Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984R3620

    Verordening (EEG) nr. 3620/84 van de Raad van 19 december 1984 betreffende een bijzondere actie op het gebied van de vervoersinfrastructuur

    PB L 333 van 21.12.1984, p. 58–60 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1984/3620/oj

    31984R3620

    Verordening (EEG) nr. 3620/84 van de Raad van 19 december 1984 betreffende een bijzondere actie op het gebied van de vervoersinfrastructuur

    Publicatieblad Nr. L 333 van 21/12/1984 blz. 0058 - 0060
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0215
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0215


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 3620/84 VAN DE RAAD

    van 19 december 1984

    betreffende een bijzondere actie op het gebied van de vervoersinfrastructuur

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

    Overwegende dat een bijzondere actie inzake financiële bijstand op het gebied van de vervoersinfrastructuur dient te worden opgezet waardoor de daartoe op de begrotingen 1983 en 1984 opgevoerde kredieten integraal kunnen worden gebruikt;

    Overwegende dat de voor deze actie in aanmerking komende projecten dienen te voldoen aan bepaalde criteria met betrekking tot hun communautair belang;

    Overwegende dat, ten einde gevolg te geven aan de conclusies van de Europese Raad van 17 tot en met 19 juni 1983 een bijzondere financiële inspanning voor de modernisering van de voornaamste transportassen in Griekenland dient te worden ondernomen uit hoofde van de begroting 1984;

    Overwegende dat voor de begrotingsjaren 1983 en 1984 de begrenzingen van de financiële steun van de Gemeenschap per project dienen te worden vastgesteld;

    Overwegende dat de uitvoeringsbepalingen van de onderhavige verordening dienen te worden vastgesteld,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Binnen de grenzen van de nog resterende kredieten van de begroting 1983 en onder de in de artikelen 3, 4 en 5 genoemde voorwaarden, verleent de Gemeenschap financiële bijstand voor projecten op het gebied van de vervoersinfrastructuur door bij te dragen in de kosten van de volgende projecten:

    Frankrijk:

    Modernisering van het spoorwegknooppunt Mulhouse-Nord;

    Ierland:

    Aanleg van de rondweg Wexford;

    Griekenland:

    Weg Evzoni-Volos - verbetering van het traject tussen Axios en de brug van Gallikos;

    Luxemburg:

    Aanleg van het vak Potaschbierg-Duitse grens van de autosnelweg Luxemburg-Trier.

    Artikel 2

    1. Binnen de grenzen van de op de begroting 1984 beschikbare kredieten en onder de in de artikelen 3, 4 en 5 genoemde voorwaarden, verleent de Gemeenschap financiële bijstand voor projecten op het gebied van de vervoersinfrastructuur die in het kader van een harmonische ontwikkeling van een evenwichtig infrastructuurnet een positief sociaal-economisch rendement voor de Gemeenschap garanderen en beantwoorden aan een van de onderstaande criteria:

    - opheffing van notoire knelpunten in de Gemeenschap of aan haar buitengrenzen; of

    - verbetering van de hoofdverbindingen tussen alle Lid-Staten.

    2. De in lid 1 bedoelde projecten zijn de volgende:

    1. Urgente maatregelen

    1.1. Italië

    Nieuw tracé van de spoorlijn Chiasso-Milaan

    1.2. Frankrijk:

    Toegang Mont Blanc (nieuwe weg Le Fayet-Les Houches)

    1.3. Gemeenschap:

    Grensinfrastructuur

    2. Grieks memorandum

    2.1. Griekenland:

    As Evzoni-Athene-Kalamata (wegverkeer), gedeelte Varibobi-Schimatari

    2.2. Griekenland:

    Spoorlijn Larissa-Plati

    3. Andere prioritaire maatregelen

    3.1. Ierland:

    Rondweg Shankill-Bray

    3.2. Duitsland:

    Rangeerstation Neurenberg

    3.3. Verenigd Koninkrijk:

    Autosnelweg rond Londen (M25):

    - gedeelte Leatherhead-Reigate

    - gedeelte M4/M40

    3.4. Verenigd Koninkrijk:

    Rondweg Sidcup (A20)

    3.5. Verenigd Koninkrijk:

    Spoorverbinding met de haven van Harwich (lijn Colchester-Harwich)

    3.6. België-Frankrijk:

    Kanalisatie van het bevaarbare gedeelte van de Leie

    3.7. Nederland:

    Spoorwegbrug Dordrecht.

    Artikel 3

    De financiële bijstand die krachtens deze verordening wordt toegekend voor de overeenkomstig deze verordening geselecteerde projecten, mag niet meer bedragen dan 25 % van de totale kosten van ieder project of van de bijzondere fase van het te steunen project.

    In geen geval mogen de bijdragen uit alle communautaire bronnen meer dan 50 % van de totale kosten van een bepaald project bedragen.

    Artikel 4

    1. Voor het verlenen van de in de artikelen 1 en 2 genoemde financiële bijstand van de Gemeenschap, neemt de Commissie, in overleg met de betrokken Lid-Staten en met inachtneming van de noodzakelijk geachte bedragen, de nodige maatregelen voor de toepassing van deze verordening.

    2. Voor de in artikel 2, lid 2, punt 1.3, bedoelde projecten dienen de Lid-Staten binnen een termijn van 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening bij de Commissie voorontwerpen in. Binnen een termijn van 75 dagen raadpleegt de Commissie het Comité voor de vervoersinfrastructuur, opgericht bij Beschikking 78/174/EEG (1), neemt zij een besluit en deelt zij dit besluit mee aan de Raad.

    Elke Lid-Staat kan binnen een termijn van 30 dagen na deze mededeling de zaak aan de Raad voorleggen. De Raad kan binnen een termijn van 45 dagen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen. Indien geen enkele Lid-Staat de zaak aan de Raad voorlegt, of indien de Raad binnen de genoemde termijn geen besluit heeft genomen, wordt het besluit van de Commissie van toepassing.

    Het besluit van de Commissie of van de Raad wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    3. Na de voltooiing van de door de Gemeenschap gesteunde werken dient de Commissie een verslag in bij de Raad.

    Artikel 5

    1. Indien een project waarvoor financiële bijstand is verleend, niet uitgevoerd wordt zoals was voorzien, of indien aan de gestelde voorwaarden niet wordt voldaan, kan de financiële bijstand bij besluit van de Commissie worden verminderd of ingetrokken.

    Onrechtmatig uitgekeerde bedragen moeten door de betrokken begunstigde binnen twaalf maanden na de datum van kennisgeving van het besluit aan de Gemeenschap worden terugbetaald.

    2. Onverminderd de door de Lid-Staten overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen verrichte controles en onverminderd het bepaalde in artikel 206 bis van het Verdrag, alsook iedere op grond van artikel 209, sub c), van het Verdrag uitgevoerde controle, worden door de bevoegde instanties van de betrokken Lid-Staat en door personeelsleden van de Commissie of andere daartoe door de Commissie gemachtigde personen verificaties ter plaatse of onderzoeken verricht betreffende de projecten waarvoor financiële bijstand wordt verleend. De Commissie stelt termijnen vast voor het uitvoeren van deze verificaties en stelt vooraf de betrokken Lid-Staat hiervan op de hoogte om alle nodige medewerking te krijgen.

    3. Deze verificaties ter plaatse of onderzoeken betreffende de werken waarvoor financiële bijstand wordt verleend, zijn bedoeld om vast te stellen:

    a) of de administratieve methoden in overeenstemming zijn met de communautaire voorschriften;

    b) of bewijsstukken voorhanden zijn en of deze in overeenstemming zijn met de projecten waarvoor financiële bijstand wordt verleend;

    c) op welke wijze de werken worden uitgevoerd en geverifieerd;

    d) of hetgeen werd verwezenlijkt in overeenstemming is met de voorwaarden waarop financiële bijstand werd verleend.

    4. De Commissie kan betaling van de bijstand voor een werk schorsen, indien uit een controle blijkt dat zich onregelmatigheden hebben voorgedaan of dat een belangrijke wijziging in de aard of de wijze van uitvoering van dit werk werd aangebracht zonder dat daarvoor de goedkeuring van de Commissie is gevraagd.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 19 december 1984.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. BRUTON

    (1) PB nr. C 10 van 16. 1. 1984, blz. 83.

    (2) PB nr. C 341 van 19. 12. 1983, blz. 4.

    (1) PB nr. L 54 van 25. 2. 1978, blz. 16.

    Top