This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31983R3220
Council Regulation (EEC) No 3220/83 of 15 November 1983 amending Regulation (EEC) No 198/83 on fishing activities in waters under the sovereignty or jurisdiction of the Member States, adopted provisionally pending the fixing of TACs and quotas for 1983
Verordening (EEG) nr. 3220/83 van de Raad van 15 november 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 198/83 betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, in afwachting van de vaststelling van de TAC' s en quota voor 1983
Verordening (EEG) nr. 3220/83 van de Raad van 15 november 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 198/83 betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, in afwachting van de vaststelling van de TAC' s en quota voor 1983
PB L 318 van 16.11.1983, p. 20–21
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1983
Verordening (EEG) nr. 3220/83 van de Raad van 15 november 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 198/83 betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, in afwachting van de vaststelling van de TAC' s en quota voor 1983
Publicatieblad Nr. L 318 van 16/11/1983 blz. 0020 - 0021
***** VERORDENING (EEG) Nr. 3220/83 VAN DE RAAD van 15 november 1983 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 198/83 betreffende een tijdelijke regeling voor de visserijactiviteiten in de onder de soevereiniteit of de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren, in afwachting van de vaststelling van de TAC's en quota voor 1983 DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden (1), inzonderheid op artikel 11, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat de Raad op 25 januari 1983 een gemeenschappelijk visserijbeleid heeft vastgesteld dat met name betrekking heeft op de vaststelling van de totaal toegestane vangsten (TAC) en de quota voor 1983, een regeling voor de toegang en een structuurbeleid; Overwegende dat deze totaal toegestane vangsten en deze quota voor het jaar 1983 voorlopig worden toegepast uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 198/83 (2), in afwachting van de goedkeuring door de Raad van voorstellen van de Commissie betreffende deze TAC's en quota voor 1983; Overwegende dat, gelet op het ingewonnen wetenschappelijk advies, de visserij kan worden toegestaan voor de haringbestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee; dat evenwel rekening moet worden gehouden met de resultaten van het overleg met Noorwegen over de voor de Gemeenschap beschikbare gedeelten; Overwegende dat de haringvangst in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee bij Verordening (EEG) nr. 1353/83 (3) voor beperkte hoeveelheden is toegestaan; Overwegende dat het in afwachting van een definitief besluit van de Raad wenselijk is Verordening (EEG) nr. 198/83 te wijzigen ten einde de vissers van de Gemeenschap toestemming te verlenen om tot en met 15 december 1983 te vissen op de haringbestanden in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee; Overwegende dat deze vangsten moeten worden afgeboekt op de hoeveelheden die mogen worden gevangen in het zuidelijk deel van de Noordzee en in het oosten van het Kanaal, zulks overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 198/83; Overwegende dat de door de onderhavige verordening geboden mogelijkheden tot overdracht, zullen leiden tot een vermindering van de vangsten in het zuidelijke deel van de Noordzee en in het oosten van het Kanaal; Overwegende dat België geen quota heeft in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee; dat het wenselijk is de visserijmogelijkheden van België in het zuidelijk deel van de Noordzee en in het oosten van het Kanaal uit te breiden; Overwegende dat het noodzakelijk is dat deze vangsten tweemaal per week worden meegedeeld, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 In Verordening (EEG) nr. 198/83 wordt het volgende artikel ingevoegd: »Artikel 1 bis 1. De haringvangst is tot en met 15 december 1983 overeenkomstig de bijlage toegestaan in het noordelijke en het centrale deel van de Noordzee (ICES-gebieden IVa en b). Alle in 1983 in deze gebieden gevangen hoeveelheden worden afgeboekt op de in de bijlage vermelde TAC's en quota. 2. De Lid-Staten melden op dinsdag en vrijdag per telex bij de Commissie de aanvoer van haring die door hun vaartuigen in de in lid 1 vermelde zone is gevangen. 3. De hoeveelheden die met ingang van de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening worden gevangen in de in lid 1 bedoelde ICES-gebieden, worden afgeboekt op de totaal toegestane vangsten, het voor de Gemeenschap beschikbare gedeelte daarvan en het quotum voor iedere Lid-Staat, zoals vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 198/83 voor de haringbestanden in het zuiden van de Noordzee en het oosten van het Kanaal (ICES-gebieden IVc (met uitzondering van Blackwater) en VIId).". Artikel 2 In afwijking van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 198/83 wordt aan België in het zuidelijk deel van de Noordzee en het oosten van het Kanaal (ICES-gebieden IVc (met uitzondering van Blackwater) en VIId) een aanvullend quotum van 1 000 ton haring toegekend waarop tot en met 15 december 1983 gevist kan worden. Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 15 november 1983. Voor de Raad De Voorzitter C. SIMITIS (1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 1. (2) PB nr. L 25 van 27. 1. 1983, blz. 32. (3) PB nr. L 139 van 28. 5. 1983, blz. 54. BIJLAGE 1,3.4.5 // // // // Bestand // // // // 1.2.3.4.5 // Soort // Geografische gebieden // ICES-/NAFO- gebied // Lid-Staat // Quota 1983 in ton // // // // // // Haring // Noordelijk deel van de // IVa // België // // // Noordzee // // Denemarken // 4 260 // // // // Duitsland // 2 620 // // // // Griekenland // // // // // Frankrijk // 1 460 // // // // Ierland // // // // // Italië // // // // // Luxemburg // // // // // Nederland // 3 530 // // // // Verenigd Koninkrijk // 13 780 // // // // Beschikbaar voor de Lid-Staten // // // // // // // // // // Totaal EEG // 25 650 // // // // // // Haring // Centraal deel van de Noordzee // IVb // België // // // // // Denemarken // 1 250 // // // // Duitsland // 1 400 // // // // Griekenland // // // // // Frankrijk // 1 440 // // // // Ierland // // // // // Italië // // // // // Luxemburg // // // // // Nederland // 5 450 // // // // Verenigd Koninkrijk // 5 870 // // // // Beschikbaar voor de Lid-Staten // // // // // // // // // // Totaal EEG // 15 410 // // // // // De haringvangst is het gehele jaar verboden in ICES-gebied IVb ten oosten van 3°.