This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31984R3377
Commission Regulation (EEC) No 3377/84 of 30 November 1984 concerning the stopping of fishing for hake and sprat by vessels flying the flag of Denmark
Verordening (EEG) nr. 3377/84 van de Commissie van 30 november 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op heek en sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
Verordening (EEG) nr. 3377/84 van de Commissie van 30 november 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op heek en sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
PB L 313 van 1.12.1984, p. 57–57
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1984
Verordening (EEG) nr. 3377/84 van de Commissie van 30 november 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op heek en sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken
Publicatieblad Nr. L 313 van 01/12/1984 blz. 0057 - 0057
***** VERORDENING (EEG) Nr. 3377/84 VAN DE COMMISSIE van 30 november 1984 betreffende het beëindigen van de visserij op heek en sprot door vissersvaartuigen die de vlag voeren van Denemarken DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2057/82 van de Raad van 29 juni 1982 houdende vaststelling van bepaalde maatregelen voor controle op de activiteiten van vissersvaartuigen uit de Lid-Staten (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1729/83 (2), inzonderheid op artikel 10, lid 3, Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 320/84 van de Raad van 31 januari 1984 inzake de vaststelling van de voor 1984 geldende voorlopige totaal toegestane vangsten voor bepaalde visbestanden of groepen van visbestanden in de visserijzone van de Gemeenschap en het voor de Gemeenschap voorlopig beschikbare gedeelte van deze vangsten, de verdeling van dit gedeelte over de Lid-Staten en de bij de visserij in het kader van de totaal toegestane vangsten in acht te nemen voorschriften (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3175/84 (4), quota vastlegt voor heek en sprot voor 1984; Overwegende dat het, om de naleving te waarborgen van de bepalingen inzake de kwantitatieve beperking van de vangsten uit bepaalde bestanden, waarvoor een quotum is vastgesteld, noodzakelijk is dat de Commissie de datum vastlegt waarop het toegewezen quotum wordt geacht volledig te zijn gebruikt ten gevolge van de vangsten verricht door de vaartuigen die de vlag voeren van een Lid-Staat; Overwegende dat, volgens de gegevens medegedeeld aan de Commissie, de vangsten van heek in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en van sprot in ICES-gebieden II a (EG-zone), IV, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, de voor 1984 toegewezen quota bereikt hebben; HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Door de vangsten van heek in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en van sprot in ICES-gebieden II a (EG-zone), IV, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, worden de aan Denemarken voor 1984 toegewezen quota geacht volledig te zijn gebruikt. De visserij op heek in de wateren van ICES-gebieden III a, III b, c, d (EG-zone) en op sprot in ICES-gebieden II a (EG-zone), IV, door vaartuigen die de vlag voeren van Denemarken of die in Denemarken zijn geregistreerd, is verboden alsmede het aan boord houden, de overlading en het lossen van heek en sprot welke door vermelde vaartuigen gevangen is in deze wateren na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 30 november 1984. Voor de Commissie Giorgios CONTOGEORGIS Lid van de Commissie (1) PB nr. L 220 van 29. 7. 1982, blz. 1. (2) PB nr. L 169 van 28. 6. 1983, blz. 14. (3) PB nr. L 37 van 8. 2. 1984, blz. 1. (4) PB nr. L 298 van 16. 11. 1984, blz. 1.