bij uitvoer

    (10) De prijzen bij uitvoer werden bepaald op basis van de werkelijk betaalde of te betalen prijzen voor de produkten die door de betrokken onderneming tijdens de periode van onderzoek naar de Gemeenschap werden uitgevoerd.

    (11) Macfield voerde aan dat bepaalde exportzendingen betrekking hadden op monsters; de Commissie aanvaardde dit op basis van het overlegde bewijsmateriaal en bijgevolg werden deze zendingen buiten beschouwing gelaten.

    D. Vergelijking

    (12) Bij het vergelijken van de normale waarden met de exportprijzen heeft de Commissie zo nodig rekening gehouden met verschillen die van invloed kunnen zijn op de vergelijkbaarheid van de prijzen.

    Op de vordering van Macfield dat voor één soort garen geen gelijke kwaliteiten waren vergeleken werd echter niet ingegaan, aangezien geen bewijsmateriaal werd verstrekt om deze vordering te staven.

    Alle vergelijkingen werden gemaakt in het stadium af fabriek.

    E. Marge

    (13) De normale waarden op een gewogen gemiddelde basis werden per transactie vergeleken met de uitvoerprijzen van de exporteur waarop het onderzoek betrekking had.

    Uit bovengenoemd onderzoek van de feiten bleek dumping te bestaan, waarvan de marge gelijk was aan het verschil tussen de vastgestelde normale waarde en de prijs bij uitvoer naar de Gemeenschap.

    Deze marges verschilden naar gelang van de zendingen en de gewogen gemiddelde marge bedroeg 3,6 %.

    (14) De Commissie was van oordeel dat er geen reden was om voor exporteurs die zich niet in de loop van het nieuwe onderzoek bekend hebben gemaakt, de dumpingmarge, als vastgesteld na het oorspronkelijke onderzoek of na de eerste herzieningsprocedure, te wijzigen.

    F. Schade

    (15) Met betrekking tot de schade ontving de Commissie geen nieuw bewijsmateriaal dat wijziging bracht in haar mening dat het noodzakelijk was de bestaande - in het geval van Macfield gewijzigde - rechten verder toe te passen met het oog op opheffing van de schade en het voorkomen daarvan.

    G. Belang van de Gemeenschap

    (16) Uit de definitief vastgestelde feiten blijkt dus dat dumping bestaat en dat daardoor schade wordt veroorzaakt en aangezien geen opmerkingen zijn ontvangen van communautaire verbruikers of producenten van het produkt of andere belanghebbende partijen is het in het belang van de Gemeenschap dat de communautaire maatregelen worden voortgezet.

    H. Hoogte van het recht

    (17) Verordening (EEG) nr. 3439/80 dient bijgevolg opnieuw te worden gewijzigd ten einde het op de door Macfield uitgevoerde getextureerde garens ingestelde definitieve anti-dumpingrecht overeenkomstig de bovenstaande vaststellingen te wijzigen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 1, lid 2, sub a), van Verordening (EEG) nr. 3439/80 wordt, ten aanzien van garens die worden uitgevoerd door Macfield Texturing Incorporated, in de plaats van 4,1 % gelezen: »3,6 %".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 12 september 1985.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. POOS

    (1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.

    (2) PB nr. L 358 van 31. 12. 1980, blz. 91.

    (3) PB nr. L 322 van 11. 11. 1981, blz. 2.

    (4) PB nr. L 50 van 23. 2. 1983, blz. 1.

    (5) PB nr. C 257 van 25. 9. 1984, blz. 3.

    Top