Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982R2202

    Verordening (EEG) nr. 2202/82 van de Raad van 28 juli 1982 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van een financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten

    PB L 235 van 10.8.1982, p. 1–3 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1993; opgeheven door 31992R3759

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1982/2202/oj

    31982R2202

    Verordening (EEG) nr. 2202/82 van de Raad van 28 juli 1982 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van een financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten

    Publicatieblad Nr. L 235 van 10/08/1982 blz. 0001 - 0003
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0239
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0239


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 2202/82 VAN DE RAAD

    van 28 juli 1982

    tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van een financiële vergoeding voor bepaalde visserijprodukten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3796/81 van de Raad van 29 december 1981 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten (1), inzonderheid op artikel 13, lid 6,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat krachtens artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 de Lid-Staten een financiële vergoeding toekennen aan de producentenorganisaties die de in bijlage I, sub A en D, van genoemde verordening bedoelde produkten onder bepaalde voorwaarden uit de markt nemen;

    Overwegende dat ten einde het streven om de markt te stabiliseren zoveel mogelijk te bevorderen de producentenorganisaties die de communautaire ophoudprijs niet gedurende het gehele visseizoen toepassen van de financiële vergoeding dienen te worden uitgesloten;

    Overwegende dat met het oog op een vlottere toepassing van het systeem van communautaire ophoudprijzen wanneer een organisatie of één van haar leden buiten het werkgebied van die organisatie produkten te koop aanbiedt, voor het bepalen van de in acht te nemen ophoudprijs de tolerantie moet worden toegepast die in voorkomend geval geldt in het gebied waar de betrokken hoeveelheden te koop worden aangeboden;

    Overwegende dat de door de producentenorganisaties getroffen maatregelen gericht zijn op rationele beoefening van de visserij en verbetering van de verkoopvoorwaarden voor de door hun leden aangevoerde produkten; dat te dien einde de financiële vergoeding beperkt moet worden tot de door de leden aangevoerde produkten;

    Overwegende dat in verband met het schommelen van de vraag tijdens de verkoop, geen produkten uit de markt mogen worden genomen voor ze te koop zijn aangeboden; dat de financiële vergoeding derhalve uitsluitend mag worden toegekend voor produkten die, nadat zij op de gebruikelijke wijze te koop zijn aangeboden, tegen de communautaire ophoudprijs geen koper hebben gevonden;

    Overwegende dat wanneer bepaalde produkten uit de markt worden genomen de in artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bedoelde uitstelpremie wordt toegekend om destructie van produkten met een hoge handelswaarde te voorkomen; dat de vergoeding derhalve uitsluitend geldt voor produkten waarvoor geen uitstelpremie wordt toegekend;

    Overwegende dat krachtens artikel 13, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 3796/81 bij de berekening van de financiële vergoeding ten belope van 80 % rekening wordt gehouden met de hoeveelheid produkten waarvoor een uitstelpremie is toegekend; dat bijgevolg de in artikel 14, lid 2, van genoemde verordening bedoelde hoeveelheden variëren naar gelang van de in artikel 13, lid 3, bedoelde uit de markt genomen hoeveelheden; dat hieruit volgt dat de samengetelde maximumhoeveelheden die uit hoofde van deze twee artikelen in aanmerking kunnen worden genomen, variëren tussen 20 % en 23 % van de jaarlijks te koop aangeboden hoeveelheden;

    Overwegende dat met het oog op de goede werking van de differentiëring van de financiële vergoeding, moet worden bepaald volgens welke regels de uit de markt genomen hoeveelheden in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van het bedrag van de vergoeding voor de verschillende tranches van de uit de markt genomen hoeveelheden;

    Overwegende dat de financiële vergoeding eerst aan het einde van het visseizoen kan worden uitgekeerd; dat om de werking van de producentenorganisaties te vergemakkelijken in de mogelijkheid dient te worden voorzien om voorschotten toe te kennen, mits zekerheid wordt gesteld,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In deze verordening worden de algemene voorschriften vastgesteld voor de toekenning van de in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 3796/81, hierna »basisverordening" te noemen, bedoelde financiële vergoeding.

    Artikel 2

    1. Toekenning van de financiële vergoeding vindt slechts plaats op voorwaarde dat de producentenorganisatie gedurende het gehele visseizoen de communautaire ophoudprijs heeft toegepast overeenkomstig artikel 13, lid 1, sub a) en d), van de basisverordening.

    2. Ingeval een producentenorganisatie haar leden toestaat hun produkten af te zetten volgens de door haar vastgestelde gemeenschappelijke voorschriften als bedoeld in artikel 5, lid 1, eerste streepje, van de basisverordening, wordt de betrokken organisatie geacht aan de in lid 1 bedoelde verplichting te hebben voldaan indien haar leden de in datzelfde lid bedoelde communautaire ophoudprijs in acht nemen.

    3. Indien een producentenorganisatie of een van haar leden haar of zijn produkten te koop aanbiedt in een ander gebied dan het eigen werkgebied, wordt voor het bepalen van het niveau van de op de betrokken hoeveelheden toe te passen ophoudprijs, de eventueel voor de in dat andere gebied geldende tolerantiemarge als bedoeld in artikel 13, lid 1, sub a), van de basisverordening in aanmerking genomen.

    Mocht het gebruik van de tolerantiemarge in het betreffende gebied leiden tot de vaststelling van verscheidene niveaus waarop de produkten door de in dat gebied gevestigde producentenorganisaties uit de markt worden genomen, dan kiest de in de eerste alinea bedoelde producentenorganisatie of een van haar leden die haar of zijn produkten in genoemd gebied te koop aanbiedt, uit bovenbedoelde niveaus het niveau waarop de produkten uit de markt zullen worden genomen.

    Artikel 3

    Voor de financiële vergoeding komen alleen de uit de markt genomen hoeveelheden in aanmerking die:

    a) zijn gevangen door een lid van een producentenorganisatie;

    b) te koop zijn aangeboden

    - via de producentenorganisatie, of

    - door een lid van de producentenorganisatie overeenkomstig de door de in artikel 5, lid 1, eerste streepje, van de basisverordening bedoelde producentenorganisaties vastgestelde gemeenschappelijke voorschriften,

    na een indeling die in overeenstemming is met de handelsnormen bedoeld in artikel 2 van de basisverordening en die op het moment waarop zij uit de markt worden genomen, aan de normen voor de betrokken indeling voldeden;

    c) voor ze uit de markt werden genomen, op een voor alle betrokken handelaren toegankelijke wijze te koop zijn aangeboden volgens de regionale en plaatselijke gebruiken en praktijken en waarbij moet zijn gebleken dat zij tegen de overeenkomstig artikel 13, lid 1, sub a), van de basisverordening vastgestelde prijs geen koper vonden;

    d) niet in aanmerking zijn gekomen voor de toekenning van de in artikel 14 van de basisverordening bedoelde uitstelpremie.

    Artikel 4

    1. Voor het bepalen van het bedrag van de financiële vergoeding worden in aanmerking genomen de hoeveelheden:

    a) per produkt, die vooraf overeenkomstig de in artikel 2 van de basisverordening bedoelde handelsnormen zijn ingedeeld en in de loop van het visseizoen te koop zijn aangeboden via de producentenorganisatie of door één van haar leden volgens de door haar opgestelde gemeenschappelijke voorschriften, als bedoeld in artikel 5, lid 1, eerste streepje, van de basisverordening;

    b) die in de loop van datzelfde visseizoen uit de markt zijn genomen en voldoen aan het bepaalde in artikel 3, met uitzondering van hoeveelheden kleiner dan de overeenkomstig artikel 13, lid 2, van de basisverordening vast te stellen minimumhoeveelheden.

    2. De in lid 1, sub b), bedoelde hoeveelheden, daaronder begrepen die waarvoor de in artikel 14 van de basisverordening bedoelde uitstelpremie wordt toegekend, komen naar chronologische volgorde van het uit de markt nemen voor de financiële vergoeding in aanmerking.

    Met de hoeveelheden waarvoor de uitstelpremie wordt toegekend, wordt, naar mate de in artikel 14, lid 1, van de basisverordening bedoelde verrichtingen plaatsvinden, ten belope van 80 % rekening gehouden bij de berekening van de hoeveelheden die voor de financiële vergoeding in aanmerking komen, en de berekening van de desbetreffende bedragen. Zodra de uit de markt genomen hoeveelheden waarvoor een financiële vergoeding is toegekend, en 80 % van de hoeveelheid waarvoor een uitstelpremie is toegekend, samen meer bedragen dan 20 % van de te koop aangeboden hoeveelheid, worden geen financiële vergoedingen noch uitstelpremies meer toegekend.

    Artikel 5

    De financiële vergoeding wordt de producentenorganisatie na het einde van het visseizoen uitgekeerd op hun verzoek. Op verzoek van de producentenorganisatie worden haar evenwel met nader te bepalen tussenpozen voor de uit de markt genomen hoeveelheden voorschotten toegekend, op voorwaarde dat

    - voor de betrokken periode het bepaalde in artikel 3 in acht is genomen,

    - de aanvrager een zekerheid stelt waarvan het bedrag ten minste gelijk is aan het voorschot.

    Het bedrag van het voorschot of de voorschotten wordt vastgesteld op basis van de voorlopige verhouding tussen de in de betrokken periode uit de markt genomen hoeveelheden enerzijds en de te koop aangeboden hoeveelheden anderzijds.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1983.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 28 juli 1982.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    O. MOELLER

    (1) PB nr. L 379 van 31. 12. 1981, blz. 1.

    Top