Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979R2936

    Verordening (EEG) nr. 2936/79 van de Commissie van 20 december 1979 tot voortzetting van de in Verordening (EEG) nr. 1271/78 bedoelde acties ter verbetering van de kwaliteit van de melk in de Gemeenschap

    PB L 334 van 28.12.1979, p. 16–18 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/1982

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1979/2936/oj

    31979R2936

    Verordening (EEG) nr. 2936/79 van de Commissie van 20 december 1979 tot voortzetting van de in Verordening (EEG) nr. 1271/78 bedoelde acties ter verbetering van de kwaliteit van de melk in de Gemeenschap

    Publicatieblad Nr. L 334 van 28/12/1979 blz. 0016 - 0018
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 27 blz. 0144


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 2936/79 VAN DE COMMISSIE

    van 20 december 1979

    tot voortzetting van de in Verordening ( EEG ) nr . 1271/78 bedoelde acties ter verbetering van de kwaliteit van de melk in de Gemeenschap

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 van de Raad van 17 mei 1977 inzake een medeverantwoordelijkheidsheffing en maatregelen ter verruiming van de markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1271/79 ( 2 ) , en met name op artikel 4 ,

    Overwegende dat de maatregelen die zijn genomen op grond van Verordening ( EEG ) nr . 1271/78 van de Commissie van 13 juni 1978 betreffende maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van melk in de Gemeenschap ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2341/78 ( 4 ) , een doeltreffend middel zijn gebleken om de kwaliteit van de melk in de Gemeenschap te verbeteren ; dat het derhalve aanbeveling verdient deze maatregelen op middellange termijn voort te zetten ;

    Overwegende dat derhalve de organisaties , instituten , ondernemingen en producentengroeperingen , die over de vereiste kwalificaties en ervaring beschikken , op nieuw moeten worden verzocht door hen uit te voeren gedetailleerde programma's voor te stellen ;

    Overwegende dat ten aanzien van de overige voorschriften de bepalingen van Verordening ( EEG ) nr . 1271/78 in hoofdzaak kunnen worden overgenomen met inachtneming van de opgedane ervaring ;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . De onderstaande maatregelen worden , onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden , aangemoedigd :

    a ) kwaliteitscontrole van rauwe melk , met name :

    - bacteriologische analyse van rauwe melk ,

    - evaluatie van de onderzoekresultaten ;

    b ) analyse van de gezondheidsaspecten van rauwe melk ;

    c ) controle van de melkmachines ;

    d ) individuele voorlichting van de melkproducenten met betrekking tot de produktie ( stalhygiëne , melken ) en de houdbaarheid van de melk ( koeling ) ;

    e ) voorlichting in verband met de ophaling ( collectieve installaties , centrale inzamelpunten ) en het vervoer van rauwe melk ( techniek , uitrusting en gebruik van de ophaalwagens ) ;

    f ) opleiding van gekwalificeerd personeel voor :

    - het verstrekken van voorlichting ,

    - het verrichten van kwaliteitscontroles ;

    g ) bouw van collectieve melkophaalcentra , eventueel met koelinstallaties . In behoorlijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen kan ook steun worden toegekend aan individuele bedrijven .

    2 . De in lid 1 bedoelde acties komen slechts voor steun in aanmerking indien met de uitvoering wordt begonnen na 31 maart 1980 ; zij moeten uiterlijk op 31 maart 1982 volledig zijn uitgevoerd .

    Artikel 2

    1 . De in artikel 1 , lid 1 , bedoelde maatregelen worden voorgesteld en uitgevoerd door instituten , organisaties , ondernemingen of producentengroeperingen die :

    a ) over de vereiste kwalificaties en ervaring beschikken ,

    b ) de nodige waarborgen bieden ten aanzien van de goede afloop van de maatregelen .

    Voorstellen van particuliere ondernemingen worden slechts in aanmerking genomen indien zij bijzonder gerechtvaardigd zijn en niet nadelig zijn voor de acties van op dit gebied gespecialiseerde regionale organisaties .

    2 . De financiële deelneming van de Gemeenschap is beperkt tot 90 % van de uitgaven voor de betrokken maatregelen .

    3 . Voor financiering , voor wat artikel 1 , lid 1 , sub a ) en b ) , betreft , komt slechts in aanmerking de eerste technische uitrusting van laboratoria met :

    - apparatuur ( inclusief eventuele incubators ) voor bacteriologisch onderzoek van de melk ;

    - apparatuur voor het vaststellen van de aanwezigheid van vreemde bestanddelen , antibiotica en stremmende bestanddelen , alsmede voor het bepalen van het aantal cellen in de rauwe melk ;

    - apparatuur om de rauwe melk op sporen van mastitis te controleren .

    Voor zover computers aan de onderzoekapparatuur worden aangesloten , worden zij als een onderdeel van de installatie beschouwd .

    De eerste technische uitrusting van reeds bestaande laboratoria met verbeterde , meer economische apparatuur wordt beschouwd als een maatregel in de zin van artikel 1 , lid 1 , sub a ) .

    Alleen apparatuur waarvan de technische capaciteit voldoende wordt benut , komt voor financiering in aanmerking .

    4 . Indien het een voorstel betreft , dat is ingediend door een onderneming die melk koopt of een organisatie die dergelijke ondernemingen vertegenwoordigt , is de deelneming van de Gemeenschap bovendien onderworpen aan de verbintenis van de belanghebbende om , binnen de in het contract vastgelegde termijn voor de uitvoering van de in aanmerking genomen maatregelen , in zijn gebied een regeling in te voeren met melkprijzen die naar de bacteriologische kwaliteit van de melk gedifferentieerd zijn .

    Artikel 3

    1 . De gegadigden worden verzocht uiterlijk op 31 maart 1980 bij de door hun Lid-Staat aangewezen bevoegde instantie , hierna " interventiebureau " te noemen , gedetailleerde en complete voorstellen in te dienen met betrekking tot de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde maatregelen .

    2 . De interventiebureaus stellen de overige voorwaarden voor de indiening van de voorstellen vast in een mededeling die wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    3 . Binnen tien werkdagen na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn , zendt het interventiebureau de ontvangen voorstellen en eventuele aanvullingen aan de Commissie .

    Het interventiebureau kan zijn opmerkingen ten aanzien van bedoelde stukken kenbaar maken .

    Artikel 4

    1 . Het complete voorstel omvat :

    a ) naam en adres van de gegadigde ;

    b ) alle gegevens met betrekking tot de voorgestelde maatregelen , met opgave van de termijn voor de uitvoering ervan , de verwachte resultaten en de derden die eventueel bij de uitvoering worden ingeschakeld ;

    c ) de totale kosten van deze maatregelen in de valuta van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de gegadigde is gevestigd ; daarbij moet een onderverdeling van dit totaalbedrag over de verschillende posten worden gevoegd , alsmede een desbetreffend financieringsplan ;

    d ) de gewenste wijze van betaling van de financiële deelneming van de Gemeenschap zoals bedoeld in artikel 7 , lid 1 , sub a ) of b ) ;

    e ) het verslag over de werkzaamheden in het afgelopen boekjaar .

    2 . Een voorstel is slechts geldig , wanneer :

    a ) het wordt ingediend door een gegadigde , die aan de in artikel 2 , lid 1 , vastgestelde voorwaarden voldoet ;

    b ) het vergezeld gaat van de verbintenis om de voorschriften van deze verordening , onder meer de verbintenis overeenkomstig artikel 2 , lid 4 , alsmede de bepalingen van het in artikel 6 bedoelde bestek , in acht te nemen .

    Artikel 5

    1 . Na onderzoek van de voorstellen door het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten overeenkomstig artikel 31 van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 en met inachtneming van de betekenis van de voorgestelde maatregelen voor de melkproduktie in het betrokken gebied , sluit de Commissie met de gegadigden , wier voorstellen zijn goedgekeurd , contracten betreffende de in artikel 1 , lid 1 , bedoelde maatregelen .

    Voordat het contract wordt gesloten kan de gegadigde worden verzocht bijkomende inlichtingen en/of nadere gegevens met betrekking tot zijn voorstel mede te delen .

    2 . De interventiebureaus stellen elke gegadigde zo snel mogelijk in kennis van de beslissing die ten aanzien van zijn voorstel is genomen .

    Artikel 6

    1 . Wanneer een voorstel op grond van artikel 5 wordt goedgekeurd , stelt de Commissie , in ten minste drie exemplaren , een bestek op dat door de gegadigde wordt ondertekend .

    2 . Het bestek is een integrerend bestanddeel van het in artikel 5 , lid 1 , bedoelde contract en :

    a ) behelst een beschrijving van de in artikel 4 , lid 1 , bedoelde gegevens of verwijst daarnaar , en

    b ) vult deze gegevens eventueel aan met bijkomende bepalingen , die voortvloeien uit de toepassing van artikel 5 , lid 1 , tweede alinea .

    3 . De Commissie zendt een exemplaar van het contract en van het bestek aan het interventiebureau , dat erop toeziet dat de bepalingen van de overeenkomst in acht worden genomen .

    Artikel 7

    1 . Het betrokken interventiebureau betaalt aan de gegadigde volgens de door deze in het voorstel aangegeven keuze :

    a ) ofwel binnen zes weken na de dag van ondertekening van het contract en het bestek , één voorschot ten bedrage van 60 % van de overeengekomen bijdrage van de Gemeenschap ,

    b ) ofwel met tussenpozen van twee maanden , vier voorschotten van elk 20 % van de overeengekomen bijdrage van de Gemeenschap , waarbij het eerste voorschot moet worden uitgekeerd binnen zes weken na de dag van ondertekening van het contract en het bestek .

    2 . De betaling van elk voorschot is afhankelijk van het stellen van een waarborg , bij het interventiebureau die gelijk is aan het bedrag van het voorschot , vermeerderd met 10 % .

    3 . Het vrijgeven van de waarborg en de betaling van het resterende bedrag zijn afhankelijk van :

    a ) de vaststelling door het interventiebureau dat de betrokkene de in het bestek vastgestelde verplichtingen is nagekomen ,

    b ) de toezending van het in artikel 8 bedoelde verslag aan de Commissie en aan het interventiebureau en de verificatie van de in dat verslag vervatte gegevens door het interventiebureau ,

    c ) levering van het bewijs dat de betrokkene zijn eigen bijdrage voor de omschreven doeleinden heeft uitgegeven .

    4 . Voorzover niet is voldaan aan de voorwaarden van lid 3 , wordt de waarborg verbeurd . In dat geval worden de uitgaven van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw , en met name de uitgaven voor maatregelen in het kader van artikel 4 van Verordening ( EEG ) nr . 1079/77 , met het betrokken bedrag verminderd .

    Artikel 8

    Alle gegadigden die worden belast met de uitvoering van een der in artikel 1 , lid 1 , bedoelde maatregelen , doen de Commissie en het interventiebureau binnen drie maanden na het beëindigen van de betrokken maatregel en in ieder geval voor 1 juli 1982 een gedetailleerd verslag toekomen over de aanwending van de toegewezen middelen van de Gemeenschap en over de resultaten van de betrokken maatregel .

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 20 december 1979 .

    Voor de Commissie

    Finn GUNDELACH

    Vice-Voorzitter

    ( 1 ) PB nr . L 131 van 26 . 5 . 1977 , blz . 6 .

    ( 2 ) PB nr . L 161 van 29 . 6 . 1979 , blz . 11 .

    ( 3 ) PB nr . L 156 van 14 . 6 . 1978 , blz . 39 .

    ( 4 ) PB nr . L 282 van 7 . 10 . 1978 , blz . 11 .

    Top