EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979L0173

Richtlijn 79/173/EEG van de Raad van 6 februari 1979 inzake het programma voor versnelde uitvoering en oriëntatie van de collectieve irrigatiewerkzaamheden op Corsica

PB L 38 van 14.2.1979, p. 15–17 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1985

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1979/173/oj

31979L0173

Richtlijn 79/173/EEG van de Raad van 6 februari 1979 inzake het programma voor versnelde uitvoering en oriëntatie van de collectieve irrigatiewerkzaamheden op Corsica

Publicatieblad Nr. L 038 van 14/02/1979 blz. 0015 - 0017


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 6 februari 1979

inzake het programma voor versnelde uitvoering en oriëntatie van de collectieve irrigatiewerkzaamheden op Corsica

( 79/173/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Overwegende dat krachtens artikel 39 , lid 2 , sub a ) , van het Verdrag bij het tot stand brengen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid rekening moet worden gehouden met de maatschappelijke structuur van de landbouw en met de structurele en natuurlijke ongelijkheid tussen de verschillende landbouwgebieden ;

Overwegende dat , om de in artikel 39 , lid 1 , sub a ) en b ) , vermelde doeleinden van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te bereiken , op gemeenschapsniveau bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld die zijn aangepast aan de situatie in de landbouwgebieden met de meest ongunstige produktieomstandigheden ;

Overwegende dat bepaalde mediterrane gebieden van de Gemeenschap zich zowel wat de landbouwinkomens als de omvang van de verborgen werkloosheid in de landbouw en daarbuiten betreft , in een ongunstige situatie bevinden ;

Overwegende dat deze problemen bijzonder scherpe vormen aannemen op Corsica ;

Overwegende dat een groot deel van de beroepsbevolking van dit gebied in de landbouw werkzaam is ;

Overwegende dat moet worden gestreefd naar verbetering van een voor de structurele ontwikkeling in de betrokken gebieden essentiële factor , die een snelle en blijvende uitwerking heeft op de landbouwinkomens ;

Overwegende dat de landbouwproduktie op Corsica ernstig wordt bemoeilijkt door de bijzonder gebrekkige waterhuishouding en dat de capaciteit van de reeds bestaande spaarbekeens en primaire kanalen die van de irrigatienetten aanmerkelijk overtreft ;

Overwegende dat de aanleg van irrigatienetten door verlening van communautaire steun dient te worden versneld ;

Overwegende dat de in de artikelen 13 en 19 van Richtlijn 72/159/EEG van de Raad van 17 april 1972 betreffende de modernisering van landbouwbedrijven ( 3 ) vastgestelde voorwaarden en grenzen ten aanzien van de irrigatie moeilijk kunnen worden toegepast op de bijzondere structuursituatie op Corsica ;

Overwegende dat bij deze gelegenheid de oriëntatie van de landbouwproduktie in de betrokken zones van deze gebieden moet worden verbeterd ;

Overwegende dat deze doeleinden moeten worden nagestreefd door een actie te voeren die betrekking heeft op bepaalde betrokken gebieden van Corsica en die ten uitvoer wordt gelegd in het kader van een meerjarenprogramma ;

Overwegende dat uit het voorafgaande volgt dat de bovenvermelde maatregelen een gemeenschappelijke actie vormen in de zin van artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 4 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2788/72 ( 5 ) ;

Overwegende dat het de taak is van de Commissie om na advies van het Permanent Comité voor de landbouwstructuur , een door de Franse Republiek ingediend programma goed te keuren ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Om de landbouwinkomens op Corsica te verhogen door de basisstructuur van de landbouw te verbeteren en zodoende een modernisering van de landbouwbedrijven mogelijk te maken , wordt een gemeenschappelijke actie ingesteld die erop gericht is de uitvoering van collectieve irrigatiewerkzaamheden met gebruikmaking van de spaarbekeens en primaire kanalen te versnellen en zodoende het opstellen van ontwikkelingsplannen in de zin van de artikelen 2 en 4 van Richtlijn 72/159/EEG in de irrigatiezones te vergemakkelijken , en tegelijk te bevorderen dat de produktie beter wordt afgestemd op de eisen van de markt .

2 . De in deze richtlijn vervatte maatregelen vormen samen een gemeenschappelijke actie in de zin van artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

Artikel 2

1 . De voorwaarden en grenzen van artikel 13 , lid 2 , en artikel 19 , leden 2 en 3 , van Richtlijn 72/159/EEG gelden niet voor de collectieve irrigatiewerkzaamheden in het kader van deze gemeenschappelijke actie .

2 . De financiële bijdrage van de Gemeenschap mag slechts worden aangewend in het kader van een programma dat betrekking heeft op alle betrokken irrigatiezones .

Dit programma wordt door de Franse Republiek bij de Commissie ingediend .

3 . Het programma en de eventuele aanpassingen daarvan worden , na raadpleging van het Comité van het Europees Oriëntatie - en Garantiefonds voor de Landbouw , hierna te noemen " het Fonds " , over de financiële aspecten , onderzocht en goedgekeurd volgend de procedure van artikel 18 , leden 2 en 3 , van Richtlijn 72/159/EEG .

Artikel 3

Het in artikel 2 bedoelde programma moet met name de volgende gegevens bevatten :

a ) met betrekking tot de collectieve irrigatiewerkzaamheden :

- de onder het programma vallende geografische gebieden die kunnen worden voorzien van een irrigatienet dat aansluit op reeds bestaande spaarbekkens en primaire kanalen ;

- de oppervlakte in hectare van de zones die van irrigatienetten voorzien moeten worden , alsmede de ligging van de betrokken zones ;

- de beschrijving van de nodige werkzaamheden en het tijdschema voor de werkzaamheden ;

- de gemiddelde kosten per hectare cultuurgrond en een raming van de totale kosten voor de uitvoering van het programma ;

b ) met betrekking tot de oriëntatie van de produktie :

- de maatregelen om de produktie te oriënteren , met name op verbouw van voedergewassen ( maïs , gerst , luzerne , klaver , veldbonen , sorgho , soja , enz . ) en ontwikkeling van de veehouderij ;

- de voorzieningen die worden overwogen om ervoor te zorgen dat de financiële bijdrage van de Gemeenschap in de investeringen voor verwerking en afzet van landbouwprodukten , als bedoeld in Verordening ( EEG ) nr . 355/77 van de Raad van 15 februari 1977 inzake een gemeenschappelijke actie ter verbetering van de voorwaarden inzake verwerking en afzet van landbouwprodukten ( 6 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1361/78 ( 7 ) , bij voorrang kan worden besteed voor de produktie uit de geïrrigeerde zones ;

- de maatregelen om ervoor te zorgen dat de wijngaarden voor de wijnproduktie niet in aanmerking komen voor de collectieve werkzaamheden in het kader van het programma .

Artikel 4

1 . Voor bijstand uit het Fonds , afdeling Oriëntatie , komen de uitgaven in aanmerking die door de Franse Republiek worden gedaan voor collectieve irrigatiewerkzaamheden op een totale oppervlakte van ten hoogste 12 000 ha en tot een bedrag van 24 000 000 rekeneenheden , in het kader van het in artikel 2 bedoelde programma .

2 . Het Fonds , afdeling Oriëntatie , vergoedt de Franse Republiek 50 % van de voor bijstand in aanmerking komende uitgaven . Voor de bijstand komt een bedrag van ten hoogste 3 000 rekeneenheden per geïrrigeerde hectare in aanmerking .

Artikel 5

1 . De duur van de actie bedraagt vijf jaar , te rekenen vanaf de datum waarop deze richtlijn van toepassing wordt .

2 . De kosten van de gemeenschappelijke actie die voor rekening komen van het Fonds worden in totaal geraamd op 12 000 000 Europese rekeneenheden voor de gehele duur van de actie .

3 . Artikel 6 , lid 5 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 is op deze richtlijn van toepassing .

Artikel 6

Bij de goedkeuring van het in artikel 2 , lid 3 , bedoelde programma stelt de Commissie in overleg met de Franse Republiek een regeling vast voor de periodieke mededeling van gegevens over de afwikkeling van het programma . Terzelfder tijd wijst de Franse Republiek de instanties aan die belast zijn met de technische uitvoering van het programma .

Artikel 7

1 . De verzoeken om vergoeding hebben betrekking op de uitgaven die door de Franse Republiek in de loop van een kalenderjaar zijn gedaan en worden bij de Commissie ingediend voor 1 juli van het daaropvolgende jaar .

2 . Over de verlening van bijstand uit het Fonds wordt beschikt overeenkomstig artikel 7 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

3 . Het Fonds kan voorschotten toekennen overeenkomstig de door de Franse Republiek vastgestelde financieringsregeling en naarmate de uitvoering van de projecten vordert .

4 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

Artikel 8

Deze richtlijn is van toepassing zodra de Raad heeft beslist over het voorstel van de Commissie tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 .

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de Franse Republiek .

Gedaan te Brussel , 6 februari 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . MEHAIGNERIE

( 1 ) PB nr . C 200 van 22 . 8 . 1978 , blz . 3 .

( 2 ) PB nr . C 239 van 9 . 10 . 1978 , blz . 61 .

( 3 ) PB nr . L 96 van 23 . 4 . 1972 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 13 .

( 5 ) PB nr . L 295 van 30 . 12 . 1972 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 51 van 23 . 2 . 1977 , blz . 1 .

( 7 ) PB nr . L 166 van 23 . 6 . 1978 , blz . 9 .

Top