Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983D0397

    83/397/EEG, EGKS: Beschikking van de Commissie van 29 juni 1983 inzake de steun die de Luxemburgse Regering voornemens is aan de ijzer- en staalindustrie te verlenen (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

    PB L 227 van 19.8.1983, p. 29–32 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1985

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1983/397/oj

    31983D0397

    83/397/EEG, EGKS: Beschikking van de Commissie van 29 juni 1983 inzake de steun die de Luxemburgse Regering voornemens is aan de ijzer- en staalindustrie te verlenen (Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

    Publicatieblad Nr. L 227 van 19/08/1983 blz. 0029 - 0032


    ++++

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 29 juni 1983

    inzake de steun die de Luxemburgse Regering voornemens is aan de ijzer - en staalindustrie te verlenen

    ( Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek )

    ( 83/397/EEG , EGKS )

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , en met name op artikel 93 , lid 2 ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal ,

    Gelet op Beschikking nr . 257/80/EGKS van de Commissie van 1 februari 1980 tot instelling van communautaire bepalingen voor specifieke steunmaatregelen ten behoeve van de ijzer - en staalindustrie ( 1 ) , en met name op artikel 6 , lid 2 ,

    Gelet op Beschikking nr . 2320/81/EGKS van de Commissie van 7 augustus 1981 tot invoering van communautaire regels voor steun aan de ijzer - en staalindustrie ( 2 ) , en met name op artikel 8 , lid 3 ,

    Na de belanghebbenden overeenkomstig artikel 93 , lid 2 , van het EEG-Verdrag , artikel 6 , lid 2 , van Beschikking nr . 257/80/EGKS en artikel 8 , lid 3 , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken ( 3 ) en gezien deze opmerkingen ,

    I

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering bij brief van 28 januari 1981 de Commissie in kennis heeft gesteld van haar voornemen steun te verlenen aan haar ijzer - en staalindustrie ; dat de Commissie na een eerste onderzoek naar de verenigbaarheid van deze steun met de criteria in de artikelen 2 , 3 en 4 van Beschikking nr . 257/80/EGKS , op grond van de haar verstrekte inlichtingen tot de conclusie is gekomen dat de voorgestelde vermindering van capaciteiten ontoereikend was en dat het concurrentievermogen van bepaalde installaties niet was verzekerd ; dat zij derhalve met betrekking tot de niet-specifieke en specifieke steunmaatregelen de procedures van artikelen 93 , lid 2 , van het EEG-Verdrag en van artikel 6 , lid 2 , van Beschikking nr . 257/80/EGKS heeft ingeleid ; dat de Commissie te dien einde op 21 april 1981 een brief tot de Luxemburgse Regering heeft gericht , waarbij zij deze aanmaande haar opmerkingen te maken ;

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering haar herstructureringsplan in dier voege heeft gewijzigd dat daarin met name een vermindering van capaciteit aan warmgewalste produkten is opgenomen die veel aanzienlijker is ( 490 000 ton ) dan die welke oorspronkelijk was voorgenomen ; dat de Commissie bij brief van 30 juli 1982 onder een aantal voorwaarden de toekenning van een gedeelte van deze steun heeft goedgekeurd op grond van de in het raam van het gewijzigde plan aangeboden tegenprestaties ; dat een van deze voorwaarden met name eruit bestond dat de capaciteitsopvoering van de draadgroep in Esch-Schifflange gepaard moet gaan met capaciteitssluitingen die als rechtvaardiging daarvan moeten dienen ; dat de Luxemburgse Regering bij brief van 11 augustus 1982 met deze voorwaarden heeft ingestemd ;

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering bij twee brieven van 27 september 1982 de Commissie in kennis heeft gesteld van aanvullende steunmaatregelen ten behoeve van haar ijzer - en staalindustrie , zonder evenwel vrij aanzienlijke wijzigingen in het structuurplan aan te brengen ; dat de Commissie na een eerste onderzoek van deze aanmelding krachtens de artikelen 2 , 3 en 5 van Beschikking nr . 2320/81/EGKS heeft vastgesteld dat het gewijzigde plan geen nieuwe tegenprestatie inhield , die de goedkeuring van extra steunmaatregelen zou rechtvaardigen , te meer omdat zij betwist dat bepaalde investeringsprogramma's met de herstructureringscriteria verenigbaar zouden zijn ; dat de Commissie derhalve met betrekking tot deze steunvoornemens de procedure van artikel 8 , lid 3 , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS heeft ingeleid ; dat zij de Luxemburgse Regering dienaangaande op 29 november 1982 een brief heeft gezonden waarin zij haar aanmaande haar opmerkingen te maken ;

    II

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering in antwoord op de bovengenoemde brieven van de Commissie en in andere correspondentie en contacten met de Commissie met name heeft betoogd dat :

    - de Luxemburgse ijzer - en staalindustrie voor 1980 met herstructurering was begonnen zonder steunverlening van betekenis en dat de Commissie daarmee overeenkomstig artikel 2 , lid 2 , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS rekening zou moeten houden ;

    - artikel 2 , lid 3 , van de bovengenoemde beschikking ook op Luxemburg zou moeten worden toegepast ;

    - de ijzer - en staalindustrie zowel gezien de omvang van haar produktie en van haar uitvoer als gezien het aantal arbeidsplaatsen die rechtstreeks en onrechtstreeks door haar worden geschapen , voor de Luxemburgse economie van bijzondere betekenis is ;

    Overwegende dat drie andere Lid-Staten , twee beroepsverenigingen en een onderneming het in hun antwoorden over het algemeen met de conclusies van de Commissie eens bleken te zijn ;

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering vervolgens bij brief van 31 maart 1983 haar aanmelding van 27 september 1982 heeft aangepast ;

    III

    Overwegende dat voor de volgende steunmaatregelen nog procedures aanhangig zijn ;

    - investeringssteun :

    - subsidies en terugvorderbare subsidies , in voorkomend geval omgezet in rentesubsidies , voor in totaal 25 procent van de investeringskosten gedurende de periode 1980 tot 1985 ( met uitzondering van de in de eerste tranche goedgekeurde subsidies ) ;

    - staatsgaranties voor de EGKS-leningen ;

    - een gesubsidieerde lening van 28 miljoen Lfr . aan de ijzer - en staalonderneming " Metallurgique et Minière de Rodange-Athus ( MMRA ) " , hierna " MMRA " te noemen ;

    - een subsidie van 15 procent voor de eventuele bouw van een cokesbedrijf ;

    - bedrijfssteun :

    - staatsgaranties voor de financiering van de terugbetalingstermijnen van kredieten op middellange termijn ten belope van ten hoogste 6,8 miljard Lfr . ;

    - deelneming aan kapitaalverhogingen van 2,7 miljard Lfr . ;

    - rentesubsidies van 3,33 miljard Lfr . ;

    Overwegende dat de Luxemburgse Regering als tegenprestatie een nieuwe nettocapaciteitsvermindering voorstelt van 60 000 ton warmgewalste produkten ;

    IV

    Overwegende dat in artikel 2 , lid 1 , tweede streepje , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS is bepaald dat de herstructureringsprogramma's van begunstigde ondernemingen niet mogen leiden tot een verhoging van de produktiecapaciteit van de verschillende categorieën produkten waarvoor de markt geen groei vertoont ; dat in het Luxemburgse plan de verwijdering van knelpunten bij de draadgroep in Esch-Schifflange begrepen is , hetgeen ertoe zou leiden dat de capaciteit van deze groep in 1983 ten opzichte van 1980 met 78 000 ton zou toenemen ; dat het niet ernaar uitziet dat er voor de draadmarkt nog een uitbreiding te wachten staat ;

    Overwegende dat de bepaling van artikel 2 , lid 3 , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS niet van toepassing is op de situatie in Luxemburg , gezien de sterke invloed die haar industrie op de gemeenschappelijke markt uitoefent ;

    Overwegende dat in artikel 3 , lid 1 , tweede streepje , en in artikel 5 , lid 1 , derde streepje , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS is bepaald dat bedrag en intensiteit van de investerings - en de bedrijfssteun moeten worden gerechtvaardigd door de betekenis van de ondernomen herstructurering ; dat bovendien moet worden gezorgd voor een billijke verdeling van de capaciteitsverminderingen om op communautair niveau tot een capaciteitsvermindering van 30 à 35 miljoen ton aan warmgewalste produkten te kunnen komen , hetgeen in het licht van de " Algemene Doelstellingen Staal " nodig blijkt te zijn om een terugkeer tot een minimumbenuttingsgraad mogelijk te maken , ten einde ervoor zorg te kunnen dragen dat de ijzer - en staalindustrie in de Gemeenschap onder normale marktomstandigheden levensvatbaar zal zijn ; dat uit dien hoofde en tevens met inachtneming van de reeds tot stand gebrachte herstructurering en de voor 1980 toegekende steun door de Luxemburgse ijzer - en staalindustrie een extra inspanning moet worden opgebracht ; dat de Luxemburgse ijzer - en staalindustrie naast de voorgestelde vermindering van 60 000 ton , derhalve haar capaciteiten inzake warmgewalste produkten met 410 000 ton moet verminderen ; dat het overigens dienstig is een termijn te bepalen voor de vaststelling van de uit te voeren bijkomende sluitingen ;

    V

    Overwegende dat de Commissie op de toekenning van de steun en op de naleving van de door haar gestelde voorwaarden , toezicht moet uitoefenen ;

    Overwegende dat de capaciteitsverminderingen moeten worden verkregen door sluiting van installaties , die warmgewalste produkten vervaardigen , waarvan de Commissie het definitief karakter zal moeten kunnen verifieren ; dat bij de berekening van de nettocapaciteitsverminderingen rekening moet worden gehouden met eventuele uit goedgekeurde investeringsprogramma's voortvloeiende verhogingen ; dat in het raam van de verwezenlijking van de doelstelling van aanpassing van de produktiecapaciteiten aan de vraag iedere nieuw gecreeerde capaciteit door een bijkomende sluiting moet worden gecompenseerd ;

    Overwegende dat in artikel 2 , lid 1 , eerste streepje , van Beschikking nr . 2320/81/EGKS is bepaald dat de herstructureringsprogramma's van de begunstigde ondernemingen geëigend moeten zijn om hun concurrentievermogen weer op peil te brengen en deze zoveel financiële levensvatbaarheid te geven dat zij onder normale marktomstandigheden zonder steun kunnen functioneren ; dat de Commissie zich derhalve ervan dient te vergewissen dat de steun daadwerkelijk tot het herstel van de levensvatbaarheid bijdraagt ;

    Overwegende dat de Commissie steun slechts kan goedkeuren , wanneer het ondernemingen betreft die aan al hun uit de toepassing van het EGKS-Verdrag voortvloeiende verplichtingen voldoen ;

    Overwegende dat de goedkeuring van de betrokken steun in genen dele afbreuk doet aan de krachtens de artikelen 65 en 66 van het EGKS-Verdrag te geven beschikkingen , waartoe de Commissie zich in voorkomend geval genoopt zou zien ;

    Overwegende dat er een op artikel 58 van het EGKS-Verdrag berustend stelsel van produktiequota ( 4 ) bestaat en dat de verlenging van dit stelsel noodzakelijk wordt geacht ;

    VI

    Overwegende dat , gelet op het voorgaande , de Commissie de voorgenomen steunmaatregelen kan goedkeuren , met dien verstande dat de door haar vastgestelde voorwaarden en modaliteiten in acht dienen te worden genomen ,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN :

    Artikel 1

    De hierna vermelde , door de Luxemburgse Regering voorgenomen steunmaatregelen ten behoeve van de ijzer - en staalondernemingen " Arbed " en " MMRA " zijn verenigbaar met de goede werking van de gemeenschappelijke markt , voor zover aan de voorwaarden en modaliteiten van de artikelen 2 tot en met 5 wordt voldaan :

    - investeringssteun :

    - subsidies en terugvorderbare subsidies , in voorkomend geval omgezet in rentesubsidies , voor in totaal 25 procent van de investeringskosten gedurende de periode 1980 tot 1985 uitgezonderd de in de eerste tranche goedgekeurde subsidies ten belope van 2,86 miljard Lfr . ;

    - staatsgaranties voor EGKS-leningen ;

    - een gesubsidieerde lening van 28 miljoen Lfr . aan " MMRA " ;

    - een subsidie van 15 procent voor de eventuele bouw van een cokesbedrijf ;

    - bedrijfssteun :

    - staatsgaranties voor de financiering van de terugbetalingstermijnen van kredieten op middellange termijn ten belope van maximaal 6,8 miljard Lfr . ;

    - deelneming aan kapitaalverhogingen van 2,7 miljard Lfr . ;

    - rentesubsidies van 3,33 miljard Lfr .

    Artikel 2

    1 . De ondernemingen waarvoor de in artikel 1 bedoelde steunmaatregelen bestemd zijn , brengen als tegenprestatie ten opzichte van de verminderingen die reeds als tegenprestatie hebben gediend voor de vrijgeving van steunmaatregelen door de Commissie , nieuwe nettoverminderingen van de produktiecapaciteiten ten uitvoer , tot een omvang van ten minste 410 000 ton warmgewalste produkten , afgezien van de als rechtvaardiging voor deze steunmaatregelen reeds voorgestelde 60 000 ton . Deze tegenprestatie kan ook door andere ondernemingen worden geleverd .

    2 . De lijst van de te sluiten installaties , met de sluitingsdata , en het overzicht van de uit investeringen voortvloeiende capaciteitsverhogingen , aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de in lid 1 omschreven nettoverminderingen ten uitvoer zijn gelegd , moeten de Commissie voor 31 januari 1984 ter kennis worden gebracht ; de sluitingen moeten voor 31 december 1985 plaatsvinden .

    Artikel 3

    De steun wordt eerst uitgekeerd , nadat de Commissie heeft kunnen vaststellen dat de betrokken onderneming voor eind 1985 levensvatbaarheid zal hebben verkregen .

    Artikel 4

    1 . Steun mag worden uitgekeerd , indien de Commissie , na een verzoek van de Luxemburgse Regering waarin bedrag , vorm en doel van de steunmaatregelen , alsmede de betrokken onderneming worden vermeld , heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden in de artikelen 2 en 3 , of aan een toereikend gedeelte ervan , wordt voldaan en dat de betrokken onderneming haar verplichtingen uit hoofde van het EGKS-Verdrag , met name op het gebied van produktiequota , nakomt .

    2 . De voor de voortzetting van de werkzaamheden van de betrokken ondernemingen tot en met 31 januari 1984 strikt noodzakelijke steun kan echter worden uitgekeerd , op voorwaarde dat deze ondernemingen hun verplichtingen uit hoofde van het EGKS-Verdrag , inzonderheid op het gebied van de produktiequota , nakomen , indien de Commissie , na een verzoek van de Luxemburgse Regering waarin bedrag , vorm en doel van de steunmaatregelen worden vermeld , heeft vastgesteld dat aan de in artikel 2 vermelde voorwaarde , of aan een toereikend deel ervan , wordt voldaan .

    Artikel 5

    1 . De investeringssteun mag slechts worden verleend op voorwaarde dat , na de melding van de investeringsprogramma's , indien deze overeenkomstig Beschikking nr . 3302/81/EGKS van de Commissie ( 5 ) is vereist , de Commissie dienaangaande overeenkomstig artikel 54 van het EGKS-Verdrag gunstig advies heeft uitgebracht .

    2 . De investeringssteun wordt uitgekeerd naar gelang van de betalingen die de ondernemingen in verband met hun investeringen moeten verrichten .

    Artikel 6

    1 . In het raam van de controle die de Commissie uitoefent op de regelmatigheid van de steunuitkeringen in het licht van de in deze beschikking opgenomen voorwaarden en modaliteiten , kan zij verlangen dat de halfjaarlijkse verslagen , welke haar overeenkomstig artikel 9 van Beschikking nr . 2320/81/EGKS worden uitgebracht , gegevens bevatten over de door de betrokken ondernemingen gemaakte vorderingen om de financiële levensvatbaarheid te bereiken .

    2 . Ten einde te kunnen verifiëren of de uitkering van investeringssteun overeenkomstig artikel 5 , lid 2 , is geschied , wordt de Commissie aan het begin van elk kwartaal op de hoogte gesteld van :

    - de betalingen die de ondernemingen in het betrokken kwartaal moeten verrichten , hetzij uit hoofde van reeds verrichte , hetzij als voorschot op nog te verrichten werkzaamheden ;

    - de investeringssteun die in dezelfde periode zal worden uitgekeerd .

    3 . De Commissie kan bovendien door middel van inspecties ter plaatse verifieren of de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde verminderingen van de produktiecapaciteit daadwerkelijk hebben plaatsgevonden .

    Artikel 7

    1 . Onverminderd de toepassing van sancties welke overeenkomstig het EGKS-Verdrag door de Commissie mogen worden opgelegd , kan de Commissie te allen tijde opschorting van de steunuitkering gelasten , indien zij zou vaststellen , dat

    - de steun is uitgekeerd zonder dat aan de voorwaarden is voldaan welke overeenkomstig deze beschikking aan de goedkeuring ervan zijn verbonden ;

    - de haar uitgebrachte halfjaarlijkse verslagen twijfel doen rijzen aangaande de terugkeer tot de financiële levensvatbaarheid van de betrokken onderneming tegen eind 1985 . In dat geval kan de Commissie ten aanzien van de herstructurering van de onderneming aanvullende voorwaarden stellen ;

    - de begunstigde onderneming de verplichtingen niet is nagekomen welke krachtens het EGKS-Verdrag en met name het op grond van artikel 58 daarvan ingevoerde produktiequotastelsel , alsmede de prijsvoorschriften , op haar rusten .

    2 . De uitkering van de steun mag eerst worden hervat , wanneer de Commissie heeft kunnen vaststellen , of en in welke mate de vastgestelde inbreuken een vermindering van het bedrag van de nog te verlenen steun noodzakelijk maken .

    Artikel 8

    Deze beschikking is gericht tot het Groothertogdom Luxemburg .

    Gedaan te Brussel , 29 juni 1983 .

    Voor de Commissie

    Frans ANDRIESSEN

    Lid van de Commissie

    ( 1 ) PB nr . L 29 van 6 . 2 . 1980 , blz . 5 .

    ( 2 ) PB nr . L 228 van 13 . 8 . 1981 , blz . 14 .

    ( 3 ) PB nr . C 117 van 20 . 5 . 1981 , blz . 2 en nr . C 52 van 24 . 2 . 1983 , blz . 3 .

    ( 4 ) PB nr . L 191 van 1 . 7 . 1982 , blz . 1 .

    ( 5 ) PB nr . L 333 van 20 . 11 . 1981 , blz . 35 .

    Top