Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R2273

Verordening (EEG) nr. 2273/85 van de Commissie van 29 juli 1985 betreffende de toekenning van steun, in het wijnoogstjaar 1985/1986, voor het gebruik van geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost bij de wijnbereiding

PB L 212 van 9.8.1985, p. 8–9 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/11/1986

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/2273/oj

31985R2273

Verordening (EEG) nr. 2273/85 van de Commissie van 29 juli 1985 betreffende de toekenning van steun, in het wijnoogstjaar 1985/1986, voor het gebruik van geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost bij de wijnbereiding

Publicatieblad Nr. L 212 van 09/08/1985 blz. 0008 - 0009
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 37 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 37 blz. 0003


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 2273/85 VAN DE COMMISSIE

van 29 juli 1985

betreffende de toekenning van steun, in het wijnoogstjaar 1985/1986, voor het gebruik van geconcentreerde druivemost en gerectificeerde geconcentreerde druivemost bij de wijnbereiding

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 798/85 (2), en met op artikel 14, lid 4, en artikel 65,

Overwegende dat bij artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 337/79 een steunregeling is ingesteld voor in de Gemeenschap voortgebrachte geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost die wordt gebruikt om het alcoholgehalte van de wijn te verhogen;

Overwegende dat bij de bevoegde instanties aangifte moet worden gedaan van verrijking door toevoeging van geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost en ook de in voorraad gehouden hoeveelheden van deze produkten moeten worden aangegeven; dat de hoeveelheden van deze produkten die voor verrijking worden gebruikt of reeds zijn gebruikt, moeten worden ingeschreven in de in artikel 53, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 337/79 bedoelde registers; dat derhalve niet behoeft te worden bepaald dat bijkomende bescheiden moeten worden overgelegd om voor de steun in aanmerking te komen;

Overwegende dat het steunbedrag moet worden vastgesteld rekening houdende met het verschil tussen de kosten van de verrijking die wordt verkregen door middel van geconcentreerde druivemost, gerectificeerde geconcentreerde druivemost en saccharose; dat op grond van de gegevens waarover de Commissie beschikt het steunbedrag moet worden gedifferentieerd volgens het produkt dat voor verrijking wordt gebruikt en moet worden vastgesteld op de in het beschikkende gedeelte aangegeven niveaus;

Overwegende dat de kostprijs van voor de bereiding van geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost gebruikte most afhankelijk is van het natuurlijke alcoholgehalte daarvan; dat de marktprijs voor druivemost met een hoog potentieel natuurlijk alcoholgehalte hoger is dan de marktprijs voor andere most; dat het, om rekening te houden met deze situatie en met de noodzaak de huidige handelsstromen in stand te houden, noodzakelijk blijkt steunbedragen te differentiëren en een hoger bedrag toe te kennen voor geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost die afkomstig is van de meest zuidelijk gelegen wijngaarden van de Gemeenschap, die vanouds de most met het hoogste natuurlijke alcoholgehalte voortbrengen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Onder de in deze verordening omschreven voorwaarden wordt steun toegekend aan de producenten van tafelwijnen of v. q. p. r. d. die in de Gemeenschap voortgebrachte geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost gebruiken om het natuurlijk alcohol-volumegehalte van de in artikel 32, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 en in artikel 8, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 338/79 van de Raad (3) bedoelde produkten te verhogen.

2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79 kunnen de producenten, die in het wijnoogstjaar 1984/1985 waren onderworpen aan de verplichtingen bedoeld in de artikelen 39, 40 of 41 van Verordening (EEG) nr. 337/79, slechts voor de in deze verordening bedoelde steun in aanmerking komen, wanneer zij het bewijs leveren, dat zij hebben voldaan aan hun verplichtingen:

- in het kader van de artikelen 39 en 40, tussen 1 september 1984 en de respectievelijk in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2461/84 van de Commissie (4) en in artikel 2, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2462/84 van de Commissie (5) vastgestelde data of, eventueel, op de door bevoegde instantie vastgestelde data overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2179/83 van de Raad (6);

- in het kader van artikel 41, tussen 19 januari 1985 en de in artikel 10, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 147/85 van de Commissie (7) vastgestelde data.

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde steunbedrag wordt vastgesteld per % vol potentieel alcoholgehalte/hl gebruikte

geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost, en wel op:

- 1,52 Ecu voor geconcentreerde druivemost uit de wijnbouwzones C III a) en C III b);

- 1,32 Ecu voor andere dan de in het eerste streepje bedoelde geconcentreerde druivemost;

- 1,69 Ecu voor gerectificeerde geconcentreerde druivemost uit de wijnbouwzones C III a) en C III b) of daarbuiten geproduceerd in installaties waar vóór 30 juni 1982 met de produktie is begonnen, ongeacht de zone van herkomst van de druiven;

- 1,49 Ecu voor andere dan de in het derde streepje bedoelde gerectificeerde geconcentreerde druivemost.

Artikel 3

Producenten die voor de in artikel 1 bedoelde steun in aanmerking willen komen, moeten daartoe bij het bevoegde interventiebureau een aanvraag indienen die betrekking heeft op het geheel van de in artikel 1 bedoelde bewerkingen ter verhoging van het alcoholgehalte. Deze aanvraag moet het interventiebureau bereiken binnen twee maanden na de dag waarop de laatste betrokken bewerking heeft plaatsgevonden.

Bij de aanvraag worden de bescheiden gevoegd betreffende de bewerkingen waarvoor de steun wordt aangevraagd.

Artikel 4

Uiterlijk op 30 september 1986 keert het interventiebureau het steunbedrag aan de producent uit, behalve:

- in geval van overmacht,

- wanneer een administratief onderzoek is begonnen met betrekking tot het recht op het steunbedrag. In dat geval vindt betaling alleen plaats, wanneer het recht op het steunbedrag wordt erkend.

Artikel 5

1. Behoudens overmacht, is de steun niet verschuldigd indien de producent de in artikel 1 bedoelde bewerking niet uitvoert overeenkomstig de artikelen 32, 33 en 36 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

2. Behoudens overmacht wordt, indien de producent een andere krachtens deze verordening op hem rustende verplichting dan de in lid 1 bedoelde verplichting niet nakomt, de uit te betalen steun verminderd met een bedrag dat door de bevoegde instantie wordt vastgesteld op grond van de ernst van het verzuim.

3. In geval van overmacht neemt de bevoegde instantie de maatregelen die zij in dit verband met de aangevoerde omstandigheden noodzakelijk acht.

4. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de gevallen waarin lid 2 is toegepast, alsmede van het gevolg dat is gegeven aan de verzoeken waarbij overmacht wordt ingeroepen.

Artikel 6

De betrokken Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk 30 november 1986 mede hoeveel producenten de steun hebben ontvangen, welke hoeveelheden wijn zijn verrijkt, alsmede welke hoeveelheden geconcentreerde en gerectificeerde geconcentreerde druivemost daartoe zijn gebruikt, uitgedrukt in % vol potentieel alcoholgehalte/hl.

Artikel 7

Iedere betrokken Lid-Staat wijst een interventiebureau aan dat met de uitvoering van deze verordening wordt belast.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1985.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 29 juli 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 1.

(2) PB nr. L 89 van 29. 3. 1985, blz. 1.

(3) PB nr. L 54 van 5. 3. 1979, blz. 48.

(4) PB nr. L 231 van 29. 8. 1984, blz. 12.

(5) PB nr. L 231 van 29. 8. 1984, blz. 18.

(6) PB nr. L 212 van 3. 8. 1983, blz. 1.

(7) PB nr. L 16 van 19. 1. 1985, blz. 25.

Top