Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R0637

    Verordening (EEG) nr. 637/85 van de Raad van 11 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 706/84 houdende instelling van een definitief compenserend recht in het kader van de anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer, van oorsprong uit Spanje, en houdende definitieve inning van het voorlopig recht

    PB L 73 van 14.3.1985, p. 1–2 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1986

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/637/oj

    31985R0637

    Verordening (EEG) nr. 637/85 van de Raad van 11 maart 1985 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 706/84 houdende instelling van een definitief compenserend recht in het kader van de anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer, van oorsprong uit Spanje, en houdende definitieve inning van het voorlopig recht

    Publicatieblad Nr. L 073 van 14/03/1985 blz. 0001 - 0002


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 637/85 VAN DE RAAD

    van 11 maart 1985

    tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 706/84 houdende instelling van een definitief compenserend recht in het kader van de anti-subsidieprocedure betreffende de invoer van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer, van oorsprong uit Spanje, en houdende definitieve inning van het voorlopig recht

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2176/84 van de Raad van 23 juli 1984 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1),

    Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na overleg in het bij voornoemde verordening ingestelde Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A. Definitieve maatregelen

    (1) Bij Verordening (EEG) nr. 706/84 (2) heeft de Raad een definitief compenserend recht op de invoer van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer, van oorsprong uit Spanje, vastgesteld.

    B. Verdere procedure

    (2) Na de instelling van het definitieve compenserende recht hebben de exporteurs en de Spaanse Regering in augustus 1984 om een verlaging van het definitieve compenserende recht verzocht. Als reden voor het verzoek werd aangevoerd dat de Spaanse Regering bij Decreet nr. 1313/1984 van 20 juni 1984, gepubliceerd in het Spaanse officiële mededelingenblad (BOE nr. 164) van 10 juli 1984 en dat de daaropvolgende dag van kracht is geworden, het stelsel van de belastingteruggaven bij uitvoer heeft gewijzigd, waarbij overeenkomstig artikel 4 van genoemd decreet de tot dan toe geldende bedragen van de uitvoerrestitutie over de hele linie met 15 % werden verlaagd.

    C. Subsidie

    (3) De Commissie heeft bij de Spaanse Regering en de exporteurs de noodzakelijke inlichtingen ingewonnen. De Commissie heeft van de exporteurs gegevens ontvangen over de sedert 11 juli 1984 naar de Gemeenschap verrichte uitvoer van hulpstukken (fittings) voor buisleidingen van smeedbaar gietijzer en de op grond daarvan ontvangen belastingteruggaven bij uitvoer, welke gegevens ter plaatse werden geverifieerd. Hieruit is gebleken dat deze uitvoerrestitutie voor de betrokken goederen sedert 11 juli 1984 met 15 %, dat wil zeggen van 11,5 % tot 9,8 % (met afronding op de eerste decimaal), is verlaagd. De door de Commissie vastgestelde uitvoersubsidie wordt daardoor met 1,7 %, van 8,4 % tot 6,7 % van de uitvoerprijs verlaagd.

    D. Hoogte van het recht

    (4) Gelet op de door de Spaanse Regering besloten verlaging van de uitvoerrestitutie met 1,7 % voor de uitvoer van genoemde goederen is het gepast met ingang van 11 juli 1984 het definitieve compenserende recht in dezelfde mate omlaag te brengen. De importeurs beschikken daarbij over de mogelijkheid overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EEG) nr. 1430/79 (3) voor de goederen die sedert 11 juli 1984 in de Gemeenschap in het vrije verkeer zijn gebracht een teruggave te verkrijgen van het compenserende recht dat het overeenkomstig deze verordening te heffen bedrag overschrijdt,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 706/84 wordt vervangen door:

    »2. Het compenserende recht is gelijk aan 6,7 % van de nettoprijs per ton, vrij Gemeenschapsgrens.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing vanaf 11 juli 1984.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 11 maart 1985.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    F. M. PANDOLFI

    (1) PB nr. L 201 van 30. 7. 1984, blz. 1.

    (2) PB nr. L 74 van 17. 3. 1984, blz. 47.

    (3) PB nr. L 175 van 12. 7. 1979, blz. 1.

    Top