EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984R0290

Verordening (EEG) nr. 290/84 van de Raad van 31 januari 1984 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde waterige oplossingen van menselijk alfa-2-interferon, bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische specialiteiten, van post ex 35.04 van het gemeenschappelijk douanetarief

PB L 33 van 4.2.1984, p. 4–5 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/1984

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1984/290/oj

31984R0290

Verordening (EEG) nr. 290/84 van de Raad van 31 januari 1984 betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde waterige oplossingen van menselijk alfa-2-interferon, bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische specialiteiten, van post ex 35.04 van het gemeenschappelijk douanetarief

Publicatieblad Nr. L 033 van 04/02/1984 blz. 0004 - 0005


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 290/84 VAN DE RAAD

van 31 januari 1984

betreffende de opening, de verdeling en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bepaalde waterige oplossingen van menselijk alfa-2-interferon, bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische specialiteiten, van post ex 35.04 van het gemeenschappelijk douanetarief

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 28,

Overwegende dat de produktie in de Gemeenschap van waterige oplossingen van menselijk alfa-2-interferon momenteel niet toereikend is om te voorzien in de behoeften van de verwerkende industrieën; dat de bevoorrading van de Gemeenschap met deze produkten derhalve voor een niet onbelangrijk deel van invoer uit derde landen afhankelijk is; dat het in het belang is van de Gemeenschap het recht van het gemeenschappelijk douanetarief voor de betrokken produkten binnen de grenzen van een passend communautair tariefcontingent gedurende een relatief beperkte periode volledig te schorsen; dat het, ten einde de vooruitzichten van de ontwikkeling van deze communautaire produktie niet te schaden en om een toereikende voorziening van de verwerkende industrie te verzekeren, dienstig is het gebruik van het tariefcontingent te beperken tot enkel die produkten die bestemd zijn om te worden gebruikt bij de vervaardiging van farmaceutische specialiteiten, dit contingent te openen voor een periode die loopt tot en met 30 juni 1984 en het vast te stellen op 5 gram, hetgeen overeenkomt met de behoeften aan invoer uit derde landen gedurende genoemde periode;

Overwegende dat met name dient te worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van genoemd contingent en dat het aan dat contingent verbonden recht zonder onderbreking wordt toegepast op alle invoer van het betrokken produkt tot op het tijdstip waarop het contingent geheel is uitgeput; dat het evenwel, aangezien het om een tariefcontingent met zeer korte toepassingsperiode gaat, aangewezen lijkt om niet in een verdeling tussen de Lid-Staten te voorzien, zonder evenwel afbreuk te doen aan de mogelijkheid uit het contingent de hoeveelheden op te nemen die overeenstemmen met hun behoeften, onder bepaalde voorwaarden en volgens een bepaalde procedure; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van het contingent moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van de aan genoemde Economische Unie toegewezen quota kan worden verricht door één van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot en met 30 juni 1984 wordt in de Gemeenschap een communautair tariefcontingent van 5 gram geopend voor waterige oplossingen van menselijk alfa-2-interferon met een zuiverheidsgraad van ten minste 95 gewichtspercenten, berekend op de droge stof, ook indien bevroren, bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische specialiteiten, van post ex 35.04 van het gemeenschappelijk douanetarief.

Binnen de grenzen van dit tariefcontingent wordt het voor deze produkten geldende recht van het gemeenschappelijk douanetarief volledig geschorst.

Binnen de grenzen van dit tariefcontingent past de Helleense Republiek rechten toe die worden berekend overeenkomstig de bepalingen ter zake in de Toetredingsakte van 1979.

De controle op het gebruik van de produkten voor de bijzondere voorgeschreven bestemming geschiedt door toepassing van de communautaire voorschriften ter zake.

2. Indien een importeur melding maakt van op handen zijnde invoer van het betrokken produkt in een Lid-Staat en indien hij verzoekt om voor het contingent in aanmerking te komen, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming van een hoeveelheid die overeenstemt met zijn behoeften, voor zover het beschikbare saldo van het contingent zulks toelaat.

3. De opnemingen krachtens lid 2 zijn geldig tot het einde van de contingentsperiode.

Artikel 2

1. De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen opdat de overeenkomstig artikel 1, lid 2, opgenomen hoeveelheden zonder onderbreking kunnen worden afgeboekt op hun gecumuleerde aandelen in het contingent. 2. Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van de betrokken produkten vrije toegang tot het contingent zolang het saldo van het contingent dit toelaat.

3. De Lid-Staten boeken de ingevoerde hoeveelheden op hun opnemingen af naargelang de betrokken produkten bij de douane ten invoer in het vrije verkeer worden aangegeven.

4. De uitputtingsgraad van het contingent wordt vastgesteld op grond van de ingevoerde hoeveelheden die op de in lid 3 omschreven wijze zijn afgeboekt.

Artikel 3

Op verzoek van de Commissie stellen de Lid-Staten haar op de hoogte van de invoer van het betrokken produkt, die daadwerkelijk op het contingent is afgeboekt.

Artikel 4

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 31 januari 1984.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. LENGAGNE

Top