EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R0632

Verordening (EEG) nr. 632/85 van de Commissie van 12 maart 1985 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2182/77, wat de vrijgave betreft van de aankoopwaarborg bij bepaalde verkopen van rundvlees

PB L 72 van 13.3.1985, p. 25–25 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/12/2004

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/632/oj

31985R0632

Verordening (EEG) nr. 632/85 van de Commissie van 12 maart 1985 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2182/77, wat de vrijgave betreft van de aankoopwaarborg bij bepaalde verkopen van rundvlees

Publicatieblad Nr. L 072 van 13/03/1985 blz. 0025 - 0025
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0131
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 34 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 18 blz. 0131
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 34 blz. 0010


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 632/85 VAN DE COMMISSIE

van 12 maart 1985

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2182/77, wat de vrijgave betreft van de aankoopwaarborg bij bepaalde verkopen van rundvlees

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op artikel 7, lid 3,

Overwegende dat bij artikel 15, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2173/79 van de Commissie van 4 oktober 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de afzet van rundvlees gekocht door de interventiebureaus en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 216/69 (2) is bepaald dat de waarborg die door de koper moet worden gesteld slechts wordt vrijgegeven wanneer deze de in die verordening vastgestelde verplichtingen en in het verkoopcontract vermelde voorwaarden is nagekomen;

Overwegende dat bij artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2182/77 van de Commissie van 30 september 1977 houdende uitvoeringsbepalingen betreffende de verkoop van uit de interventievoorraden afkomstig bevroren rundvlees, dat bestemd is voor verwerking in de Gemeenschap, tevens houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1687/76 (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1560/84 (4), is bepaald dat een waarborg moet worden gesteld om de verwerking van de produkten te garanderen; dat deze waarborg wordt vrijgegeven wanneer de verkooper al zijn verplichtingen is nagekomen;

Overwegende dat het, gezien het bestaan van deze verwerkingswaarborg, niet noodzakelijk lijkt de eerste waarborg vast te houden tot het tijdstip waarop de koper het bewijs levert dat de produkten zijn verwerkt; dat het derhalve dienstig lijkt Verordening (EEG) nr. 2182/77 te wijzigen in afwijking van artikel 15 van Verordening (EEG) nr. 2173/79;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

In Verordening (EEG) nr. 2182/77 wordt het volgende artikel 8 bis ingevoegd:

»Artikel 8 bis

In afwijking van artikel 15, lid 2, sub a), tweede streepje, en sub b), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 2173/79, en onverminderd artikel 16 van genoemde verordening, wordt de in artikel 15, lid 1, van genoemde verordening bedoelde waarborg onmiddellijk vrijgegeven wanneer:

- de koper zijn aanvraag of offerte niet heeft ingetrokken, en

- de koper voor de totale, in het contract vastgestelde hoeveelheid produkt heeft betaald.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 12 maart 1985.

Voor de Commissie

Frans ANDRIESSEN

Vice-Voorzitter

(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24.

(2) PB nr. L 251 van 5. 10. 1979, blz. 12.

(3) PB nr. L 251 van 1. 10. 1977, blz. 60.

(4) PB nr. L 150 van 6. 6. 1984, blz. 11.

Top