Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984D0351

    84/351/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 april 1984 overeenkomstig artikel 93, lid 2, van het EEG- Verdrag betreffende een ontwerp-steunmaatregel van de Italiaanse Regering in de textiel- en kledingsector (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

    PB L 186 van 13.7.1984, p. 45–47 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1984/351/oj

    31984D0351

    84/351/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 april 1984 overeenkomstig artikel 93, lid 2, van het EEG- Verdrag betreffende een ontwerp-steunmaatregel van de Italiaanse Regering in de textiel- en kledingsector (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

    Publicatieblad Nr. L 186 van 13/07/1984 blz. 0045 - 0047


    *****

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 17 april 1984

    overeenkomstig artikel 93, lid 2, van het EEG-Verdrag betreffende een ontwerp-steunmaatregel van de Italiaanse Regering in de textiel- en kledingsector

    (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek).

    (84/351/EEG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, en met name op artikel 93, lid 2, eerste alinea,

    Na belanghebbenden overeenkomstig dit artikel te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken en gezien deze opmerkingen,

    Overwegende hetgeen volgt:

    I

    De Italiaanse Regering heeft de Commissie bij brief van 6 september 1983 een ontwerp-steunmaatregel ten behoeve van een te Bologna gevestigde onderneming in de textiel- en kledingindustrie aangemeld, welke onderneming voornamelijk pyjama's produceert (MVA categorie 24), een subsector die in Italië als zeer concurrerend wordt beschouwd en derhalve in beginsel van het toepassingsgebied is uitgesloten van Wet 675/77 inzake de herstructurering en industriële omschakeling, waarin in steunmaatregelen is voorzien, alsmede onderkleding, die eveneens tot de concurrerende subsectoren behoort (MVA categorie 13), waarbij voor elk geval de voorafgaande aanmeldingsplicht geldt.

    De Italiaanse Regering is voornemens niettemin deze onderneming die ongeveer 250 personen in dienst heeft, voor steun overeenkomstig de bovengenoemde Wet 675/77 in aanmerking te laten komen. Het plan van de onderneming houdt geen vermindering in van de produktiecapaciteiten, die onveranderd op 2 miljoen stuks zouden blijven, doch beoogt daarentegen uitbreiding van de produktie met ongeveer 200 000 stuks per jaar;

    De steun zou worden gegeven in de vorm van een rentesubsidie van 7,94 punten op een obligatielening van 925 miljoen lire tegen een referentierentetarief van 19,85 %, met een looptijd van tien jaar en een rentevrije periode van twee jaar. Bij een totale investering van 5,02 miljard lire zou 3,2 miljard lire voor aankoop van voorraden bestemd zijn, waarvan 440 miljoen door middel van de steun zou worden gefinancierd. Voor het overige betreft de aankoop van uitrusting grotendeels aanschaffing van machines voor de modernisering van de produktie-installaties, waarvoor de kosten normaal door de onderneming zelf zouden moeten worden gedragen.

    De Commissie heeft gemeend dat de steun niet beantwoordde aan de op 18 januari 1983 door haar goedgekeurde voorwaarden voor de toepassing van genoemde Wet 675/77.

    Bijgevolg heeft de Commissie met betrekking tot de voorgenomen steun de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag ingeleid en de Italiaanse Regering bij brief van 15 december 1983 aangemaand haar opmerkingen te maken.

    II

    De Italiaanse autoriteiten hebben met de door hen op 1 februari 1984 in het raam van de procedure van artikel 93, lid 2, van het Verdrag gemaakte opmerkingen geen nieuwe gegevens verstrekt op grond waarvan het oordeel over de steunmaatregelen zoals dit bij de inleiding van de procedure luidde, wijziging zou kunnen ondergaan. Genoemde autoriteiten bepalen zich ertoe erop te wijzen dat het investeringsplan voornamelijk de kwalitatieve verbetering en automatisering van de produktie ten doel heeft en dat ook een aan het communautaire belang beantwoordende tegenprestatie niet noodzakelijkerwijze bij elke gesteunde onderneming moet worden gezocht, maar ook gelegen kan zijn in het feit dat het project overeenstemt met het algehele sectoriële programma dat door het CIPI (Interministerieel Comité voor het Industriebeleid) is goedgekeurd.

    In het kader van deze procedure hebben drie Lid-Staten, alsmede drie nationale federaties van de textiel- en kledingsector hun opmerkingen kenbaar gemaakt. Daarin wordt het standpunt van de Commissie gesteund en wordt met name gewezen op het feit dat het plan van de onderneming in een uitbreiding van de produktie voorziet en dat de onderneming tot een subsector behoort die op communautair niveau uiterst concurrerend is en dat voorts de voorgenomen investeringen voornamelijk de aankoop van nieuwe machines en modernere uitrusting betreffen, welke niet als elementen van herstructurering kunnen worden beschouwd.

    III

    De door de Italiaanse Regering voorgenomen steunverlening kan het handelsverkeer tussen de Lid-Staten ongunstig beïnvloeden en de mededinging door begunstiging van de betrokken onderneming en haar produktie in de zin van artikel 92, lid 1, van het Verdrag vervalsen of dreigen te vervalsen.

    In artikel 92, lid 1, is de principiële onverenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt neergelegd van steunmaatregelen die aan de in die bepaling vermelde criteria beantwoorden. In de afwijkingen van deze onverenigbaarheid, welke in artikel 92, lid 3, zijn vervat, zijn de doelstellingen genoemd die in het belang van de Gemeenschap en niet slechts in dat van de begunstigde van de steunmaatregel worden nagestreefd. Deze afwijkingen moeten bij het onderzoek van ieder steunprogramma met regionale of sectoriële strekking of van ieder individueel geval van toepassing van algemene steunregelingen strikt worden geïnterpreteerd en met name zijn zij slechts van toepassing in die gevallen waarin de Commissie heeft kunnen vaststellen dat, zonder steunmaatregel, het marktmechanisme alleen bij de begunstigde ondernemingen niet kan bewerkstellingen dat zij een gedrag volgen tot de verwezenlijking van één van de in deze afwijkingen bedoelde doelstellingen kan bijdragen.

    Toepassing van de genoemde afwijkingen op steunmaatregelen waarmee niet een dergelijke tegenprestatie gemoeid is, zou neerkomen op het gedogen van ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen Lid-Staten en van vervalsing van de mededinging, zonder dat het gemeenschapsbelang dit op enigerlei wijze rechtvaardigt, terwijl aan bepaalde Lid-Staaten ongerechtvaardigde voordelen wordt toegekend.

    De Commissie dient zich bij haar toepassing van de genoemde beginselen op het onderzoek van gevallen van steunverlening ervan te vergewissen dat er door de begunstigde onderneming een tegenprestatie wordt geleverd waardoor de toekenning van de steun wordt gerechtvaardigd, in die zin dat de steun noodzakelijk is ter bevordering van de verwezenlijking van een van de doelstellingen van artikel 92, lid 3. Wanneer dit niet kan worden aangetoond is het duidelijk dat de steun niet bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen die met de afwijkingen worden beoogd, maar tot verbetering van de financiële situatie van de betrokken onderneming strekt.

    Waar het hier de textiel- en kledingindustrie betreft, heeft de Commissie in 1971 en 1977 in communautaire regelingen op het gebied van de steunmaatregelen voor deze sector de doelstellingen aangegeven die in het belang van de Gemeenschap moeten worden nagestreefd; deze doelstellingen sluiten met name iedere ondersteuning met een conserverend karakter uit die ertoe zou kunnen leiden dat de moeilijkheden van de ene Lid-Staat naar de andere worden overgebracht.

    In het onderhavige geval blijkt bij de te ondersteunen onderneming niets van een dergelijke tegenprestatie.

    De Italiaanse Regering heeft geen enkele rechtvaardiging kunnen geven op grond waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat de betrokken steun aan de voorwaarden voldoet voor toepassing van één van de in artikel 92, lid 3, opgenomen afwijkingen. Ook de Commissie heeft een dergelijke rechtvaardiging niet kunnen ontwaren.

    Ten aanzien van de afwijkingen van artikel 92, lid 3, sub a) en c), inzake steun ter begunstiging of vergemakkelijking van de ontwikkeling van bepaalde streken zij opgemerkt dat de zone waarin de fabriek van de begunstigde onderneming gevestigd is, niet tot die behoort waar in de zin van artikel 92, lid 3, sub a), de levensstandaard abnormaal laag is of waar een ernstig gebrek aan werkgelegenheid heerst. Ten aanzien van de afwijking bedoeld sub c) van lid 3 zij opgemerkt dat in de zin van die bepaling de steun niet de ontwikkeling van bepaalde regionale economieën vergemakkelijkt, een doelstelling die overigens voor de verlening van deze steun niet heeft voorgezeten.

    Ten aanzien van de afwijkingen in artikel 92, lid 3, sub b), zij opgemerkt dat de maatregel geen enkel element omvat op grond waarvan hij kan worden aangemerkt als een belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang of als project dat een ernstige verstoring in de economie van een Lid-Staat zou kunnen opheffen, waardoor een afwijking op grond van artikel 92, lid 3, sub b), van de in artikel 92, lid 1, vervatte onverenigbaarheid van steunmaatregelen gerechtvaardigd zou zijn. Op 18 januari 1983 heeft de Commissie besloten tegen invoering van de Italiaanse steunregeling uit hoofde van Wet 675/77 geen bezwaar te maken, met dien verstande dat zij van de regeling bepaalde gevoelige subsectoren van de textiel- en kledingindustrie, zoals de produktie van pyjama's (MVA categorie 24), uitsloot en als voorwaarde stelde dat ieder project ten gunste van een onderneming in de subsector onderkleding (MVA categorie 13) vooraf moest worden aangemeld.

    Deze voorwaarden zijn voornamelijk ingegeven door het hoge niveau van concurrentie dat reeds in de betrokken subsectoren in Italië is bereikt en beogen een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in strijd met het gemeenschappelijk belang te voorkomen.

    Op grond van het bovenstaande moet worden vastgesteld dat steun waarmee in wezen wordt beoogd investeringen voor modernisering, renovatie en voorraadvorming van de betrokken onderneming te bevorderen, niet in een tegenprestatie in het belang van de Gemeenschap voorziet en dat het derhalve de Commissie in geen enkel opzicht is toegestaan af te wijken van het beginsel van onverenigbaarheid van steunmaatregelen met de gemeenschappelijke markt door voor de onderhavige steunmaatregel een afwijking uit hoofde van artikel 92, lid 3, sub c), te laten gelden,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De steun welke de Italiaanse Regering voornemens is toe te kennen uit hoofde van Wet 675/77 aan een onderneming te Bologna die pyjama's en onderkleding fabriceert, als aangemeld bij de Commissie bij brief van 6 september 1983, is onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt in de zin van artikel 92 van het EEG-Verdrag en mag derhalve niet worden verleend.

    Artikel 2

    De Italiaanse Regering deelt de Commissie binnen één maand na kennisgeving van deze beschikking de maatregelen mede welke zij heeft genomen om aan de beschikking gevolg te geven.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

    Gedaan te Brussel, 17 april 1984.

    Voor de Commissie

    Frans ANDRIESSEN

    Lid van de Commissie

    Top